Herwig Dejonghe ruilt Pinguin voor een leven als starter

© Jelle Vermeersch

Een gewezen CEO van een beursgenoteerd bedrijf, die herbegint met de prille ambitie van een starter. Du jamais vu? Herwig Dejonghe, ex-Pinguin, bewijst dat het kan. In Bordeaux gooit hij zich helemaal op de sector die hij het best kent: diepvriesgroenten. Zijn drijfkracht? “De roep van het ondernemerschap.”

Herwig Dejonghe heeft er al indrukwekkende parcours als ondernemer op zitten. Toch was 24 november 2014 voor hem een dag met een gouden randje. Die dag zette hij in Gent zijn handtekening onder de aankoop van een diepvriesbedrijf in de Zuid-Franse Landes. Twee weken eerder had hij, in overleg met de nieuwe aandeelhouder Hein Deprez, een streep gezet onder 33 jaar Pinguin, nadat met Marleen Vaesen een nieuwe CEO was binnengehaald. “Een afscheid langs de grote poort”, zegt Dejonghe. “De nieuwe aandeelhouder heeft van Pinguin – twee jaar terug omgedoopt tot Greenyard Foods – een multinational gemaakt, en daar hoorde een nieuwe managementstructuur bij. Maar mijn ondernemersbloed is nog niet te bedwingen. Mijn echtgenote stimuleerde me om er nog eens goed tegenaan te gaan. Ditmaal als een starter. Wat voelt dat goed. Ik kan helemaal mijn eigen ding doen.”

Als Herwig Dejonghe in het onooglijke groentedorp Ychoux zijn wagen parkeert voor de fabriek in de Rue de l’Alliance, verschijnt de breedst mogelijke glimlach op zijn lippen. Dit voelt als thuiskomen. In 1996 startte hij uitgerekend hier namens Pinguin – toen met inbreng van Britse knowhow — een state-of-the-artfabriek op voor de verwerking van diepvriesgroenten. Bijna twintig jaar later vindt hij zijn kind van toen terug als een jonge maar ook frêle volwassene. “Alleen de poetsvrouw en ik kennen de hele geschiedenis van dit bedrijf”, lacht Dejonghe.

Directeur Vincent Loumé wacht hem op met open armen. In zijn kantoor, één hoog, geeft hij uitleg: “Zowat een jaar geleden hing over deze modelfabriek een schaduw”, vertelt Loumé. “Pinguin wilde ervan af. Dan zijn er twee mogelijkheden: een sluiting, of een goede overnemer vinden. Het personeel werkte maandenlang met de daver op het lijf, maar toonde zich ook van zijn beste kant. Heel even hing er niettemin een stakingssfeer in de lucht. Maar om een kandidaat-overnemer gunstig te stemmen, besloten de medewerkers er nog eens voluit tegenaan te gaan. Het loonde. Toen ze vernamen wie zich had gemeld als kandidaat-koper, staken ze zelfs nog een tandje bij. Nu zetten ze zich dubbel schrap.”

Druk uit Oost-Europa

De Vlaamse eigenaar schudt tijdens zijn bezoek veel dankbare handen. Herwig Dejonghe glundert. Dit tweede leven voelt goed. Maar het is toch merkwaardig dat een groep als Greenyard Foods deze zogenoemde modelfabriek in de etalage zet. “Het heeft alles te maken met de markt”, pareert Dejonghe met de glimlach. “De Oost-Europeanen, Hongarije en Polen op kop, hebben voor een nieuwe context gezorgd door diepvriesgroenten veel goedkoper aan te bieden dan in West-Europa. Bovendien vormen de boeren er niet zo’n machtige coöperatieven als in Frankrijk. Ze zijn niet zo mondig. Bij Pinguin hadden we dat jaren geleden ook wel begrepen, en dus kochten we een Hongaarse fabriek. De nieuwe aandeelhouder van Pinguin stond na een analyse voor de verscheurende keuze: ofwel de fabriek in Hongarije ofwel die in Bordeaux. Toen het doek dreigde te vallen over Bordeaux, greep ik mijn kans.”

Na moeizame onderhandelingen met de andere Franse aandeelhouders werd Pinguin Aquitaine herdoopt tot Antarctic Foods Aquitaine (AFA). Herwig Dejonghe is met zijn holding Vijverbos – “een vijver van ideeën”, lacht hij – voor 92 procent eigenaar. De overige 8 procent is in handen van de Franse coöperatieve Agrial, een historische aandeelhouder die bij de oprichting al exclusief leverancier was voor de wortelen. Een oude kennis zeg maar.

“Er is meer dan één reden waarom ik geloof in deze fabriek”, zegt Dejonghe. “Het belangrijkste argument is de regio. De Landes is een van de grote groenteschuren van Frankrijk. Alle grote spelers tekenen hier sinds jaar en dag present. Met reden: de volumes, de knowhow van de landbouwers, de manier van telen, het klimaat en de grond, alles is hier top. Precisielandbouw heet dat met een mooi woord. Ook het water kan je hier zomaar uit de ondergrond halen. De Landes is de grootste wortelregio van Frankrijk, goed voor meer dan 130.000 ton. Ook zoete maïs bereikt in de regio een hoog veldrendement en is van topkwaliteit.”

