‘Gents Protealis creëert sojavariëteiten voor Noord-Europa: ‘Als je het hier teelt, is soja een heel ecologisch gewas’

Benjamin Laga (rechts naast Jan Alexander): ‘Soja heeft een natuurlijk mechanisme om zichzelf te bemesten." © Jonas Lampens
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Het Gentse biotechbedrijf Protealis bestaat nog maar sinds 2021 en heeft al negen sojavariëteiten op de markt gebracht. Het heeft de weg van ontwikkeling tot commercialisering heel snel afgelegd en is klaar om te groeien. Het hoopt een sleutelrol te spelen om een duurzamer voedselsysteem met eiwitrijke peulgewassen zoals soja aantrekkelijk te maken voor de Europese boeren.

In de kraakwitte laboratoria van het Gentse biotechbedrijf Protealis werken wetenschappers volop aan de volgende sojavariëteiten. Het duurt twee jaar voor een nieuwe variëteit wordt erkend. Negen zijn er sinds maart op de markt, toen Protealis drie nieuwe variëteiten lanceerde van niet-genetisch gemodificeerde soja, speciaal voor de Noord-Europese landbouw. De hoogtechnologische start-up gebruikt drones om tijdens het veredelingsproces veldgegevens te verzamelen, bijvoorbeeld over de grootte van de sojaplanten. Die data leiden mee tot de ontwikkeling van productievere sojarassen. De Europese Unie verbiedt genetisch gemodificeerde soja voor menselijke consumptie in producten zoals tofu, sojamelk, tempeh, vleesvervangers en sojasaus, maar laat wel genetisch gemodificeerde soja toe voor veevoeder. Die soja voert Europa in grote hoeveelheden in uit Amerika.

Eigenlijk is soja een peulvrucht uit Azië, maar de grootste sojaproducenten bevinden zich in de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië. Zeker de Europese veeteelt blijft sterk afhankelijk van de invoer van soja voor veevoeder. Mogelijk heft de Europese Unie binnenkort een importbelasting op soja uit de Verenigde Staten als reactie op de Amerikaanse handelstarieven. Op die markt zag Protealis een kans om met zijn veredelingstechnologie, aangedreven door artificiële intelligentie (AI), nieuwe Europese sojasoorten te ontwikkelen die zowel bruikbaar zijn in voeding voor mensen als voor dieren.

CEO Benjamin Laga, die samen met Jonas Apers Protealis oprichtte, spiegelt zich als ondernemer een beetje aan hoe Tim Van Hauwermeiren zijn medewerkers bij zijn bedrijf argenx betrekt: “Mijn vrouw werkt voor argenx. Daardoor ken ik het bedrijf. Tim is erin geslaagd onafhankelijk te blijven. Het bedrijf is echt een megasucces voor Vlaanderen.” Met Protealis wil hij zijn eigen groeibedrijf neerzetten. Het werd toegelaten tot de prestigieuze EIC Scaling Club van de Europese Unie, dat Europese techbedrijven wil laten doorgroeien tot de toppers van morgen.

Waarom is het zo belangrijk in Noord-Europa meer soja te telen?

BENJAMIN LAGA. “Eén reden is politiek: om de strategische voedselzekerheid. Op dit moment is Europa voor 70 procent afhankelijk van de import van eiwitten. Die worden vooral geïmporteerd in de vorm van soja uit Noord- en Zuid-Amerika. Voor soja zijn we voor 95 procent afhankelijk van import. We voeren ongeveer 35 miljoen ton per jaar in. Op de wereldmarkt heeft China de dominante koopkracht. Als de vraag in China stijgt, heeft dat gevolgen voor Europa. In de handelsoorlogen die we nu hebben, heeft China al importheffingen op soja uit de Verenigde Staten afgekondigd. In Europa staat dat op de lijst.

“Daarnaast speelt ook duurzaamheid een rol. Nu ontbossen we land in Zuid-Amerika om meer soja te kunnen telen. Daarvan verdubbelen we de CO2-afdruk nog eens door die soja over de halve wereld te verschepen, om ze hier dan ook nog eens op de minst efficiënte manier te gebruiken, als voer voor dieren in plaats van voor mensen.”

Deels door die ontbossing heeft soja een negatieve bijklank gekregen.

LAGA. “Ja. Europa wil ontbossingsvrije soja invoeren, maar wat gebeurt er dan? Het grasland waar vee op graast, wordt in gebruik genomen om soja te telen, waarna nieuw bos wordt gekapt voor grasland voor het vee. Iets later verschuift dat grasland weer naar sojateelt, die dan zogezegd ontbossingsvrij is. Soja heeft een negatieve bijklank gekregen omdat er in Zuid-Amerika veel ontbost wordt en veel pesticiden worden gebruikt om soja te telen. Maar eigenlijk is soja een heel ecologische teelt, als je het in Europa doet. 2 procent van de wereldwijde CO2-productie komt van de productie van meststoffen. Soja voorziet zichzelf van stikstof in symbiose met de bacteriën. De plant heeft een natuurlijk mechanisme om zichzelf te bemesten.”

‘We ontbossen land in Zuid-Amerika om meer soja te kunnen telen. Daarvan verdubbelen we de CO2-afdruk nog eens door die soja over de halve wereld te verschepen’

Is de markt voor plantaardige eiwitten voldoende groot?

LAGA. “Je hebt een groeiend segment aan vegetariërs, veganisten en flexitariërs die omwille van hun gezondheid, het dierenwelzijn of ecologische motieven vragen naar lokaal en duurzaam geproduceerde plantaardige eiwitten. Zij willen niet dat een stuk Amazonewoud wordt ontbost voor de soja die ze consumeren. In de Europese Unie mag je bovendien geen genetisch gemanipuleerde soja gebruiken voor menselijke consumptie, voor dierenvoeding mag dat wel. Wij focussen op het premiumsegment, we blijven pushen voor zo veel mogelijk direct gebruik van soja in menselijke voeding, maar we spelen zeker ook in op de veevoeder, dat het leeuwendeel van de markt uitmaakt.
“De marktkansen zijn er. Wij moeten vooral de boer overtuigen. Boeren krijgen vaak de schuld dat wat ze doen slecht is voor het milieu, maar ik vind dat onterecht. We moeten hen vooral economisch interessante alternatieven aanbieden, zodat ze op een duurzamere manier voedsel kunnen produceren.”

‘Wij moeten vooral de boer overtuigen. We moeten hen economisch interessante alternatieven aanbieden, zodat ze op een duurzamere manier voedsel kunnen produceren’

Hoeveel soja wordt nu al verbouwd in Europa?

LAGA. “Iets meer dan 6 miljoen hectare, waarvan 3 miljoen hectare in Rusland. Die markt is op dit moment niet bereikbaar voor ons, de 2 miljoen hectare in Oekraïne wel. In de Europese Unie produceren we 1 miljoen hectare soja, vooral in het zuiden, omdat dat makkelijk kan met dezelfde sojavariëteiten die in Noord-Amerika worden gebruikt. We zien nu wel dat het areaal onder druk van de klimaatopwarming verschuift van zuid naar noord, want het watertekort in het zuiden neemt toe. Wij richten ons op Noord-Europa. We zijn de eersten die goed werkende sojavariëteiten hebben ontwikkeld voor alles ten noorden van Parijs. Je kunt het wat vergelijken met de jaren zestig, toen mais werd geïntroduceerd in Europa. Voor de jaren zestig was er bij ons geen mais, en die eerste jaren was het ook geen succes. Mais was toen nog een tropische plant die niet was aangepast aan onze omstandigheden, maar nu is mais massaal aanwezig. Maar soja zal nooit zo’n monocultuur worden als mais, doordat je soja in een teeltrotatie met andere gewassen moet opnemen.”

Hoeveel van het areaal kan soja in Europa innemen?

LAGA. “Ongeveer 3 procent van het Europese areaal wordt ingezaaid met eiwithoudende peulgewassen zoals erwten, bonen en soja. Soja is goed voor een derde daarvan. Als we onafhankelijk willen worden, moeten we naar 10 procent peulgewassen gaan. Welk gewas kunnen we afbouwen? Koolzaad is moeilijk te telen omdat het heel afhankelijk is van bepaalde pesticiden. De Europese Commissie heeft die in sommige gevallen al geschrapt, denk aan het verbod op neonicotinoïden meer dan tien jaar geleden. Door dat verbod, dat er kwam om de bijensterfte tegen te gaan, is het koolzaad minder goed beschermd tegen insectenplagen. Boeren houden niet van die economische onzekerheid en gaan op zoek naar alternatieven zoals soja.”

Hoe is het idee ontstaan om met Protealis Noord-Europese sojavariëteiten te ontwikkelen?

LAGA. “We bouwen voort op onderzoek dat in 2012 begon bij het Vlaams Instituut voor Landbouw-, visserij- en voedingsonderzoek (ILVO). Veredeling is een traag en moeilijk proces. Toen het programma stilaan rijp voor de markt werd, is beslist het in een bedrijf onder te brengen. We zijn opgericht in 2021, maar dit jaar is al het derde jaar van commerciële verkoop en het derde jaar dat boeren onze variëteiten in het veld hebben staan. Voor een start-up is dat nooit gezien kort. ILVO was visionair om hier al in 2012 mee te beginnen, maar had als onderzoeksinstituut geen traditie in het oprichten van spin-outs. Daarom deed het een beroep op het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Dat heeft die expertise wel.

‘Wij krijgen royalty’s op ons intellectuele eigendom van het sojaras. Voor ons zou het economisch niet rendabel zijn naar elke boer een verkoper te sturen’

“ILVO en het VIB hebben samen Protealis opgericht als spin-out, waarbij het VIB ook expertise rond stikstoffixerende bodembacteriën heeft ingebracht. Ik was verantwoordelijk voor het biotechonderzoek bij BASF toen ik telefoon kreeg van Johan Cardoen van het VIB om Protealis te leiden. We zijn er samen aan begonnen, ik eerst als entrepreneur in residence bij het VIB. Dat was net toen de coronapandemie uitbrak: we mochten meteen het hele businessplan herschrijven. Ik moest investeerders overtuigen via videoconferenties. We hadden minstens 7 miljoen euro nodig, kregen al snel 6 miljoen bijeen, lieten de ronde openstaan en moesten die uiteindelijk stopzetten bij 12 miljoen. En toen brak de oorlog in Oekraïne uit, terwijl we net bezig waren met tests in Rusland. Die markt werd afgesloten, maar gelukkig hadden we ondertussen twee jaar testen achter de rug in Oekraïne, ten westen van Kiev, dicht bij de Poolse grens. Er zijn ook enkele Belgische ondernemers in Oekraïne die er onze variëteiten testen. We hopen dat we daar binnenkort op de markt komen.”

Hoe werkt uw zakenmodel?

LAGA. “We werken business-to-business. We geven licenties op onze variëteiten aan bedrijven voor een bepaalde regio of land. Die bedrijven vermeerderen het ras en verdelen het via de retail. Wij geven hen een bepaalde hoeveelheid startzaad dat ze kunnen vermeerderen, maar de productie en de lokale verkoop doen zij zelf. Wij krijgen eigenlijk royalty’s op ons intellectuele eigendom van het sojaras. Voor ons zou het economisch niet rendabel zijn naar elke boer een verkoper te sturen.

“We zijn de commercialisering aan het versnellen. We hebben nu een team van 23 mensen en vijf nationaliteiten. Frankrijk is een beetje onze thuismarkt aan het worden. Op dat land hebben we eerst ingezet, samen met Duitsland. Verder willen we ook naar Oost-Europese landen zoals Polen. In België zijn de oppervlaktes een stuk kleiner, maar in West- en Oost-Vlaanderen gebruiken sommige landbouwers onze variëteiten al en geven ons feedback. Onze omzet (het bedrag wordt niet vrijgegeven, nvdr) deden we maal vijf in vergelijking met 2024. Het is nu zaak die exponentiële groei vast te houden. We hopen in 2028 rendabel te zijn.”

