Bij de internationale spoorwegmaatschappij Eurostar rijzen intern grote vragen bij de hoge Belgische loonkosten. Volgens welingelichte bron wil CEO Nicolas Petrovic dat nijpende probleem aanpakken.
Petrovic, die de totale kosten van zijn maatschappij onder controle wil houden, schat het verschil in loonkosten tussen een Belg enerzijds en een Brit of een Fransman anderzijds, op circa 20 procent voor een gelijkaardige functie.
Voor de Belgische werknemers van Eurostar kan dat betekenen dat bij vervangingen of nieuwe aanwervingen eerder zal worden gekozen voor een Brit of een Fransman dan voor een Belg. Eurostar geeft geen commentaar.
Eurostar, opgericht in 1994, verzekert hoofdzakelijk het passagiersvervoer tussen Londen, Parijs en Brussel, met ook de Noord-Franse stad Rijsel als belangrijk knooppunt. Jaarlijks maken zo’n 10 miljoen mensen gebruik van die spoorwegverbinding. De NMBS is een van de partners in Eurostar, zij het als minderheidsaandeelhouder (5%).
Het aantal Belgische werknemers is relatief beperkt. Eurostar weigert te zeggen hoeveel Belgen er op de betaalrol staan, maar het gaat vermoedelijk om hooguit enkele honderden. De grote meerderheid van de 3000 werknemers bestaat uit Britten (Eurostar heeft zijn hoofdkwartier in Londen) en Fransen (de SNCF is meerderheidsaandeelhouder). (K.C.)
