‘Een businessschool runnen is een permanente evenwichtsoefening’

© Thomas Sweertvaegher
Alain Mouton

Patrick De Greve, algemeen directeur van Vlerick Business School, benadrukt de internationale rol van de managementschool, waarbij de Vlaamse verankering niet uit het oog wordt verloren.

Vorige maand kwam de Vlerick Business School even in een mediastorm terecht. De Fransman Roch Doliveux, nog een paar maanden de CEO van UCB, zou de nieuwe voorzitter worden, in opvolging van de voormalige zakenadvocaat Louis Verbeke, die zeventien jaar lang op de stoel zat. Maar Verbeke zou met tegenzin baan ruimen voor Doliveux. En kon het wel dat de Vlerick Business School, die onder impuls van oprichter André Vlerick altijd een uitgesproken Vlaams profiel heeft gehad, geleid wordt door een Nederlands-onkundige Fransman? Was er een strijd aan de gang tussen zij die gingen voor een duidelijke internationalisering van de school en de aanhangers van de Vlaamse verankering? Op de koop toe deed het verhaal de ronde dat de interne kritiek op decaan Philippe Haspeslagh toenam.

Ondertussen is duidelijkheid geschapen: Doliveux wordt wel degelijk voorzitter en moet de internationalisering van de school voort promoten. Naast hem krijgt hij Frank Donck (onder andere bestuurder bij KBC, ex-voorzitter Telenet) als covoorzitter die de Vlaamse verankering van de school garandeert. Philippe Haspleslagh blijft tot het einde van het academiejaar aan het roer als decaan, in afwachting van een opvolger.

Patrick De Greve, algemeen directeur van de school, is blij dat de heisa voorbij is. “De eerste verhalen over de opvolging waren al in mei in de pers verschenen. Leuk was dat niet, want je kunt daar niet zomaar over communiceren. De kandidaturen moesten nog worden goedgekeurd door de raad van bestuur en de algemene raad, dat is goed bestuur. Dat is vorige maand gebeurd. De heisa in de pers was zuiver Vlaams. De vraag of Vlerick Business School nog Vlaams genoeg is, of niet internationaal genoeg, bevreemdt mij. Een managementschool runnen is een permanente evenwichtsoefening: tussen academisch werk en opleiding en advies aan bedrijven, tussen nationale en internationale werking. Een derde van onze professoren is niet-Belg. En onze Belgen zijn soms internationaler dan de buitenlandse academici.”

Wie internationaal zegt, denkt in eerste instantie aan omzet die in het buitenland wordt gerealiseerd.

Patrick De Greve: “Op onze omzet van 33,4 miljoen euro wordt 5 miljoen euro in het buitenland gegeneerd. Vorig jaar werden opleidingsprogramma’s gegeven op 36 plaatsen wereldwijd. Naast 16.000 Belgische alumni zijn er ook 2000 niet-Belgische alumni.”

Welke programma’s zijn de belangrijkste? De klassieke MBA of de kortlopende gespecialiseerde programma’s voor kaderleden van bedrijven?

Patrick De Greve: “De gespecialiseerde kortlopende programma’s, zowel open als op maat van bedrijven, zijn goed voor 16 miljoen euro. 8 miljoen euro komt van de klassieke MBA en de mastersopleidingen zoals een master in finance of marketing.

Zijn de gespecialiseerde programma’s op maat van bedrijven dé groeimarkt voor businessscholen?

Patrick De Greve: “Die op maat gemaakte opleidingen zijn doorheen de crisis met dubbele cijfers gegroeid. Vorig jaar hadden we 108 dergelijke programma’s voor 87 bedrijven. En dat is een veel internationalere business. Voor Vlerick Business School, een kmo, is dat toch bijzonder. Wij leiden mensen uit bedrijven op die tientallen keren groter zijn dan wij. Momenteel volgen 1500 kaderleden van het Nederlandse chemiebedrijf DSM hier een online-opleiding.”

Zijn de masteropleidingenen, de MBA’s, het zwakke broertje aan het worden?

Patrick De Greve: “Dat is een moeilijke markt en internationaler dan ooit, ook omdat Vlaamse studenten met een master nog een of twee jaar in het buitenland gaan studeren. Ze denken niet meer automatisch aan een MBA via Vlerick. We groeien hier nog omdat Vlerick Business School veel buitenlanders weet aan te trekken.”

Waaruit blijkt dat Vlerick de Vlaamse connectie niet vergeet?

Patrick De Greve: “Kijk naar onze onderzoeken. Vlerick verricht een onderzoeksproject voor de stad Gent of voor FDC: hoe stimuleer je ondernemerschap in een allochtone omgeving? Voor de provincie Oost-Vlaanderen maken we logistieke studies. Er is IGMO of het Impulscentrum Groeimanagement voor Middelgrote Ondernemingen. Dat is een platform voor onderzoek, dialoog en netwerking rond de groei van die ondernemingen. IGMO is een project in de lijn van de visie van André Vlerick. Van onze 80 open programma’s zijn worden er 34 nog altijd in het Nederlands gegeven. Wij doen niet alles in het Engels.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content