Tessa Avermaete (Run & Harvest): ‘Voedselsoevereiniteit is een illusie’

Bio-econome Tessa Avermaete, de oprichter van Run & Harvest, is gespecialiseerd in duurzame voedselsystemen. Ze kijkt kritisch naar uitspraken van Europese politici over de nood aan voedselautonomie, waartoe meer Europese soja kan bijdragen.

“Eigenlijk is het hypocriet. We zijn in Europa heel afhankelijk van de import van stikstof, kalium en fosfor, die essentieel zijn voor de groei van planten. Voedselsoevereiniteit is een illusie. Ook wat soja betreft, is er veel hypocrisie. De Europese Unie wil enkel niet-genetisch gemodificeerde soja op Europese grond, maar laat wel toe dat we genetisch gemodificeerde soja invoeren voor de veeteelt. En daarvan hebben we gigantisch veel nodig om onze beesten te voederen.”
“Innovaties van bedrijven als Protealis zijn heel knap, maar op Vlaams en Europees niveau moeten we zorgen dat het bredere plaatje klopt. Onze landbouw moet veel meer circulair worden, met een betere balans tussen dierlijke en plantaardige productie. Mest is noodzakelijk voor de groei van planten, maar als je te veel beesten hebt, wordt mest een probleem. Dat zien we ook in Vlaanderen. Hoewel we drie kwart van de landbouwgrond gebruiken voor de teelt van veevoeder, hebben we nog altijd een mestoverschot. In een duurzaam landbouwsysteem houden we minder beesten en is er meer plaats voor voedsel voor humane consumptie. De Europese variëteiten van Protealis kunnen voor zo’n duurzaam beleid hun nut hebben.”

Jan Alexander (PVC): ‘Door de valley of death’

Jan Alexander is het hoofd van Private Capital Belgium, dat tot eind maart Belgian Venture Capital en Private Equity Association heette. Het is de koepel boven durfkapitaalbedrijven die investeren in risicovolle start-ups of meer volwassen bedrijven. Voor Alexander is Protealis een voorbeeld van hoe een risicovol bedrijf goed en snel gefinancierd kan worden.

De eerste kapitaalronde van Protealis in 2021 was goed voor 12 miljoen euro en werd geleid door V-Bio Ventures, met een inbreng van onder meer Agri Investment Fund (AIF), PMV, Estari, Globachem, Gemma Frisius, Korys en VIB. Tot de buitenlandse partners behoren de Nederlandse partijen Innovation Industries en HFT Holding en het Zwitsers-Belgische Thia Ventures. Ongeveer dezelfde fondsen – met daarbij ook ILVO, dat aandelen kreeg voor zijn bijdrage tot de ontwikkeling van de technologie – tekenden in 2024 voor de tweede kapitaalronde van 22 miljoen euro.
“De stap zetten van technologie naar een commercieel bedrijf is moeilijk. Je moet door de valley of death, waarbij bedrijven geen bancaire financiering krijgen, maar aangewezen zijn op durfkapitaal. Het is zeker niet de bedoeling van een bedrijf als Protealis om onder de kerktoren te blijven – het wil een Europees bedrijf worden – maar lokale financiers zijn voor zo’n bedrijf belangrijk om de eerste steen te verleggen. Al was er in dit geval in de eerste ronde al meteen interesse van internationale investeerders die zagen dat deze technologie baanbrekend kan zijn en een rol kan spelen voor de voedselveiligheid door ons minder afhankelijke te maken van het buitenland. Tegelijk maakt het ons voedingssysteem ecologischer.”
“Een belangrijk punt dat ik nog wil maken, is dat we in België veel meer nood hebben aan een juridisch en fiscaal stabiel investeringskader met een duidelijke visie op de lange termijn, in plaats van bijna elk jaar aan dat kader te morrelen, zoals ook nu weer gebeurt met de meerwaardebelasting die de regering wil invoeren. Als je die invoert, doe het dan snel en duidelijk, voor een tarief van bijvoorbeeld 10 procent, maar kom daar dan een hele tijd niet meer aan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content