Exclusief interview met Engie-voorzitter Jean-Pierre Clamadieu: ‘We willen niet meer horen dat Engie gewoon veel geld wil verdienen aan kernenergie’

JEAN-PIERRE CLAMADIEU “We beschouwen België als onze thuis, en we zijn Belg als we naar de Belgische thema’s kijken.” © National
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Elk akkoord over onze kerncentrales en bijgevolg over de leveringszekerheid van elektriciteit in België, passeert langs Jean-Pierre Clamadieu. De voormalige CEO van het Belgische Solvay is sinds 2018 de voorzitter van Engie, de hoofdrolspeler in het Belgische energielandschap. “We hebben de keuze gemaakt om volop voor hernieuwbare energie te gaan. Maar we nemen in België onze verantwoordelijkheid voor kernenergie.”

In de majestueuze Engie Tour 1 in de Parijse kantorenwijk La Défense wordt mee de toekomst van onze energievoorziening bepaald. Engie is niet enkel de uitbater van onze kerncentrales in Doel en Tihange, het ontwikkelt zich ook tot een reus in hernieuwbare energie en waterstof. Engie, dat in een ver verleden de Belgische energiebedrijven Electrabel en Tractebel inlijfde, zal bijgevolg ook op lange termijn mee zijn stempel drukken op de energievoorziening in ons land. Al zuigt de jarenlange heisa over het verlengen van de levensduur van kernreactoren alle aandacht naar zich toe. Over de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 is een ontwerpovereenkomst ondertekend, maar voor een definitief akkoord moeten Engie en de overheid nog een compromis vinden over de miljardenfactuur van de berging van de bestraalde splijtstof. Wat andere reactoren betreft, is het water nog heel diep, blijkt uit een exclusief interview met Jean-Pierre Clamadieu, die sinds 2018 de voorzitter van Engie is.

In tegenstelling tot in andere industrieën zijn er geen shortcuts in kernenergie. Dat is een realiteit die politieke leiders helaas niet altijd begrijpen

Sta ons toe even terug te blikken: begin 2019 was u de keynotespeaker op de uitreiking van de Trends Manager van het Jaar. U riep toenmalig premier Charles Michel (MR) op om snel duidelijkheid te scheppen over de nucleaire strategie van België. We zijn vier jaar later…

JEAN-PIERRE CLAMADIEU. “Ik was toen nog even CEO van Solvay, maar was een jaar eerder al voorzitter van Engie geworden. Het was een vrij lastige periode, met grote operationele problemen bij onze kerncentrales. Charles Michel sprak me vanaf het podium rechtstreeks aan en zei: ‘Als meneer Clamadieu zijn werk doet, zal er elektriciteit zijn’ (lacht). Ik had toen al eerder gezegd dat we vijf jaar nodig hadden om een verlenging van kerncentrales voor te bereiden. 2025 min vijf jaar is 2020, dus zei ik dat er snel moest worden beslist. Ik begrijp uiteraard dat de complexe politieke situatie in België het moeilijk maakt om beslissingen te nemen over kwesties als de nucleaire uitbreiding. Maar in tegenstelling tot in andere industrieën zijn er geen shortcuts in kernenergie. Dat is een realiteit die politieke leiders helaas niet altijd begrijpen.”

U schreef begin 2021 in een brief aan de regering dat het onmogelijk was de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 nog te verlengen. En zie nu?

CLAMADIEU. “Ja, maar het akkoord zegt duidelijk dat verlengen enige tijd zal vergen. Zelfs als we alle mogelijke inspanningen doen, is vandaag het meest ambitieuze doel november 2026. En misschien wordt het 2027.”

Welke voorwaarden moeten zijn vervuld om een definitief akkoord over de verlenging te sluiten?

CLAMADIEU. “De onderhandelingen worden geleid door Catherine MacGregor, onze CEO, en Thierry Saegeman (de CEO van de Belgische tak Electrabel, nvdr). Op bepaalde momenten kan ik tussenbeide komen in de discussie met eerste minister Alexander De Croo en minister van Energie Tinne Van der Straeten.”

