Vlaamse biotechbedrijven scheren hoge toppen. De hofleverancier van succesverhalen is VIB, het Vlaamse instituut voor biotechnologie. De afdeling New Ventures van het onderzoeksinstituut helpt wetenschappelijk onderzoek naar concrete toepassingen te vertalen om die nadien via spin-offs of partnerschappen op de wereld los te laten. “We starten een bedrijf alleen als we voldoende kapitaal kunnen ophalen om de volgende stap te zetten”, zegt diensthoofd Griet Vanpoucke.
Een nieuwe test om dikkedarmkanker op te sporen, een nieuw medicijn tegen een auto-immuunziekte, biologische gewasbescherming of een nieuwe biersmaak: de mogelijkheden van biotechnologie zijn divers en eindeloos. Voor die medicijnen en andere toepassingen bij de apotheek of op een bord belanden, leggen ze een lange weg af. Jarenlang onderzoek, jarenlange validatieprocedures en een vertaling van de wetenschap naar een goedfunctionerende onderneming.
Daar komt het New Ventures-team in beeld?
GRIET VANPOUCKE. “VIB heeft tien onderzoekscentra die in de verschillende disciplines werken (zie kader Van het labo naar de beurs, nvdr). We bekijken of we nieuwe bedrijven kunnen bouwen uit de resultaten van onze wetenschappers. De belangrijkste vraag is: kunnen mensen voordeel halen uit die nieuwe ontdekkingen? Het is de meest fantastische job in de biotech.”
Hoe beslist u welke ontdekking in aanmerking komt?
VANPOUCKE. “Daarvoor hebben we drie fases gedefinieerd. Eerst verzamelen we de resultaten door met onze wetenschappers te brainstormen. Zo vinden we veel kansen. Dan volgen enkele vragen. Waarom is deze uitvinding uniek? Tot welke oplossing kan die leiden? Waarom is deze oplossing beter dan de bestaande alternatieven? Als we daar drie keer positief op kunnen antwoorden, starten we het traject.
“Vervolgens moeten we een solide datapakket genereren en een businesscase bouwen. Die data zijn de basis om andere partijen, zowel intern als potentiële investeerders, te overtuigen. We identificeren de markt en de medische nood, maar ook of investeringen terugverdiend kunnen worden. Ondertussen werkt ook een team aan patenten, want daarin zit de eerste waarde van het bedrijf vervat.
“In de laatste fase volgt het operationele plan, zoals de benodigde financiering, waar we die kunnen vinden en de samenstelling van het managementteam. We werken gemiddeld drie tot vijf jaar om een spin-off op te richten, voorafgegaan door het onderzoek van de wetenschappers, waar soms ook tot tien jaar aan is gewerkt. Een spin-off bouwen is heel arbeids- en kapitaalintensief.”
Griet Vanpoucke
• 1976: geboren in Waregem
• 1994 – 1997: studeert biotechnologie aan UGent
• 1997 – 2003: doctoreert aan VIB – UGent
• 2003 – 2006: doet postdoctoraat aan de Medical Research Council in Edinburgh. Het onderzoeksproject identificeert nieuwe genen die betrokken zijn bij prostaatklachten
• 2006 – 2014: werkt als wetenschapper en vervolgens directeur bij het Belgische biotechbedrijf Pronota, dat diagnostische testen ontwikkelde voor de vroege detectie van levensbedreigende aandoeningen
• Sinds 2014: manager New Ventures bij VIB, wordt in 2018 hoofd van de afdeling
• Sinds 2015: bestuurslid bij tal van biotechbedrijven, waaronder Orionis Biosciences
Wetenschappers zijn geen CEO’s?
VANPOUCKE. “Ze zijn meestal niet de beste keuze om aan het hoofd van een spin-off te plaatsen. Onze onderzoeksgroepsleiders zijn heel goed in hun onderzoek en we verkiezen dat zij dat blijven doen. Ze nemen een adviserende rol op onder leiding van een onafhankelijk managementteam. Wetenschappers hebben een emotionele band met hun onderzoek. Een managementteam moet te allen tijde objectief naar de zaken kijken en soms moeilijke beslissingen nemen.”
Wie is dan de eigenaar van het bedrijf?
VANPOUCKE. “Onze laboratoria hebben een dubbele affiliatie met de universiteit waar de wetenschapper is tewerkgesteld. Alle kennis en patenten zijn in mede-eigendom. Toch kan alleen VIB beslissen over de valorisatie van een onderzoek. Het is ook alleen VIB dat de onderneming opricht en de licentieovereenkomsten afsluit, omdat wij de leiding in de valorisatie en dus ook het risico nemen. Alle inkomsten die uit ontdekkingen worden gehaald, worden gedeeld met de universiteiten. Dat ligt vast in een raamovereenkomst.
