redacteur bij Trends17-03-2021, 21:00Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:10
De coronacrisis dreigt een kaalslag te veroorzaken in de horeca. Eén op de twee Belgische cafés en restaurants heeft een negatief eigen vermogen, leren exclusieve cijfers van Trends.
Op 1 mei kunnen we hopelijk weer op café of restaurant. De vraag is dan: naar wélk café of restaurant? Hoeveel zaken zullen de deuren heropenen? En hoeveel kunnen op iets langere termijn overleven?
Voorlopig lijkt dat mee te vallen. De horeca toont hoe onze economie kunstmatig overeind wordt gehouden in coronatijden. Horeca Vlaanderen begroot het omzetverlies op 5,95 miljard euro tegenover 2019, een daling met ruim een derde. “En in het eerste kwartaal van 2021 ramen we nog eens 2,2 miljard euro omzetverlies”, zegt Matthias De Caluwé, de gedelegeerd bestuurder van Horeca Vlaanderen.
Toch gingen vorig jaar minder horecazaken over de kop dan in 2019. Het aantal faillissementen daalde met een derde. Het aantal faillissementen in de categorie cafés en bars zakte zelfs met 38 procent, van 738 in 2019 naar 456 in 2020. Dat heeft alles te maken met het moratorium op faillissementen. Bedrijven konden niet failliet worden verklaard, als hun financiële moeilijkheden het gevolg waren van de door de overheid uitgevaardigde coronamaatregelen. Bovendien worden de socialezekerheidsbijdragen en belastingen tot nu niet opgevraagd. De grote mokerslag moet dus nog komen, want al in 2019 verbrandde een kwart van de horecazaken cash.
Chronisch cashverlies
De situatie is bijzonder precair, leert de meest actuele stresstest van de financiële-informatieverschaffer Trends Business Information (TBI). “Van de 62.243 horecabedrijven legden er 23.086 een balans neer voor 2019 of 2020”, zegt Pascal Flisch, analist bij TBI. “In de categorie restaurants en cafés is de helft van die bedrijven virtueel failliet, want ze hebben een negatief eigen vermogen.” Het zwaarst getroffen is de categorie discotheken en dancings, waar 55 procent een negatief eigen vermogen heeft.
In de categorie ‘overnachtingen’ is de situatie lichtjes beter, met 32,4 procent zaken met een negatief eigen vermogen. Bij hotels loopt dat cijfer op naar 36 procent. De uitbaters van kampeerterreinen doen het daar het best, met slechts 7,6 procent ondernemingen met een negatief eigen vermogen.
Die zwakke solvabiliteit is onder meer het gevolg van een chronisch cashverlies. “Bijna een kwart van de horecabedrijven had in 2019 een negatieve cashflow”, zegt Pascal Flisch. “De cafés doen het nog slechter, met ongeveer een derde dat in die situatie verkeert. De restaurants zitten een beetje boven het gemiddelde van een kwart.”
Volgens de koepelvereniging Horeca Vlaanderen verloren de cafés vorig jaar 710 miljoen euro omzet. Voor de cateringdiensten en restaurantketens was dat 933 miljoen euro.
Weinig nieuwe zaken
Corona deed de appetijt afnemen om een horecabedrijf op te richten. In 2020 werden 4544 nieuwe zaken opgericht. Dat is 17,5 procent minder dan in 2019. “Daarmee versterkt een trend die we al enkele jaren zien”, zegt Pascal Flisch. “Sinds 2017 zijn er meer stopzettingen dan dat er nieuwe horecazaken bij komen.” Niet verwonderlijk waren in het coronajaar de sterkste zakkers de categorieën cafés en bars (een daling met bijna een derde), en discotheken en dancings (ruim vier vijfde minder starters).