Fleetmanager beheert meer dan wagenpark en tankkaarten
Een bedrijfsvloot is vandaag zoveel meer dan louter een wagenpark en een handvol tankkaarten. De taken en verantwoordelijkheden van de leasemaatschappijen en de fleetmanagers zijn daardoor fors uitgebreid.
Trends polste bij vijf spelers op de fleetmarkt naar hun ervaringen. We klopten aan bij de leasemaatschappijen LeasePlan en Alphabet, bij de externe wagenparkbeheerder MobilityPower en bij twee kmo’s met een eigen vloot: SalesWise en All Colors of Communication.
Welke evoluties hebben het fleetmanagement al veranderd?
ERIK SWERTS (ALPHABET). “Er was een opmerkelijke evolutie in de brandstof: die ging van diesel over benzine via hybride naar elektrisch. Ook het type voertuig evolueerde door de jaren heen, van klassieke sedans en breaks via monovolumes naar SUV’s. Toch blijft vooral de fiscaliteit bepalend voor de keuze van de wagen en de aandrijving. Nog een duidelijke trend is die van monomobiliteit (alleen de auto) naar multimobiliteit (een auto in combinatie met openbaar vervoer, fiets of parking).”
JOHAN PORTIER (LEASEPLAN). “De opkomst van de cafetariaplannen en de cash-for-carregeling was belangrijk, want daardoor kregen meer medewerkers toegang tot een bedrijfswagen, in ruil voor een stukje brutosalaris. Ook de elektrificatie van het wagenpark is nu definitief ingezet. Er zijn op dat gebied pioniers en laatbloeiers, maar dat is een goede zaak: het aanbod en de infrastructuur zouden een big bang niet aankunnen. Een derde trend is de stapsgewijze evolutie naar een ruimere mobiliteitsmix.”
KRISTOF DE ROECK (ALL COLORS OF COMMUNICATION). “Vroeger was er de wagen en de tankkaart. Vandaag is het veel complexer, omdat de elektrificatie een impact heeft op de laadinfrastructuur, de laadpassen, het thuisladen, de wagenkeuze in functie van ruimte en rijbereik en alternatieven zoals holidaycars. Fleetmanagers moeten zich daardoor opstellen als changemanager. Maar ook werknemers moeten opnieuw leren rijden als ze een elektrisch voertuig krijgen.”
BRITT DE WINTER (MOBILITYPOWER). “In het verleden werd fleetmanagement vaak ondergewaardeerd en niet eens gezien als een volwaardige functie. Sinds de opmars van de elektrificatie en mobiliteitsalternatieven is dat anders. We evolueerden bovendien van een situatie waarin de auto centraal stond naar een markt waarin de medewerker en zijn behoeften vooropstaan. Het is de taak van de vlootbeheerder om innoverende mobiliteitsoplossingen te introduceren die passen in de ambitie van de organisatie.”
YVES WILLEMS (SALESWISE). “Duurzaam ondernemen en de vergroening van het wagenpark in het bijzonder hebben de jongste jaren terecht aan belang gewonnen. Al onze medewerkers hebben een bedrijfswagen die echt noodzakelijk is voor de uitoefening van hun baan. Wij kozen al in 2019 voor de transitie naar Tesla’s. Het was deels een sprong in het onbekende, zeker voor het rijbereik, maar we hebben ons die switch nog geen moment beklaagd.”
Welke impact had de invoering van het mobiliteitsbudget op de bedrijfsvloot?
PORTIER. “Vandaag is die impact heel erg beperkt tot zelfs verwaarloosbaar. Heel wat van de vooropgestelde oplossingen nemen overigens alle gezinsleden mee in het verhaal, waardoor je als werkgever plots mee instaat voor de mobiliteit in de privésfeer van je medewerker. Ik heb het daar soms wat moeilijk mee. Is dat wel de rol van de werkgever?”
SWERTS. “De invloed van het mobiliteitsbudget blijft vooralsnog vrij beperkt, maar de impact wordt wel almaar belangrijker. We verwachten dat meer en meer mensen zullen overstappen naar een budget waarbinnen ze verschillende vervoersoplossingen kunnen kiezen, in functie van hun mobiliteitsbehoefte van dat moment. Het succes zal echter afhangen van de aantrekkelijkheid voor de bestuurder en de administratieve eenvoud voor de bedrijven.”
DE WINTER. “Het mobiliteitsbudget werd in het leven geroepen om het fileleed aan te pakken en de work-lifebalans te verbeteren. Maar het moedigt per definitie geen gedragsverandering aan. Nog maar weinig werknemers zijn vandaag al overtuigd om hun bedrijfswagen in te ruilen of te verkleinen. Bovendien is er de extra administratieve werklast voor de werkgever. De nieuwe formule is weliswaar toegankelijker, maar de focus van bedrijven ligt vandaag eerder op elektrificatie buiten het mobiliteitsbudget.”
DE ROECK. “Wij maken nog geen gebruik van het mobiliteitsbudget. We merken wel dat mobiliteit een ruimer begrip wordt. Bijvoorbeeld door mensen die opteren voor een bedrijfsfiets, al dan niet binnen een cafetariaplan. We stellen weliswaar geen echte mentaliteitswijziging vast. Wij bieden al onze medewerkers de mogelijkheid om te kiezen voor een contract met of zonder wagen, maar zowat iedereen – zowel jong als oud – kiest voor de bedrijfswagen.”
Hoe frustrerend zijn de continu wijzigende spelregels?
DE WINTER. “In een wereld vol verandering staat ook die van de fleetmanager niet stil. Het ontdekken van nieuwe initiatieven en trends op de markt is net de uitdaging van de job. Het is zijn of haar taak om vanuit de opgedane kennis en expertise werkgevers en werknemers te inspireren bij de transitie naar duurzame mobiliteit. Fiscaliteit zal altijd blijven veranderen, en iedereen – bedrijven, vlootbeheerders, leasemaatschappijen en werknemers – zullen zich daaraan moeten aanpassen. Changemanagement is prioritair.”
PORTIER. “Wij hebben de handen vol om de fiscaliteit uit te leggen aan bedrijven. Belangrijker nog is onze taak om kapstokken aan te bieden om hun carpolicy – zeg maar: de visie op de toekomst – ingepland te krijgen en verrassingen te voorkomen. Het blijft ook altijd afwachten wat de toekomst brengt. De fiscale stabiliteit voor bedrijfswagens gaat letterlijk van de ene federale verkiezing tot de andere. Een stabieler langetermijnbeleid zou handig zijn.”
WILLEMS. “We moeten er niet flauw over doen: de regelgeving was de afgelopen jaren allerminst standvastig. Ook voor de overheden was het vaak zoeken en compromissen sluiten, zeker in de afbouw van wagens die rijden op fossiele brandstoffen. Maar voor een bedrijf zoals het onze, dat meteen resoluut de kaart van het elektrisch rijden heeft getrokken, valt het allemaal goed mee.”
DE ROECK.“Het goede aan de opgelegde elektrificatie voor bedrijfswagens vanaf 2026 is dat er op dat gebied tenminste duidelijkheid is gekomen. Ik hoop wel dat de regels die nu aangekondigd werden tot minstens 2035 behouden blijven. Wij hebben al in 2021 de stap naar full electric gezet. Niet helemaal vanuit een groene gedachte, maar vooral omdat we vandaag alle pijnpunten ervaren. Daardoor zijn we tegen 2026 helemaal klaar en hebben we alle ins en outs ontdekt over hoe om te gaan met de elektrische voertuigen.”
SWERTS. “Ook wij krijgen almaar meer vragen van onze klanten naar advies over aangepaste carpolicy’s en fiscaliteit. Het aankoopgedrag, de keuzes die gemaakt worden en het aanbod dat aan de medewerkers wordt gegeven, worden nu eenmaal het sterkst beïnvloed door de fiscale omgeving. Maar wat mij betreft is het sinds enige tijd wél duidelijk waar de overheid naartoe wil inzake mobiliteit. Er is intussen een ondubbelzinnig fiscaal plan en een heldere tijdslijn bekend waaraan bedrijven zich mogen verwachten.”
Fleetdossier
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier