Toch voldoet nog steeds een derde van de onderzochte bedrijven niet aan de quotawet, die zegt dat maximaal twee derde bestuurders van hetzelfde geslacht mogen zijn in onder meer beursgenoteerde bedrijven.
Op 28 juli 2011 trad de Quotawet in werking die voorschrijft dat de bestuursraden van beursgenoteerde Belgische ondernemingen, economische overheidsbedrijven en de Nationale Loterij niet meer dan twee derde bestuurders van hetzelfde geslacht mogen tellen. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen maakte een analyse op basis van de samenstelling van de raden van bestuur en directiecomités voor 2017. Daaruit blijkt dat het aantal vrouwen in de raden van bestuur van de private ondernemingen en overheidsbedrijven globaal is gestegen van 8,3 procent in 2008 tot 26,8 procent in 2017.
‘De dwingende aanpak blijkt te werken: het aantal vrouwen in bestuursraden is tussen 2008 en 2017 verdrievoudigd’, stelt het Instituut maandag in een persbericht. ‘We zien een structurele vooruitgang. Sinds de invoering van de quotawet is het aantal bestuursleden min of meer hetzelfde gebleven en is de samenstelling van de raden van bestuur veranderd. Er werden met andere woorden geen extra bestuurszetels voor vrouwen gecreëerd, maar geleidelijk aan hebben vrouwen tijdens herbenoemingen mannen opgevolgd of vervangen’, aldus Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut.
Toch toont de studie aan dat 22 van 71 grote bedrijven (31 procent) in 2017 niet aan de wetgeving voldeden. Het gaat met name om AB Inbev, Biocartis, Campine, Cenergy, CFE, Connect Group, D’Ieteren, Floridienne, FNG Group, Hamon, Jensen Group, Leasinvest Realestate, Miko, Ontex, PCB, Picanol, Resilux, Roularta Media, Sabca, Solvac, Spadel en Viohalco.
De quotawet is niet van toepassing op directiecomités. Het Instituut stelt vast dat het percentage vrouwen in de directiecomités evolueert, maar er wel aanzienlijk lager blijft (18 procent in 2017) dan in de raden van bestuur. Twee derde van deze comités telde in 2017 geen of slechts één vrouw.