“Als oprichter geven wij de rechten op de technologie, de patenten en de kennis. In ruil krijgt VIB aandelen in de onderneming. De wetenschappers mogen persoonlijk geen aandeel verwerven. Dat is weliswaar een gevoelige kwestie die soms wat extra uitleg met de wetenschappelijke oprichters vereist. Als zij nadien zelf willen investeren in de spin-off, is dat natuurlijk mogelijk.
“In het geval van een exit, zoals de verkoop van Ablynx aan het Franse farmabedrijf Sanofi, hanteren we een verdeelsleutel. De winst uit de VIB-aandelen wordt verdeeld tussen de uitvinder van de technologie, VIB en de universiteit. Bij ons vloeit alles opnieuw naar onderzoek, want we zijn een non-profitorganisatie.”
Maar u investeert wel mee in de bedrijven?
VANPOUCKE. “We profileren ons niet als investeerder, maar doen het regelmatig. Externe partijen vragen vaak om skin in the game te hebben. Onze middelen daarvoor zijn eerder beperkt. We doen tickets van 200.000 tot 500.000 euro per ronde. Zo kunnen we volgen in de eerste en de tweede ronde, maar dan stopt het, een uitzondering daargelaten.”
Beslist u nog mee over een exit?
VANPOUCKE. “We hebben er acht gerealiseerd. Als significante aandeelhouder zitten we meestal in de raad van bestuur van de bedrijven. We beslissen dus nooit alleen en zullen zelf nooit aansturen op een extra financieringsronde of een exit. Onze prioriteit ligt bij de verdere ontwikkeling van de technologie. Daarom zijn we heel geduldig. Zo waren we bij de overname van Ablynx nog de enige originele aandeelhouder.”
VIB heeft intussen 42 spin-offs op de wereld losgelaten. Halen die allemaal kapitaal op?
VANPOUCKE. “Dertig daarvan wel. Ik werk hier nu elf jaar en sta mee aan de wieg van 22 ervan. Vooral het laatste decennium zien we een explosieve groei in de biotechsector.”
Wat verklaart die boom?
VANPOUCKE. “Het is een sector die tijd nodig heeft. Er gaan jaren over de ontwikkeling van medicijnen. Nu zitten we eindelijk in de fase dat we de resultaten van de jarenlange kapitaalintensieve investeringen zien. Tegelijkertijd hebben we aangetoond dat het mogelijk is in Vlaanderen producten van begin tot einde te ontwikkelen, en een pad naar winstgevendheid uit te stippelen. Investeerders die de eerste successen hebben meegemaakt en een mooie return op hun inleg hebben gerealiseerd, zijn nu opnieuw bereid in de sector te investeren.”
Hoeveel ontdekkingen leiden tot een spin-off?
VANPOUCKE. “Dat blijven de uitzonderingen, want heel wat puzzelstukken moeten samenvallen alvorens een bedrijf een bestaansreden heeft.”
Hoe groot zijn de budgetten waarmee New Ventures werkt?
VANPOUCKE. “Het is moeilijk daar een getal op te plakken. We ontvangen een subsidie van de Vlaamse overheid, we hebben inkomstenstromen om projecten te financieren en investeringen voor de starters. Bovendien is VIB nooit de enige geldschieter.
“Een spin-off oprichten kost geld en we willen niet dat potentiële investeerders de initiële financiering als waardering voor het bedrijf gebruiken. We werken aan projecten met een hoog risico, waar de industrie nog niet klaar voor is, maar die wel tot een grote doorbraak voor bepaalde aandoeningen kunnen leiden.
“Neem de onlangs opgerichte spin-off TRIM Therapeutics, die werkt met gamma-secretase. Dat eiwit wordt al jarenlang bestudeerd door de farmaceutische sector voor toepassingen voor mensen met de ziekte van Alzheimer. Aan die onderzoeken zijn al miljarden gespendeerd. Onze wetenschappers denken te weten waar het fout loopt en willen daar verder aan werken. Gezien het verbrande kapitaal staat de industrie niet te springen om mee te doen, maar toch moeten we doordoen, want het biedt de beste kans op een geneesmiddel tegen alzheimer.”
Die projecten met een groot risico zijn allicht een grote valkuil?
VANPOUCKE. “Nee, want ze zijn broodnodig. We worden soms gedwongen een start-up te snel op te zetten: dát is volgens mij de grootste valkuil.”