“We zijn bereid de levensduur van twee kerncentrales te verlengen, op twee belangrijke voorwaarden. We willen dat de belangen van Engie en de Belgische overheid gelijklopen. We willen de risico’s en de kansen delen. Die voorwaarde wordt vervuld met de oprichting van een joint venture die eigenaar van de verlengde kerncentrales zal zijn. We willen niet meer horen dat Engie gewoon veel geld wil verdienen aan kernenergie. Daarnaast willen we meer duidelijkheid over het beheer van het nucleaire afval, omdat de onzekerheid daarover groot is. Het gaat om enorme bedragen. Het moet mogelijk zijn ons te zeggen: voilà, zoveel zal het kosten.”

In ruil voor het verlengen van de kerncentrales wilt u een maximumfactuur voor de berging van het nucleaire afval. Hebt u een bedrag in gedachten?

CLAMADIEU. “U begrijpt dat ik het niet kan noemen. Het gaat om heel hoge bedragen. Vergeet niet dat voor 14,7 miljard euro nucleaire provisies (voor de ontmanteling van de kerncentrales en het eindbeheer van de verbruikte splijtstof, nvdr) zijn aangelegd. De Commissie voor Nucleaire Voorzieningen (CNV) voegde daar eind 2022 in een nieuwe raming nog 3,3 miljard aan toe, die we trouwens betwisten. Dat maakt ruim 18 miljard. We kunnen geen situatie accepteren die het voor Engie onmogelijk maakt zijn strategie te ontwikkelen, inclusief in België. Het spreekt voor zich dat onderhandelingen met zo’n hoge inzet complex zijn.”

JEAN-PIERRE CLAMADIEU “De levensduur van die andere centrales op korte termijn verlengen lijkt mij in dit stadium heel problematisch.”
JEAN-PIERRE CLAMADIEU “De levensduur van die andere centrales op korte termijn verlengen lijkt mij in dit stadium heel problematisch.” © National

Een finaal akkoord hangt dus af van het bedrag?

CLAMADIEU. “Uiteraard. Een aanvaardbaar bedrag is essentieel.”

In de Franse media werd gesproken over 20 miljard euro?

CLAMADIEU. “Ik geef geen enkele commentaar op bedragen. We hebben uiteraard een visie op wat mogelijk is en wat niet, maar we moeten eerst onderhandelen, en als ik nu in Trends al het einddoel zou bekendmaken…”

Maar als er geen akkoord komt, kan de CNV de provisies om de drie jaar voort verhogen?

CLAMADIEU. “Zeker. Daarom lijkt het ons ook redelijk een duidelijk zicht te hebben op het bedrag van die provisies. Maar opnieuw: niet alles is mogelijk.”

Dat de Belgische regering vroeg om Doel 4 en Tihange 3 te verlengen, was voor Engie toch een gouden kans om een maximumfactuur te vragen?

CLAMADIEU. “Zo zou ik het niet zeggen. Onze strategie was duidelijk. We waren ons aan het voorbereiden op de volledige stopzetting van onze activiteiten als nucleaire exploitant in 2025. Toen de regering een verlenging vroeg, gaven we gewoon onze voorwaarden om voort te gaan.”

Maar kerncentrales zijn toch interessant om uit te baten, met deze hoge elektriciteitsprijzen?

CLAMADIEU. “Ja, maar tezelfdertijd heb je ook die specifieke belastingen. Sommige hebben een stevige impact op een deel van ons resultaat. De afgelopen twee jaar presteerden de centrales heel sterk en waren ze heel betrouwbaar. Maar de mensen hebben waarschijnlijk niet gemerkt dat we ook geld hebben verloren toen de prestaties moeilijker waren of de prijzen te laag waren. Bij de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 gaat het voor Engie niet meer om winstmaximalisatie, maar om verantwoordelijkheid en bijdragen tot de bevoorradingszekerheid. Wij zitten echt in de logica van het delen van risico’s en kansen met de overheid.”

We spreken over Doel 4 en Tihange 3, maar België zou ook willen vragen of een verlenging van de drie oudste centrales, Doel 1 en 2 en Tihange 1, kan worden bestudeerd?

CLAMADIEU. “Ik heb dat vernomen in de pers.”

Is het mogelijk?

CLAMADIEU. “We zien in dit stadium niet goed binnen welk regelgevend kader dat mogelijk is. De levensduur van die andere centrales op korte termijn verlengen lijkt mij in dit stadium heel problematisch. Ik wil niet dat dat de prioriteit van de komende weken wordt. Nadien kunnen we ons misschien andere vragen stellen.”

Mogen we zeggen dat nooit iemand uw geduld zo op de proef heeft gesteld als de Belgische regering?

CLAMADIEU. “Ik heb veel geduld (lacht). Voor alle duidelijkheid: we beschouwen België als onze thuis, en we zijn Belg als we naar de Belgische thema’s kijken. Maar het is ingewikkeld een private onderneming te zijn die nucleaire activa beheert. Daarom zeg ik: laten we ons concentreren op de verlenging met tien jaar. Dat laat voor België een oplossing toe voor de bevoorrading op middellange termijn. We nemen in België onze verantwoordelijkheid op voor kernenergie. Zodra we een akkoord bereikt hebben, zal de machine van Engie op volle toeren draaien om ervoor te zorgen dat de levensduurverlenging van de kerncentrales zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd.”

Is er een kans dat Frankrijk ook het Belgische nucleaire afval bergt? Dat zou een veel goedkopere oplossing zijn?

CLAMADIEU. “Een Europese aanpak van de nucleaire veiligheid en de berging van het afval zou veel efficiënter zijn. Politiek is dat echter heel moeilijk om uit te voeren. Het is frappant om te zien dat in de luchtvaart er wel een Europese autoriteit is die de veiligheid bewaakt, terwijl de luchtvaart en kernenergie dezelfde lage acceptatiegraad van incidenten hebben. In kernenergie heeft elk Europees land een eigen veiligheidswaakhond en een eigen plan voor het beheer van het nucleaire afval.”

Wat is de strategie van Engie?

CLAMADIEU. “Die is eenvoudig opgebouwd rond vier kernactiviteiten. In de eerste plaats versnellen we onze groei in hernieuwbare energie. We hebben de ambitie daarin een wereldleider te worden, zowel voor elektriciteit als voor gas, met de ontwikkeling van hernieuwbaar gas. Vandaar ook onze interesse voor biogas op korte termijn en waterstof op lange termijn.

“Onze tweede poot bestaat uit systemen die de stabiliteit van het elektriciteitsnet verbeteren. Dat gaat om investeringen in batterijparken en gascentrales die een flexibele productie mogelijk maken als dat nodig is. Die centrales draaien minder uren en hebben vaak, zoals in België, een capaciteitssteunmechanisme nodig. De investering in de nieuwe aardgascentrale in Flémalle blijft onder meer interessant, ook als de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar wordt verlengd. In Europa hebben we een grote behoefte aan flexibele productiecapaciteit als back-up.

“Een derde metier is de ontwikkeling van decentrale infrastructuren. Het gaat om de bouw van warmtenetten of investeringen die we bij bedrijven doen om hen te helpen bij hun energietransitie. Tot slot blijven we onze netwerken uitbaten, met het aardgasnetwerk in Frankrijk als belangrijkste actief. Ook in Brazilië baten we een groot energienetwerk uit. Die infrastructuur heeft een toekomst. Nu gaat er fossiele brandstof door de leidingen, maar straks kan dezelfde infrastructuur dienstdoen om biogas en waterstof te transporteren.

“We willen van Engie een meer industriële groep maken. In het verleden benaderden we onze activiteiten te veel vanuit een financieel oogpunt. Het is goed de financieringskosten van een project zo laag mogelijk te houden, maar het is nog belangrijker het project goed te ontwerpen, te realiseren en te exploiteren. Dat streven naar industriële optimalisatie maakt van Engie een van de meest performante spelers in hernieuwbare energie.”

Kernenergie maakt geen deel meer uit van die strategie?

CLAMADIEU. “Nee, omdat we een heel kleine nucleaire speler zijn, zeker vergeleken met grote buur EDF. In het verleden wilden sommigen van Engie een nucleaire speler maken, maar de Franse overheid (met 33% van de stemrechten ook de grootste aandeelhouder van Engie, nvdr) besliste dat kernenergie voor EDF was. Nu is Engie een kleine speler in een technologie, drukwaterreactoren, die zonder twijfel in de laatste fase van haar levenscyclus zit. Je kunt de levensduur van onze kerncentrales verlengen met tien jaar of misschien nog iets meer, maar die centrales hebben een beperkte levensduur. We hebben ook niet geïnvesteerd in andere kernenergietechnologie. We hebben de keuze gemaakt om volop voor hernieuwbare energie te gaan.”

We willen dat de belangen van Engie en de Belgische overheid gelijklopen. We willen de risico’s en de kansen delen

Hebben de beleggers die strategie al voldoende begrepen? De beurskoers is in verhouding tot de vrij stabiele resultaten behoorlijk laag.

CLAMADIEU. “We geven geen commentaar over de aandelenkoers, maar het is een feit dat we inspanningen moeten blijven leveren om beleggers te overtuigen. Sinds de komst van Catherine MacGregor als CEO hebben we al heel veel vooruitgang geboekt in de uitvoering van onze strategie. De resultaten zijn zichtbaar. De crisis van 2022 had een grote impact kunnen hebben op onze resultaten, maar Engie is behendig geweest en heeft op een opmerkelijke wijze de stopzetting van Russische toeleveringscontracten van aardgas en de transformatie van het Europese energiesysteem verteerd.”

Wat denkt u van het Amerikaanse offensief in hernieuwbare energie? Met de Inflation Reduction Act (IRA) maken de VS 3.669 miljard dollar vrij aan subsidies en belastingvoordelen.

CLAMADIEU. “De Amerikaanse markt is belangrijk voor Engie. De Verenigde Staten bieden met een krachtig en eenvoudig beleid de nodige zekerheid om onze investeringen daar voort te zetten. Belastingvoordelen voor waterstof bijvoorbeeld maken de ontwikkeling van bepaalde projecten mogelijk. Voor de Europese industrie is dat een uitdaging. Hier verzandt de energietransitie nog te vaak in regels. De Europese Unie verliest tijd met discussies over wanneer de productie van waterstof groen, blauw of paars is. Ik adviseer onze beleidsmakers een Europees antwoord te geven op de IRA dat krachtig en eenvoudig is. De Europese industriële Green Deal die op tafel ligt, is onvoldoende. Die opent mogelijkheden voor de lidstaten, maar niet elk land heeft dezelfde budgettaire mogelijkheden. Een Europese reactie lijkt me geloofwaardiger. De projecten die de VS ontwikkelen in hernieuwbare energie zijn indrukwekkend. Wij moeten ook een versnelling plaatsen, maar het gebrek aan publieke steun houdt ons tegen.”

© National

Energie is in Europa een stuk duurder dan in de Verenigde Staten. In welke mate is dat een handicap voor de Europese industrie en economie?

CLAMADIEU. “De productie van meststoffen is vorig jaar met 60 tot 80 procent gedaald, omdat die activiteit niet meer rendabel was. Als ik BASF hoor zeggen dat de voorwaarden niet meer vervuld zijn om te investeren in Europa en dat het bedrijf de blik richt naar de Verenigde Staten en China, is dat een verontrustende boodschap.

“Een performant energiebeleid moet zich inschrijven in de driehoek van decarbonisatie, bevoorradingszekerheid en betaalbaarheid. De voorbije vijf jaar hebben we ons in Europa vooral met decarbonisatie beziggehouden. We hebben de aspecten van de bevoorradingszekerheid en competitieve prijzen verwaarloosd, want die vonden we vanzelfsprekend. De oorlog in Oekraïne dwingt ons opnieuw naar de volledige driehoek te kijken. De grootste risico’s van de bevoorradingszekerheid liggen sinds enkele maanden achter ons. Nu kampen we nog met hoge energieprijzen. De aardgasprijs is in Europa nog altijd drie tot vier keer hoger dan in de Verenigde Staten. Tegelijk mag je de decarbonisatie niet uit het oog verliezen, want voor Europa is er maar één manier om de energieonafhankelijkheid te versterken. Dat lukt enkel met investeringen in koolstofvrije energie. Dat kan met kernenergie in landen waar dat mogelijk is, en met hernieuwbare energie in heel Europa. Zonder kernenergie lukt het niet om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad. Kernenergie moet goed zijn voor ongeveer 20 à 25 procent van de mondiale elektriciteitsproductie om de klimaatakkoorden van Parijs te kunnen uitvoeren.

“Vandaag is niet geld maar een traag vergunningsbeleid de flessenhals om hernieuwbare energie uit te bouwen in Europa. De procedures moeten sneller. Het vergt in Europa meer tijd om een vergunning te krijgen voor een zonnepark of een windpark op land dan om het project te bouwen. Heel wat spelers, waaronder Engie, zijn klaar om te investeren, maar worden afgeremd door de complexe reglementen en de lage acceptatiegraad van de bevolking op plekken waar hernieuwbare energie kan komen. We moeten de mensen duidelijk maken dat we moeten investeren in de klimaattransitie en dat dat gepaard gaat met projecten die in het landschap verschijnen, als die op een verantwoordelijke manier worden ontwikkeld.”

Tot slot, u hebt Rhodia en Solvay geherstructureerd als CEO. Nu tekent u mee de nieuwe strategie van Engie uit als voorzitter. Wat is het moeilijkste?

CLAMADIEU. “Bij Rhodia ging het om overleven en was vernieuwing dus een must. Bij het stabiele Solvay vroeg het meer overtuigingskracht om een transformatie op de rails te zetten. Bij Engie moest de strategie uitgeklaard worden. De groep meende veel te doen op veel markten, waardoor ze nergens uitblonk. De uitdaging was op een aantal prioriteiten te focussen en onze geografische aanwezigheid te vereenvoudigen. In een wereld die geteisterd wordt door crisissen die elkaar snel opvolgen, moet je als bedrijf wendbaar zijn. Op het Wereld Economisch Forum waren de eerste gesprekken somber gestemd. Maar na enkele gesprekken kwamen enkele positieve punten naar voren. In Europa daalde het aardgasverbruik van de zware industrie afgelopen zomer met 30 procent. Ik dacht dat een zware recessie onafwendbaar was, maar de klap werd grotendeels opgevangen door een ongelooflijk aanpassingsvermogen van de bedrijven. Als bedrijfsleider moet je die wendbaarheid uitdragen en verdedigen.”

Engie plaatst versnelling in transitie

Het bewogen energiejaar 2022 legde Engie geen windeieren. De courante nettowinst steeg met maar liefst 78 procent tot 5,2 miljard euro, onder meer dankzij de hoge energieprijzen en de sterke volatiliteit op de energiemarkten, waardoor Engie de gascontracten in portefeuille optimaal kon verzilveren. Die uitzonderlijke resultaten zijn de volgende jaren niet meteen voor herhaling vatbaar, maar toch is de onderliggende trend van de resultaten positief. Voor 2023 rekent de groep op een courante nettowinst van 3,4 à 4 miljard euro, stijgend naar 4,1 à 4,7 miljard euro tegen 2025.

De strategische keuze van enkele jaren geleden om volop in te zetten op de klimaattransitie en de groep operationeel sterk te vereenvoudigen vertaalt zich dus eindelijk in betere resultaten. De beurskoers weerspiegelt die transformatie nog niet volledig, valt bij Engie te horen. “Het is tijd om onze transitie te versnellen”, zei CEO Catherine MacGregor bij de presentatie van de jaarcijfers. De focus schuift nog meer naar de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Engie verhoogt het investeringsbudget voor groeiprojecten naar 22 tot 25 miljard euro in de periode 2023-2025, waarvan 14 miljard euro bestemd is voor groene energie. De groep heeft voor 80 gigawatt aan projecten in de pijplijn, wat ruim voldoende is om tegen 2025 over 50 gigawatt aan hernieuwbare energie te beschikken. Tegen 2030 moet dat 80 gigawatt worden. Engie zet ook in op aardgas, biogas en waterstof die als flexibele energiebronnen heel complementair zijn met hernieuwbare energie.

“Zonder aardgas lukt de transitie niet”, zegt Catherine MacGregor. Het management herhaalde dat kernenergie geen deel meer uitmaakt van deze strategie. Dat impliceert dat de groep geen grote bedragen meer investeert in kernenergie, waarbij de prioriteit is de risico’s te beperken of te plafonneren.

Bio

· Geboren in 1958 in Lyon

· Studie mijnbouwingenieur in Parijs

· Werkt negen jaar in overheidsdienst, eerst op het ministerie voor Industrie, daarna als technisch adviseur van de minister van Werk

· 1993: aan de slag bij Rhône-Poulenc, het moederbedrijf van Rhodia

· 1996: algemeen directeur chemie Latijns-Amerika bij Rhodia, gevolgd door andere directieposten

· 2003: algemeen directeur Rhodia

· 2008: CEO Rhodia

· 2011: belandt bij Solvay door de overname van Rhodia

· 2012-2019: CEO Solvay

· 2018: voorzitter Engie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content