Alain Mouton
Gebrek aan opleiding en netwerk oorzaak hoge werkloosheid allochtonen
Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) vindt dat er meer inspanningen nodig zijn om allochtonen aan een job te helpen. Met een werkzaamheidsgraad van 46 procent in Vlaanderen zitten niet-Belgen onder het EU-gemiddelde van 58 procent. “Zij vormen een grote potentiële arbeidsreserve”, benadrukt de Vlaamse minister-president.
Bourgeois deed zijn uitspraken op de startreceptie van Voka voor het nieuwe werkjaar. Hij noemde het ‘dramatisch’ dat slechts 46 procent van de mensen van allochtone afkomst aan de slag zijn. Het streefcijfer van de Vlaamse regering is 75 procent. Dat de werkgelegenheidsgraad bij allochtonen vijf jaar geleden nog lager lag dan nu, 38 procent om precies te zijn, is een magere troost. “Ik moet aan dit publiek van Voka, dat ethisch ondernemen hoog in het vaandel voert, niet uitleggen dat discriminatie in deze verwerpelijk is”, aldus nog Bourgeois.
Discriminatie bij aanwerving en selectie is inderdaad een belangrijke oorzaak voor het laag aantal mensen niet afkomstig uit de EU dat aan de slag is. Vandaar dat in het verleden al verschillende voorstellen zijn gelanceerd om dat probleem aan te pakken. Zo wordt om de haverklap gepleit voor anonieme sollicitaties. Onderzoek toont aan dat allochtonen minder snel worden uitgenodigd op een sollicitatiegesprek dan autochtonen. Het probleem bij dat en andere voorstellen is dat de focus te veel op één oorzaak van de lage tewerkstelling van allochtonen ligt. En zelfs niet eens de belangrijkste oorzaak.
Vijf oorzaken
Arbeidsmarktonderzoek toont aan dat discriminatie bij aanwerving slechts de vierde oorzaak is van de zwakke situatie van de allochtonen op de arbeidsmarkt. Jan Denys, arbeidsmarktspecialist van Randstad, lijst in zijn boek ‘Free to Work’ vijf redenen op voor de lage werkgelegenheidsgraad bij de niet-EU-populatie.
Gebrek aan opleiding en netwerk oorzaak hoge werkloosheid allochtonen
De eerste oorzaak is het gebrek aan opleiding. De schoolprestaties van allochtone en autochtone leerlingen lopen sterk uiteen. De kloof tussen beide is nergens in Europa groter dan in België. Denys wijst in zijn boek op “attitudeproblemen die op hun beurt een gevolg zijn van opvoedingsproblemen in heel wat allochtone gezinnen. Veel jonge mannelijke allochtonen groeien op als kleine tirannen. Dit zorgt voor spanningen op school en het is uiteraard niet bevorderlijk voor een succesvolle integratie op de arbeidsmarkt.”
Direct gekoppeld aan de gebrekkige opleiding is de talenkennis, de tweede oorzaak. Zeker in Brussel ligt hier een belangrijke verklaring voor de hoge werkloosheid bij jongeren. In sommige wijken loopt die op tot 50 procent. En dat zijn dan vooral buurten met een sterke allochtone aanwezigheid. Voor veel jongeren van niet-EU-afkomst is het Frans slechts de tweede taal. Het Nederlands is in het beste geval de derde taal. 90 procent van de Brusselse werklozen is het Nederlands niet machtig. Hier ligt een van de belangrijkste oorzaken van de te lage werkzaamheidsgraad bij allochtonen.
Een derde element is het gebrek aan netwerk dat handig is in de zoektocht naar een job. Allochtonen die veel contacten hebben met autochtonen vinden sneller een baan. Die factor weegt nog altijd zwaarder door dan discriminerende praktijken in bedrijven.
Een laatste factor die we in rekening moeten nemen is de werking van de Belgische arbeidsmarkt op zich. Een aantal elementen maakt het gewoon zeer moeilijk voor de outsiders (de uitkeringstrekkers, jongeren, afgestudeerden,…) om aan een baan te raken. De loonkosten zijn te hoog, het activeringsbeleid moet beter en er zijn nog altijd te veel werkloosheidsvallen die maken dat een uitkering aantrekkelijker is dan het aanvaarden van een job. Deze te weinig flexibele arbeidsmarkt heeft een effect op de werkzaamheidsgraad van de totale populatie, maar het zijn natuurlijk de zwakkeren op de arbeidsmarkt die er het eerst onder lijden. En dat zijn tot nader order nog altijd de allochtonen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier