Duitse familiebedrijven ontsloegen tijdens de zware recessie van 2009 minder mensen dan de bedrijven van de DAX, de 26 grootste beursgenoteerde bedrijven.
Tot die vaststelling komt het onderzoekscentrum voor de Middenstand van de universiteit van Mannheim. Professor Annegret Hauer deed het onderzoek. Ze vergeleek de resultaten van de top 500 familiebedrijven in Duitsland met die van de DAX-26. Eigenlijk is het DAX-30 (zeg maar de Duitse Bel-20), maar er werden vier beursgenoteerde familiebedrijven uitgefilterd: Beiersdorf en Henkel (cosmetica), Metro (winkels) en Merck (geneeskunde).
De grootste familiebedrijven in Duitsland zijn Schwarz Gruppe (Lidl), Robert Bosch en Metro (in tewerkstelling). In omzet staat Metro vooraan, voor opnieuw Schwarz-Gruppe en Aldi.
De beursgenoteerde ondernemingen dankten in 2009 bijna dubbel zoveel mensen af dan de familiale ondernemingen. Die top 500 van familiebedrijven staat voor 4,5 miljoen werknemers, en een omzet van 900 miljard euro. In de periode van 2006 tot 2010 groeide het aantal werknemers nog eens met 11 procent, of een half miljoen. Bij de DAX-26 ondernemingen bedroeg die groei slechts 60.000 banen, of twee procent.
Tot hier de goede punten. Maar Annegret Hauer wijst ook op een minpunt. De omzetgroei ligt lager bij de top 500 familiebedrijven. Met vier procent groei van 2006 tot 2010, konden de families niet op tegen de 8,5 procent omzetgroei van de DAX-26 bedrijven. Zelfs in het recessiejaar bleven die in omzet groeien, met drie procent, terwijl de familiebedrijven met een tiende in omzet krompen. (WR)