Hoezo?
VANPOUCKE. “Op een bepaald moment in het onderzoek zijn zodanig grote bedragen nodig om verder te gaan, dat VIB het niet meer kan financieren. Moeten we dan de vlucht vooruit nemen door een spin-off op te richten om extern kapitaal aan te trekken? Terwijl elke geïnvesteerde euro twintig keer wordt omgedraaid, verwachten de investeerders vooruitgang in de ontwikkeling. Als de resultaten niet snel genoeg volgen, wordt het heel moeilijk om nog vers kapitaal op te halen voor het vervolgtraject. We starten een bedrijf alleen als we voldoende kapitaal kunnen ophalen om de volgende stap te zetten. Maar zelfs dan loopt het soms nog fout.”
Wat gebeurt er dan met de patenten?
VANPOUCKE. “We dekken ons altijd in, zodat de originele patenten terugkomen naar het instituut. Het is belangrijk voor de wetenschappers dat het onderzoek niet zomaar verloren gaat, zeker als het is misgelopen door tijd- of investeringsissues.
“Vergeet niet dat een meerderheid van de biotechbedrijven het niet haalt. Ik denk dat wij in een luxepositie zitten, omdat we nog maar vier bedrijven hebben moeten sluiten, waaronder Aelin Therapeutics (de voormalige CEO Els Beirnaert heeft sinds kort een topjob bij argenx, nvdr) dat aan een nieuwe generatie antibiotica werkte. Het is er niet op tijd in geslaagd vers geld te vinden. Zowel voor de wetenschappers als voor het personeel is dat heel pijnlijk.”
Over welke spin-off was u het meest enthousiast?
VANPOUCKE. “Het eerste dossier dat ik ooit op mijn bureau kreeg, was een ontdekking die uiteindelijk leidde tot Orionis Biosciences. Dat is een Belgisch-Amerikaans succesverhaal in de zoektocht naar nieuwe kankermedicatie en innovatieve therapieën. Onlangs sloot het bedrijf een tweede onderzoeksdeal met de Amerikaanse pionier Genentech met een voorafbetaling van 105 miljoen dollar en een potentieel van meer dan 2 miljard. Maar alle VIB-bedrijven zijn beloftevol en opgezet met het doel om succesvol te worden.”
Staan er op de korte termijn nog spin-offs in de steigers?
VANPOUCKE. “Ondanks het uitdagende financiële klimaat hebben we dit jaar Rainbow Crops en, samen met Aarhus University in Denemarken, Spica Therapeutics gelanceerd. Momenteel halen we in nog twee dossiers geld op. Die deals hopen we volgend jaar rond te krijgen, al is de timing altijd onvoorspelbaar in biotech.
“Daarnaast hebben we nog een twintigtal veelbelovende projecten. Die kunnen ook altijd in een stroomversnelling terechtkomen. Vroeger moesten we investeringsfondsen bijna smeken om naar ons verhaal te luisteren. Nu worden we proactief benaderd door lokale en internationale spelers die willen weten wat er in de pijplijn zit.”
Van het labo naar de beurs
VIB werd opgericht in 1995, en heeft zich sindsdien op de wereldkaart gezet als gezaghebbend onderzoeksinstituut. De werking is opgedeeld in tien onderzoekscentra die focussen op verschillende disciplines, zoals kanker, auto-immuunziekte, dementie of de agrovoedingssector. Het doel van VIB is de resultaten van dat wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar medicijnen en andere oplossingen voor patiënten, consumenten en landbouwers.
In de onderzoekscentra werken ruim 2.000 wetenschappers, van wie de meesten verbonden zijn aan een van de vijf grote universiteiten (UGent, UAntwerpen, KU Leuven, VUB en UHasselt) waarmee het VIB nauw samenwerkt. Uit de schoot van die clusters zijn al 42 spin-offs ontstaan, waarvan er 30 kapitaal hebben opgehaald. Er werd al meer dan 2 miljard euro aan investeringen in de spin-offs gepompt. Intussen werden ook al acht exits gerealiseerd, waarvan de overname van het Gentse Ablynx door de Franse farmareus Sanofi in 2018 de grootste is. Andere biotechbedrijven, zoals Biotalys, trokken naar de beurs.
Dit voorjaar bleek uit een studie dat VIB in 2023 bijna 1 miljard euro toegevoegde waarde heeft gecreëerd voor de Vlaamse economie. Voor elke euro financiering van de Vlaamse overheid genereert VIB 12 euro economische impact.