En de Oost-Europese concurrentie met haar lagere prijzen? “Kwaliteit heeft altijd een prijs, en bovendien bepaalt de markt de prijs. Maar in de groentesector worden vraag en aanbod vooral gestuurd door het weer. En dat kan variëren. Hongarije en Polen hadden deze zomer bijvoorbeeld af te rekenen met een grote en lange droogte, met een slechte oogst als resultaat. Dan dreigt er meteen ook een tekort op de globale markt. Dan moeten andere producenten van diepvriesgroenten die leemte opvullen. Dat speelt bij mijn doorstart gelukkig meteen in mijn voordeel.”

Duidelijke afspraken

Antarctic Foods Aquitaine, 26 voltijdse medewerkers en 80 in het hoogseizoen, is omgeven door duizenden hectare landbouwgrond. Die achtertuin is een groot logistiek voordeel. Ook voor de uitvoer van de afgewerkte diepvriesgroenten is de fabriek goed gelegen. De vernieuwde en verbrede A10-snelweg dwars door de Landes is een prima springplank naar Zuid-Europa.

“Toen ik deze fabriek kocht van Greenyard, zijn duidelijke afspraken gemaakt. Het engageerde zich om nog drie jaar diepvriesgroenten bij mij aan te kopen, zij het in afnemende volumes. Dit jaar is Greenyard nog goed voor een derde van mijn productie. Voorts is duidelijk bepaald op welke markten ik met AFA wel of niet actief kan zijn. Voor Spanje en Portugal kreeg ik groen licht. Vanuit Bordeaux is dat een boogscheut ver.”

Herwig Dejonghe is ambitieus, ook al is hij dan weer een relatief klein duimpje in een sector met reuzen zoals Bonduelle, Iglo, Greenyard Foods en Ardo. Vandaag is AFA goed voor 22.000 ton groenten: 9000 ton mais, 4000 ton bonen, 8000 ton wortels en 1000 ton erwten. Ter vergelijking: het vroegere Pinguin tekent voor 400.000 ton.

“Ik geef mezelf drie jaar om door te groeien naar 30.000 ton. Dat is de lat om van een nu licht verlieslatend bedrijf opnieuw een gezonde entiteit te maken”, zegt de zelfverzekerde ondernemer. “Hoe? Rond deze tijd investeren we al in nieuwe productielijnen, zoals voor aardappeltjes, schorseneren of kleine wortels. Ook het aanbod aan bioproducten (nu goed voor 5 procent van het totaal, nvdr) kan nog omhoog naar 10 procent. Ik ken deze fabriek door en door en weet als geen ander dat hier goede mensen werken met een prima productieapparaat in een goede regio en een uitstekend klimaat. Ik herinner me dat mijn mond openviel toen ik in 1994 in Bordeaux en omstreken kwam prospecteren. Fundamenteel is hier niets veranderd.”

Door een samenloop van omstandigheden kon Dejonghe enkele maanden terug ook een vroegere directeur van een ander Belgisch diepvriesgroentebedrijf aan boord halen als zijn rechterhand. Blijft: de markt verbreden. “Laat marktkennis nu net mijn grootste troef zijn. Toen ik economie studeerde, schreef ik daar al een thesis over. Ik ken de concurrenten, maar ook de afzetkanalen vrij goed. Ik ga voor nieuwe afzetgebieden (Noord-Amerika, Spanje, Portugal) en nieuwe klanten (in de wereld van de voedingsindustrie en artisans). Ik ga er echt volledig voor.”

Turnaround

Blijft de vraag: wat bezielt een man die zijn aandelen in Pinguin verkocht en zowat alles heeft bewezen in de sector, om toch nog voor een turnaround te gaan en zelfs een kapitaalverhoging? Dejonghe is ook nog voorzitter van Zenito, handelsrechter, regeringscommissaris bij Flanders Investment & Trade (FIT), drijvende kracht achter Be Delicious (een project om Belgische voedingsproducten in het buitenland te promoten) en bestuurder in een farmabedrijf. Hij had op 56-jarige leeftijd al voor elke dag van de week een job.

“De lokroep van het ondernemerschap”, zegt Dejonghe. “Daar staat geen leeftijd op. Ik doe dit omdat ik dit graag doe, zo simpel is het. In tien jaar hier een mooi actief van maken, dat zou mooi zijn op mijn 65ste. Eens ondernemer altijd ondernemer zeker? Of ik dit doe voor mijn kinderen (drie dochters, één zoon, nvdr)? In eerste instantie niet, want ze gaan hun eigen gang, en dat mag ook. Mijn zoon Francis, burgerlijk ingenieur, heeft onlangs wel te kennen gegeven dat hij geïnteresseerd is in wat zijn vader doet. Maar weet u, bij leven en welzijn kan ik zelf ook nog twintig jaar mee. Dus wat is het probleem?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content