Gabriëls, de discounter van de tankstations: ‘We zijn goedkoper omdat we bijna alles zelf doen’
Over enkele jaren is het gedaan met fossiele brandstoffen. Toch breidt het familiale Gabriëls, goed voor 184 tankstations, lustig uit. ‘Onze markt van fossiele brandstoffen valt weg. Maar in 2026 staan we klaar met ons netwerk van snellaadpalen in Vlaanderen.’
Vanop de bovenste verdieping van het hoofdkantoor in Hofstade, bij Aalst, heeft Ignace Gabriëls (48) een uitstekend zicht op het succesproduct van zijn bedrijf: een felgroen tankstation met op het uithangbord ‘Gabriëls’.
Een Amerikaanse jeep passeert langs de pomp. “In die tank gaat gemakkelijk 150 liter”, zegt de CEO. “We kijken vooral naar het aantal liter. We willen aan het einde van de maand weten of we per station evenveel liter hebben verkocht als de maand voordien. We kijken minder naar euro’s, omdat de prijzen enorm meegaan met de prijsvorming van brandstof op de markt (zie balanscijfers lager, nvdr).
“Het gaat om heel grote bedragen. We zijn een klein bedrijf in organisatie en werknemers, maar we halen wel een hoge omzet. Brandstof is een massaproduct. Bij Brantano koop je misschien twee keer per jaar schoenen, voor 200 euro. Bij Gabriëls komen sommige klanten elke week tanken. Die omzet ligt veel hoger.”
We zijn een klein bedrijf in organisatie en werknemers, maar we halen wel een hoge omzet
Snelle groeier
Ignace Gabriëls werkt in een sector die op het eerste gezicht geen perspectieven heeft. Vanaf 2026 zijn in Vlaanderen nog enkel elektrische bedrijfswagens fiscaal interessant. De Vlaamse regering heeft de intentie hetzelfde te doen voor nieuwe wagens voor particulieren vanaf 2030.
En toch. In 1974 had Gabriëls twee tankstations, vandaag 184. In 2020 was er een belangrijke overname van het tankstationnetwerk van Power Oil. De onderneming uit Wevelgem staat vooral sterk in West-Vlaanderen en Henegouwen. Gabriëls is in Oost-Vlaanderen opvallend aanwezig. De onderneming blijft uitbreiden.
“We winnen marktaandeel in een stagnerende markt. Het wegennet is verzadigd en wagens worden steeds zuiniger. Toch gaan wij vooruit in liters, ondanks de grote spelers zoals Total en Q8, die elk bijna 500 tankstations hebben. In de aankoop van brandstof verliezen wij wellicht wat tegenover die bedrijven. Zij hebben hun eigen raffinaderijen, terwijl wij vooral kopen in de raffinaderijen van Esso en Total in Antwerpen.”
“Toch zijn wij vaak goedkoper”, zegt Gabriëls. “Hoe dat komt? Ten eerste werken de meeste van onze stations volautomatisch. We hebben er geen werknemers. Personeel kost veel geld. Het is vele uren aanwezig in zo’n tankstation, ook op zaterdag.
“Daarnaast zijn de meeste tankstations onze eigendom. Veel brandstofleveranciers huren de grond, wat duurder is.
“Ten derde werken we met ons eigen merk, Gabriëls. Wie een concessie van een groot merk heeft, moet voor het gebruik van de merknaam betalen. Maar of je nu tankt bij Esso of bij Gabriëls, maakt niet uit. Het is dezelfde brandstof.
“Ten vierde zijn we goedkoper omdat we bijna alles zelf doen. We rijden met onze eigen vrachtwagens. We bevoorraden zelf onze tankstations. Dat willen we zo efficiënt mogelijk houden. Vroeger leverden we veel meer kleinere volumes aan verschillende stations. Door de gestegen transportkosten, onder meer door de kilometerheffing, plaatsen we grotere brandstofreservoirs per tankstation.”
Professionele klanten
Gabriëls is als het ware de discounter van de tankstations. Het heeft een continue kostendiscipline, wat zich onder meer vertaalt in de bijzonder spartaans ogende kantoren. Het bedrijf heeft bovendien een grote focus op de consument. Zo tankt één op de drie mensen met een tankkaart.
“De professionele gebruikers zijn voor ons een heel belangrijke markt. We hebben 30.000 professionele klanten met samen 120.000 tankkaarten. We zijn gespecialiseerd in de kmo-markt. Ik heb liever 100 klanten met elk twee kaarten, dan één klant met 200 kaarten. Een arts, een beenhouwer of een boekhouder vraagt iets meer aandacht, maar je krijgt er meer van terug.”
In zijn bakermat Aalst is Gabriëls sterk present. De baggeraar Jan De Nul tankt met zijn vrachtwagens en zijn vloot van bedrijfswagens bij Gabriëls. Ook het stadsbestuur, de brandweer, het OCMW en de politie van Aalst zijn er kind aan huis.
We zijn gespecialiseerd in de kmo-markt. Ik heb liever 100 klanten met elk twee tankkaarten, dan één klant met 200 kaarten
Ignace Gabriëls is een telg van de derde generatie van het familiebedrijf. Grootvader Maurice Gabriëls startte in 1932 met de verkoop van stookolie. Zijn drie zonen schakelden om naar autobrandstof. Ignace is vandaag aandeelhouder, samen met zijn broer Kristof (49) en de neven Yves (53) en Stefaan (51).
“Elk heeft een beetje zijn departement”, duidt Ignace Gabriëls. “Ik doe informatica en nieuwe ontwikkelingen. Kristof is sterk in financiën. Yves zoekt nieuwe locaties en behandelt milieuvergunningen. Stefaan is de logistiek directeur. Hoe langer we samenwerken, hoe beter we weten waarin ieder van ons goed is.”
De balanscijfers van de belangrijkste vennootschap Gabriëls & Co zijn zeer solide. Bovendien bouwde de familie de voorbije decennia aan een heuse spaarpot.
“Dat is ons vastgoed. Dat kunnen ze ons niet afnemen. Het is ook een ruggengraat bij onderhandelingen over kredietlijnen met banken. We hebben vooral tankstations in eigendom. Dat is boerenverstand. Het is goedkoper als het eigendom is. Dat is misschien ook meer de mentaliteit van een Vlaams familiebedrijf dan van een beursgenoteerd bedrijf. Dat kijkt meer naar omzet, wij kijken ook naar ons vermogen. We hebben dit jaar nog een aantal stations overgenomen. Grond stijgt elk jaar in waarde. Enkele stations liggen op mooie locaties. Die kunnen later een andere bestemming krijgen, zoals appartementen of winkels.”
Elektrisch offensief
Een voorbeeld van een mooie locatie vindt Ignace Gabriëls een nieuw tankstation aan de Bergensesteenweg in Sint-Pieters-Leeuw. “Iedereen verklaart mij zot. Waarom bouw ik in deze tijden nog nieuwe stations? Onze markt van fossiele brandstoffen valt weg.”
Ignace Gabriëls nuanceert. Er komen drie snellaadpalen, waaraan zes elektrische wagens tegelijk kunnen opladen. “200 zonnepanelen produceren in Sint-Pieters-Leeuw 80.000 kilowattuur elektriciteit per jaar. De laadpalen worden met de zelf opgewekte elektriciteit gevoed, net als de carwash en de winkel bij het station. De winkel baten we niet zelf uit. Daarvoor krijgen we deftige huurinkomsten. De zelf opgewekte elektriciteit is niet duurder dan wat iemand thuis zou betalen voor zijn elektrische laadpaal. Maar de autobestuurder zal bij mij wel sneller laden dan thuis.”
De laadactiviteit is nog niet winstgevend. Gabriëls investeert sterk in de nieuwe technologie. In zes stations zijn snelladers geïnstalleerd. In maart volgend jaar zullen het er twaalf zijn. Vanaf 2026 wil de onderneming in Vlaanderen een netwerk van 25 tot 30 stations met snellaadpalen hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier