Estse start-up Bolt is de luis in de pels van Uber

MARTIN EN MARKUS VILLIG "Het stedelijke transport is armzalig georganiseerd."

De Estse start-up Bolt legt Uber het vuur aan de schenen met lage tarieven voor passagiers en hogere winstmarges voor taxichauffeurs. In Oost-Europa en Afrika zet Bolt z’n voet al naast die van Uber.

Op feestjes zijn er twee types gasten. De vroege vogels die op de deur kloppen wanneer de gastheer nog onder de douche staat, en de laatkomers die een gat in de nacht arriveren. Uber is van de eerste soort. Het valt met veel bravoure markten binnen, zwaait met grof advertentiegeld en poogt als eerste potentiële klanten de pap in de mond te geven. Bolt, de Estse tegenhanger van Uber, kijkt eerst de kat uit de boom. Daarna stapt het de arena in met betere voorwaarden. En dat werkt. Twee jaar geleden was Uber nog de eerste keuze in Polen en Kenia. Anno 2019 heeft Bolt die positie overgenomen.

Bolt is het geesteskind van de Estse broers Markus (25) en Martin Villig (40). Als scholier knutselde Markus websites in elkaar voor bedrijven in Tallinn, de hoofdstad van Estland. Martin werkte voor Skype en vertelde aan de familietafel hoe moeilijk het was een taxi vast te krijgen tijdens een trip naar Kiev. Markus, toen 19, wilde prompt een onlineplatform bouwen dat alle taxibedrijven in Tallinn overkoepelde. Geen kat in Estland had al van Uber gehoord. Aan de haltes klopte de jongste Villig op de raampjes van de chauffeurs met de vraag zich aan te sluiten. De meesten waren meer geïnteresseerd in hun kruiswoordraadsels.

Nu leidt Bolt honderdduizenden ritten per jaar in goede banen in Tallinn, een van de meer dan 100 steden in 30 landen waar de app actief is. “Wereldwijd hebben we 25 miljoen gebruikers”, zegt Martin Villig. Dankzij investeringen van Didi Chuxing, het Chinese antwoord op Uber, en Daimler steeg de waarde van Bolt in 2018 boven een miljard dollar. Estland heeft zo een vierde eenhoorn, een niet-beursgenoteerde start-up met een geschatte waarde van meer dan een miljard dollar. Markus Villig is een van de jongste ondernemers aan het hoofd van een eenhoorn.

Volgens de technologiesite TechCrunch haalt Bolt op dit moment vers geld op.

Zuinigheid

Volgens de Britse zakenkrant Financial Times is Bolt het op twee na snelst groeiende bedrijf in Europa. Tussen 2014 en 2017 zijn de inkomsten van Bolt met 12.231 procent gestegen. Hoe zijn de Esten in die hausse terechtgekomen? Door zuinig te zijn. Bolt is niet geïnteresseerd in duur onderzoek naar autonome auto’s, waar Uber al minstens 2 miljard dollar aan heeft besteed. Het wacht liever af hoe de technologie evolueert om later een wagonnetje aan te hangen. Bolt investeert wel in het verbeteren van route-instructies. Het helpt ook dat een ingenieur in Estland een fractie kost van eentje in het Californische Silicon Valley.

Zuinigheid is volgens Martin Villig de enige manier om zulke scherpe voorwaarden te bieden. Bolt roomt 15 procent af van elke rit, Uber het dubbele. Toch slaagt Bolt erin goedkopere tarieven aan te bieden. Martin Villig: “We gaan erg omzichtig te werk bij de lancering van de app in een nieuwe stad. We kijken naar de marktgrootte, de regelgeving en het potentieel voor gezonde concurrentie. Met Facebook-advertenties peilen we de interesse van chauffeurs.”

Privéauto

Net als Uber verliest Bolt nog geld, één op de tien dollar die het verdient aan passagierstarieven. Dat is een pak minder dan de concurrentie. De broers maken zich sterk dat Bolt break-even draait zodra het stopt met investeren. Zover is het nog niet. Net als Uber breidt Bolt z’n activiteiten uit. Daarom gaf het dit jaar z’n vorige naam, Taxify, op. Het wil meer zijn dan een simpele taxiverdeler. Bolt wil oplossingen aanbiedingen om van punt A naar punt B te geraken in een stad, of dat nu met de auto, de step, de fiets of het openbaar vervoer is.

“Het stedelijke transport is armzalig georganiseerd”, meent Martin Villig. “Veel steden hebben meer dan acht parkeerplaatsen per auto, terwijl de meeste van die voertuigen slechts 5 procent van de tijd worden gebruikt.” Meer mensen zullen hun vervuilende voertuigen aan de kant schuiven en toegankelijkheid boven het privébezit van een auto verkiezen. Zoals CEO Markus Villig, die geen rijbewijs heeft. “Hij verwacht dat persoonlijke auto’s snel iets van het verleden zullen worden”, zegt zijn broer. Ritten op aanvraag maken 4 procent van onze verplaatsingen in de stad uit, maar dat zal volgens Bolt tegen 2028 stijgen naar 28 procent. Voor kortere afstanden zullen we steeds vaker kiezen voor elektrische deelfietsen en -steps. Het moet efficiënter, gebruiksvriendelijker en groener. “Laten we eerlijk zijn, een auto van twee ton is zelden de beste manier om één persoon te vervoeren in een stad. In de toekomst wil Bolt allerlei opties combineren met informatie over routes van het openbaar vervoer. We zullen altijd de beste manier aanbevelen om je op je bestemming te krijgen.”

MARKUS VILLIG De CEO van Bolt is een van de jongste ondernemers aan het hoofd van een eenhoorn.
MARKUS VILLIG De CEO van Bolt is een van de jongste ondernemers aan het hoofd van een eenhoorn.

Afrika

Dat maakt Afrika zo’n aantrekkelijk strijdterrein. Er zijn minder auto’s en het openbaar vervoer is er slecht geregeld. Relatief weinig Afrikanen bezitten een auto, waardoor ze het westerse model van eigenaarschap mogelijk grotendeels overslaan. “Naast Europa vormt Afrika onze thuismarkt. Die kennen we als onze broekzak. We hopen er als eerste lokale oplossingen te vinden.” Zo kunnen Kenianen hun rit afrekenen met M-Pesa, een populaire betalingsmethode, en zet Bolt in Afrika motortaxi’s en riksja’s in.

Afrika is goed voor de helft van de inkomsten van Bolt. De Esten zijn de marktleider in Nigeria en Kenia en volgen op korte afstand van Uber in Zuid-Afrika, Ghana, Oeganda en Tanzania. Ook in Oost-Europa heeft Bolt een voet aan de grond. In de Baltische staten, Hongarije, Slowakije en Polen hebben meer mensen Bolt dan Uber op hun telefoon staan. Op die markten zet Uber traditioneel niet de grote kanonnen in. Volgens Villig zullen overal regionale kampioenen _opstaan om hun deel van de Uber-koek op te eisen (zie kader De concurrenten van Uber).

Het afgelopen halfjaar lanceerde Bolt z’n app in Zweden, Kroatië, Finland en Rusland. Sinds juni doet het een nieuwe poging om Uber frontaal aan te vallen in Londen. Na enkele dagen had het al 50.000 chauffeurs overtuigd met straffe promoties. Landen als Spanje, Duitsland en België blijven nog onontgonnen terrein, maar hoelang nog? “In vele Europese landen is de markt al geopend voor concurrentie”, zegt Martin Villig. “We zijn optimistisch dat het binnenkort ook in België het geval zal zijn.”

De concurrenten van Uber

Niet enkel Bolt tracht Uber het leven zuur te maken. Overal verschijnen concurrenten die stokken in de wielen van Uber willen steken.

In China zwaait DiDi Chuxing de plak. In 2016 vertrok Uber er met de staart tussen de benen en verkocht het zijn lokale poot aan DiDi. Sindsdien heeft DiDi een monopolie in China – 400 miljoen gebruikers in 400 steden – en breidde het z’n activiteiten uit buiten Azië.

In Zuid- oost-Azië is het Singaporese Grab de ongekroonde koning van de taxi-app. Grab is actief in zes landen en rijdt dagelijks 3,5 miljoen mensen succesvol naar hun bestemming.

In de Verenigde Staten is Lyft met een marktaandeel van 40 procent het nummer twee onder de taxi-apps. Lyft is aanwezig in 420 steden in de VS en negen in Canada. In maart trok het bedrijf naar de beurs.

Ola is het Indische antwoord op Uber. Het is aanwezig in veel meer steden en is daarom populairder dan Uber. Sinds kort is Ola actief in Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content