Stijn Fockedey
‘Goed geprobeerd, Proximus en co’
Proximus en andere Europese telecomoperatoren dreigen af te zien van investeringen in beter mobiel internet als de Europese Unie strengere regels voor het beheer van internetverkeer wil invoeren. Maar het is een feit dat de economie beter af is als Europa de macht van de telecomsector inperkt.
Donderdag bezorgden zeventien grote Europese telecombedrijven, waaronder Proximus, hun ‘5G manifest’ aan de Europese Commissie. Daarin verklaren ze zich bereid volop en snel te investeren in een 5G-netwerk. Dat supersnel mobiel internet is broodnodig om zelfrijdende auto’s, betere elektriciteitsnetten en andere nieuwe diensten mogelijk te maken. Maar de telecombedrijven willen dat enkel doen als Europa onder meer minder strenge regels voor netwerkneutraliteit opneemt in een grote hervorming van de telecomregulering, waar de Europese Commissie in het najaar een voorstel over doet.
Zelfs met lagere marges zullen telecombedrijven nog bijzonder veel geld verdienen
Netwerkneutraliteit (of netneutraliteit) is vergelijkbaar met het gelijkheidsbeginsel in een grondwet. Het principe stelt dat telecomoperatoren niet zomaar mogen ingrijpen in het netwerkverkeer. Ze kunnen bijvoorbeeld niet de snelheid van bepaalde diensten kunstmatig verlagen, of extra geld vragen voor een betere dienstverlening. De telecomlobby betoogt dat netwerkneutraliteit de rendabiliteit van de sector zwaar zal treffen. En dus willen de bedrijven, als de EU haar plannen doorzet, minder investeren in 5G.
Het is enorm aanstootgevend dat de telecomlobby daarmee dreigt. De sector staat inderdaad voor zware investeringen, die misschien minder zullen renderen dan die in sms destijds. Maar het dataverkeer zal enorm boomen. Zelfs met lagere marges zullen telecombedrijven nog bijzonder veel geld verdienen. Hun klaagzang is bovendien niet geloofwaardig in het licht van hun doorgaans royale dividendenstroom, de zeer gulle verloning van het topmanagement en de batterij extralegale voordelen voor het personeel. Vooraleer Europa toelaat dat telecombedrijven een extra tol heffen op telecomverkeer, moet de sector maar eens bewijzen dat hij de investeringen in een nieuw netwerk echt niet kan dragen.
De bankencrisis heeft aangetoond dat een sector met te veel overwicht de economie in haar geheel bijzonder veel schade kan toebrengen op lange termijn. En in tegenstelling tot wat de lobbyisten beweren, zullen operatoren wel degelijk nog kunnen ingrijpen in hun netwerk. Ze zullen zich wel telkens moeten verantwoorden bij de toezichthouder. Daardoor kunnen pakweg Facebook, Google of andere techgiganten het niet stiekem op een akkoordje gooien met de operatoren voor een voorkeursbehandeling. Het geeft nieuwe spelers een realistische kans om door te breken. Netwerkneutraliteit beperkt daardoor niet alleen de macht van de telecomoperatoren. Het zorgt ook voor concurrentie, en dus innovatie, in de digitale economie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier