Fa Quix (Fedustria): ‘De brexit is een verarming’

Fa Quix, topman Fedustria

De Belgische textiel-, hout- en meubelindustrie hoopt op een stevig herstel na de coronashock van 2020. Fa Quix, de topman van de sectorfederatie Fedustria, roept de overheden op om een robuust relanceplan uit te werken om zo veel mogelijk faillissementen te vermijden en banen te redden.

In goede tijden is de Belgische textielindustrie goed voor een omzet van 4,4 miljard euro, waarvan 80 procent van de export komt. In de sector zijn ongeveer 630 bedrijven actief met zo’n 19.700 werknemers. In het coronajaar 2020 stevent de textielindustrie af op een krimp van 10 procent. “Al in het eerste kwartaal is de omzet van de textielindustrie gedaald met 7 procent in vergelijking met het eerste kwartaal van 2019. In het eerste kwartaal werden we al geconfronteerd met een halve maand lockdown”, zegt Fa Quix, de directeur-generaal van Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie.

Voor het tweede kwartaal, in volle lockdown, zijn de cijfers dramatisch. De sectoromzet kromp met 27,4 procent. “April en mei waren zeer slecht. Gelukkig worden de cijfers getemperd door een redelijke maand juni”, duidt Quix. Hij zag de textielsector weer opveren in het derde kwartaal. “We zagen een heropleving van plus 1,5 procent tegenover het derde kwartaal van 2019.”

Rollercoaster

De omzet gaat op en neer als een rollercoaster. De coronapandemie bepaalt het tempo. “Het was een heel uitgesproken beweging: van een diepe inzinking naar een fors herstel. Voor het vierde kwartaal van 2020 verwachten we opnieuw een achteruitgang, maar die zal niet zo uitgesproken zijn. Oktober was een zeer goede maand, maar in november hadden we de tweede lockdown. In december zijn Nederland en Duitsland, twee belangrijke markten voor onze sector, in lockdown gegaan. Het resultaat zal zeker minder goed zijn dan we aanvankelijk hadden gedacht”, stelt Fa Quix. Volgens een Fedustria-enquête gaat de sector er met 5 procent op achteruit in het laatste kwartaal van 2020, al worden grote verschillen tussen de bedrijven gerapporteerd.

“De coronacrisis heeft de verschillen tussen de bedrijven enorm vergroot. Ongeveer een kwart van de textiel- en meubelbedrijven zegt dat de activiteit in 2020 zal dalen met minstens 20 procent. Een vijfde van de bedrijven verwacht een stijging van 20 procent, en 15 procent spreekt van een stabilisatie”, zegt Quix. De extreme verschillen zijn niet toe te wijzen aan bepaalde sectoren, het gaat eerder om producten, markten en de timing van de lockdowns in de exportmarkten. “Bedrijven die sterk op de Franse markt focussen, hebben geleden onder de strenge lockdown daar. Wie veel met het Verenigd Koninkrijk zaken doet, deed het niet slecht in het najaar. De Britten hebben veel soepeler gereageerd en de winkels bleven er open. Als je markt toevallig daar is waar de winkels open zijn en de consumptie blijft draaien, dan doe je goede zaken”, stelt Fa Quix.

Medisch textiel

Fedustria probeerde de binnenlandse vraag aan te zwengelen met een ludieke mediacampagne die de Belgen opriep te investeren in hun interieur. Een uitgeleefde zetel, niet meer zo hippe meubelen, een te klein thuisbureau, een piepende ingemaakte kast, een versleten vloerkleed… het zijn maar enkele voorbeelden van interieurproducten die weleens aan vernieuwing toe zouden kunnen zijn. De federatie riep de consument op de Belgische producenten, interieurbouwers en merken een hart onder de riem te steken. “Mensen besteden meer tijd thuis en willen het gezellig maken. Bovendien is er ook budget dat niet besteed is omdat er minder is uitgegeven aan vakanties, restaurantbezoeken en vrije tijd”, weet Quix.

Ook de hele aanvoerketen rond medisch textiel, mondmaskers, chirurgische pakken, beschermkledij voor verpleegkundigen, enzovoort doet het goed in coronatijd. “Alles wat naar de zorg gaat, heeft het goed gedaan”, zegt Fa Quix. Andere niches leden dan weer zwaar onder de pandemie. “Beurstapijt ligt helemaal plat, textielproducten voor de automotive industrie doen het ook niet goed. Het gaat om goede producten en sterke bedrijven, maar de markten slabakken.” In de niche van het technisch textiel gaat het globaal gezien goed. De curve is minder diep gezakt door de coronacrisis, maar het herstel verloopt wel traag. “Technisch textiel zit nog altijd niet op het niveau van voor de coronacrisis. De tapijtindustrie, die veel dieper is gezakt in het tweede kwartaal, kwam in september en oktober al boven het niveau van 2019 uit”, weet Quix.

Fors herstel

Fedustria schat dat de coronacrisis tussen de vijfhonderd en duizend banen zal kosten op termijn. Tot op vandaag is van herstructureringen of banenverlies nog geen sprake. Dankzij de massaal ingevoerde tijdelijke werkloosheid is er nog geen nood om drastisch in te grijpen. “De tijdelijke werkloosheid is heel belangrijk voor de maakindustrie. 66 procent van onze bedrijven zal er nog een beroep op moeten doen in de eerste maanden van 2021”, denkt Fa Quix. Op het dieptepunt van de crisis, in april, was 60 procent van alle werknemers in de textielsector in tijdelijke werkloosheid. In juli was dat percentage al gezakt naar 10 procent.

“Zodra het beter gaat, wordt dat instrument snel losgelaten. Het is een zeer flexibel systeem, uitstekend om crisissen op te vangen. En wanneer er werk is, worden de mensen teruggeroepen.” Voor Fedustria moeten de crisismaatregelen blijven tot medio 2021. De federatie verwijst in eerste instantie naar de algemene toepassing van de tijdelijke werkloosheid wegens corona-overmacht voor arbeiders en bedienden, opnieuw zonder voorafgaande voorwaarden.

De topman van Fedustria verwacht niet meteen grote ontslagrondes in de sector. “Uit onze enquêtes geeft 60 procent van onze leden aan dat ze geen werknemers zullen moeten ontslaan. 40 procent denkt van wel. En van die 40 procent stelt de grote meerderheid dat het aantal ontslagen beperkt zal blijven tot maximaal 10 procent van het personeelsbestand.”

Een tiende van de bevraagde bedrijven stelt dat ze toch meer dan 10 procent van de werknemers zullen moeten laten afvloeien. De textiliens verwachten dat hun productie in de loop van 2021 weer op een normaal peil zal draaien. “Ze verwachten een forse herneming vanaf het tweede kwartaal. Het eerste kwartaal zal nog moeilijk zijn. We verwachten een krimp van 2,5 procent. Het hangt af van hoe hard de lockdownmaatregelen zullen zijn. Als de winkels weer dicht moeten, zullen we dieper zakken in het eerste kwartaal”, voorspelt Quix.

De productieketen hangt aan elkaar. Tijdens de tweede lockdown in het najaar van 2020 mochten de fabrieken openblijven en moesten de niet-essentiële winkels dicht. “Dat is inconsequent”, oordeelt Fa Quix. “Fabrieken draaien niet als de winkels dicht zijn. Aan wie moeten ze hun productie verkopen? De niet-essentiële winkels hadden nooit gesloten mogen worden. Ze kunnen perfect werken volgens de regels.” Op basis van cijfers van de handelsfederatie Comeos heeft de detailhandel in november 2,5 miljard euro omzet gemist, 100 miljoen per winkeldag.

Robuust relanceplan

Om de economie aan te zwengelen, zo veel mogelijk faillissementen te vermijden en banen te redden, rekent Fedustria op een robuust relanceplan van de overheden. De federatie pleit onder andere voor een verhoging van de overheidsinvesteringen van 2,5 procent naar 4,5 procent van het bruto binnenlands product. “Onze bedrijven verwachten ook een zo normaal mogelijke businessomgeving en fiscale incentives om investeringen te doen. Dat kan door verhoogde afschrijvingen bijvoorbeeld”, zegt Fa Quix.

Zonder steunmaatregelen dreigen de investeringen stil te vallen. Meer dan een vijfde van de Fedustria-bedrijven zegt nu al dat ze geplande investeringen moeten uitstellen. En van uitstel kan afstel komen. “Ook de innovatie-inspanningen van de bedrijven moeten extra worden aangemoedigd, door hogere steunpercentages voor onderzoek & ontwikkeling, zowel voor individuele als voor collectieve innovatieprojecten”, stelt Quix.

Een meevaller in het coronajaar was het handelsakkoord dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie op de valreep afsloten. Met de deal worden invoerrechten en handelsquota vermeden. “Voor de textielsector spreek je toch over invoerrechten van 8 procent. Dat is belangrijk. De grootste getroffen groep bedrijven is actief in interieurtextiel met vasttapijt, meubelstoffen, decoratiestoffen en matrastijk. Het Verenigd Koninkrijk is hun belangrijkste exportmarkt, goed voor 600 miljoen euro of een kwart van de omzet”, duidt Quix. In de aanloop naar de deadline van eind 2020 zijn voorraden opgebouwd, wat betekent dat er in het eerste kwartaal van 2021 een terugval zal zijn. Die komt boven op een nieuwe virusvariant, die hard toeslaat in het VK.

“We denken dat er zelfs met deze deal een verschuiving zal optreden tussen de leveranciers. Kleinere spelers zullen afhaken, omdat uitvoeren naar het VK te complex wordt. Voor sommige bedrijven is het sop de kool niet meer waard”, zegt Fa Quix. Hij ziet de Britse markt in recessie gaan, en dat is in het voordeel van goedkopere concurrenten uit Turkije of het Verre Oosten. “We gaan ervan uit dat de Britse markt zal afzien in 2021. De brexit is een verarming. De vraag zal lager zijn dan normaal. De Britse consument zal er op achteruitgaan. Men verwacht een miljoen minder banen in het VK dit jaar. Dat zullen we voelen. Misschien wordt het tegen de zomer beter, als de situatie wat gestabiliseerd is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content