De directie van Ford België met gemengde gevoelens op de berichtgeving in The Wall Street Journal, waar wordt geïnsinueerd dat Ford Genk mogelijk zou moeten sluiten.
“Het is betreurenswaardig dat de lont telkens opnieuw wordt
aangestoken en wij ons discours over werkzekerheid dienen te
herbevestigen”, zegt woordvoerder Jo Declercq. “Anderzijds begrijpen wij dat de werknemers ongerust zijn zolang de directie in Europa geen zeer concrete herstructueringsplannen bekendmaakt.”
Declercq betreurt het dat Amerikaanse media ‘erg happig zijn om slecht nieuws over Europa te insinueren’. “We vinden het jammer telkens in de verdediging te moeten gaan zonder dat er nieuwe feiten worden aangedragen. De situatie is nog steeds dezelfde: de Europese directie heeft ten opzichte van de Vlaamse regering en de vakbonden bij Ford Genk enkele maanden geleden nog het engagement bevestigd dat in het Toekomstcontract werd vastgelegd. Dat biedt werkzekerheid tot minstens 2020. We hebben geen enkele indicatie dat dit nu anders is,” verduidelijkt hij.
Declercq heeft er wel begrip voor dat de ongerustheid toeneemt bij de werknemers. “Ford heeft aangekondigd dat er ingrepen nodig zijn, wat uiteraard voor onzekerheid zorgt. Zolang de plannen niet concreet zijn, vrezen alle vestigingen in alle landen van Europa hierbij betrokken te zijn. Wat dat betreft is de situatie in Genk niet anders dan in Engeland of Duitsland. Maar je moet begrijpen dat je in de autosector voor langetermijnbeslissingen niet over één nacht ijs kunt gaan. We wachten dus samen met jullie af,” besluit Declercq. (Belga/BO)
