Grootbanken hebben nog altijd solvabiliteitsprobleem
Het gebrek aan eigen vermogen blijft de achilleshiel van de grootbanken.
Het gebrek aan eigen vermogen blijft de achilleshiel van de grootbanken.
De versoepeling van de liquiditeitsregels voor de banken in het kader van Basel III-regelgeving voor de financiële sector heeft weinig te maken met eventuele liquiditeitsproblemen. Het probleem van de grootbanken is al meer dan tien jaar een solvabiliteitskwestie: ze houden te weinig kapitaal aan in verhouding tot de risico’s die ze aan boord genomen hebben.
Dat blijkt overduidelijk als we de leverage ratio (de verhouding eigen vermogen op het totaal van de activa) als uitgangspunt nemen. Basel III bouwt voort op kapitaalratio’s op basis van de risicogewogen activa, maar voor het eerst wordt er ook een minimale leverage ratio ingevoerd. Die ligt op 3 procent, en dat is veel te laag. Als 1 procent van de bankactiva slecht wordt, wordt een derde van het eigen vermogen weggeveegd.
De OESO pleitte eind vorig jaar voor de invoering van een leverage ratio van 5 procent, en stelde vast dat de Europese banken 400 miljard euro kapitaal te kort komen om die norm te halen. Daarom ziet de organisatie heil in het opdelen van banken en in kleinere financiële instellingen.
Heel wat banken hebben ook nog risicovolle activa op hun balans, en hebben onvoldoende afgeboekt op de waarde van hun krediet- en investeringsportefeuille. In Zuid-Europa, maar ook in Centraal- en Oost-Europa is men onvoldoende conservatief geweest in de waardering van activa en het nemen van provisies. In bankenrapporten wordt gewaarschuwd voor de toename van slechte kredieten in Spanje en Italië. (JVO/PC)
Lees een grondige analyse van de problemen van de Europese banken in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier