Er komen nog afslankingen bij de banken

BNP Paribas Fortis © REUTERS
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

BNP Paribas Fortis schrapt in de periode 2016-2018 nog eens 1000 jobs. Dat hoeft niet te verbazen. Heel veel banken zullen hun investeringen in de digitalisering financieren door het kantorennet en het personeelsbestand af te slanken.

Bij BNP Paribas Fortis gaan tegen eind 2018 nog eens 1050 arbeidsplaatsen op de schop. Het kantorennet wordt gereorganiseerd en een aantal centrale diensten wordt tegen het licht gehouden. Door de ingrepen verdwijnen 2430 functies, maar de bank kan een groot aantal mensen herplaatsen en ze wil ook aanwerven. Netto verdwijnt een job op de vijftien. Volgens de bank zou er geen sprake zijn van gedwongen ontslagen. “We werken op het ritme van natuurlijke afvloeiingen”, zegt woordvoerster Hilde Junius.

De vakbonden verwonderen er zich over dat BNP Paribas Fortis nu al opnieuw het mes zet in het personeelsbestand. De grootste bank van het land heeft de voorbije jaren al 150 kantoren en 1800 jobs geschrapt.

Drie problemen

Maar bankafslankingen blijven de komende jaren hoe dan ook aan de orde van de dag. Het verdienmodel van de banken staat onder druk. Daar zijn drie redenen voor. De eerste reden is de lage rente en de vlakke rentecurve. Die zorgt ervoor dat de rentemarge van de banken, hun belangrijkste inkomstenbron, krimpt. Zo meldde KBC dat zijn rentemarge in het derde kwartaal gedaald is tot 1,99 procent, te vergelijken met 2,13 procent een jaar eerder.

De rentemarge is wat banken verdienen op het omzetten van kortetermijnspaardeposito’s in kredietverstrekking en langetermijnbeleggingen (vooral overheidsobligaties). De rentevergoeding die de banken aan hun klanten toekennen kan echter bijna niet meer naar beneden. KBC verlaagde de spaarrente deze week naar 0,15 procent, terwijl het minimum 0,11 procent bedraagt. Aan de andere kant levert elke herbelegging de bank minder inkomsten dan in het verleden op.

Ten tweede kampen de Belgische banken met een zware kostenstructuur. Ondanks de herstructureringen van de voorbije jaren ligt de cost/income-ratio (verhouding kosten/inkomsten) in België nog altijd boven het Europese gemiddelde. De voorbije jaren hebben de Belgische banken vooral op die kosten gewerkt door het mes te zetten in hun kantorennet en in het personeelsbestand. Maar dat gebeurde met de handrem op. Kantoorsluitingen bleken vaak synoniem te staan voor klantenverlies.

Voor BNP Paribas Fortis vormen de kosten een specifiek probleem. De bank heeft een van de hoogste cost/income-ratio’s van alle Belgische banken. Eind vorig jaar bedroeg die nog 72 procent. Dat betekent dat BNP Paribas Fortis per 100 euro inkomsten 72 euro kosten maakt. Ter vergelijking: KBC België klokte vorig jaar af op 50 procent. Bovendien is 72 procent ook binnen de Franse groep BNP Paribas een te hoog cijfer. België zit daarmee aan de top en Parijs wil dat cijfer drastisch naar beneden.

Om de efficiëntie te verhogen worden in het nieuwe bedrijfsplan vooral de overheadkosten geviseerd. Het aantal kantoren zou stabiel blijven op 800 maar de overkoepelende organisatie zou vereenvoudigd worden. Van vijf centrale diensten (HR, financiën, facility, binnenlands betaalverkeer en communicatie) wordt bekeken of ze kunnen worden uitbesteed. Dat moet ervoor zorgen dat de cost/income-ratio met een procentpunt per jaar daalt.

Last but not least staan de banken voor grote investeringen in de digitalisering van bancaire processen en transacties. De voorbije jaren werden wel een aantal basistransacties gedigitaliseerd en mobiele applicaties gelanceerd. Maar de kloof tussen het digitale aanbod en wat de klanten verwachten blijft groot, blijkt uit een pas gepubliceerde studie van Roland Berger.

Zoals de media

“Veel klanten vinden eigenlijk dat ze al hun bankzaken online of mobiel, en in real time moeten kunnen verrichten”, zegt Grégoire Tondreau, partner van Roland Berger in België. “Om die digitale kloof te dichten zijn belangrijke investeringen nodig. En hoe gaan de banken die financieren? Door hun organisatie af te slanken zodat ze de vrijgekomen middelen kunnen investeren in de uitbouw van het digitale kanaal.”

“De banksector gaat dezelfde weg op als de media”, oordeelt Tondreau. “De digitalisering creëert in eerste instantie geen nieuwe inkomsten, waardoor het businessmodel niet houdbaar is. Maar de digitalisering biedt wel de mogelijkheid om de organisatie te vereenvoudigen en het kantorennet en het personeelsbestand af te bouwen. Daardoor kunnen de kosten structureel en substantieel naar beneden. Iedere instelling zoekt daarin een evenwicht: de bank afslanken en tegelijk de digitale kanalen uitbouwen.”

Een groot probleem is dat de bankmedewerkers vaak onvoldoende digitale competenties bezitten. Heel wat banken zijn nog altijd logge organisaties met een zware en overbevolkte back-office. “Veel van die mensen zullen op een andere manier moeten leren te werken”, zegt Tondreau. “Ik zie niet in hoe de banken zonder aanpassingen van hun structuur en afbouw van het personeel rendabel kunnen blijven. Dat betekent evenwel niet dat er grote ontslagrondes op komst zijn. De afbouw kan op een natuurlijke manier gespreid worden in de tijd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content