Dooi tussen VS en Cuba is goede zaak voor AB InBev

© ImageGlobe
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

AB InBev kan mee profiteren van de dooi in de diplomatieke relaties tussen de Verenigde Staten en Cuba. De brouwer is het nummer twee in de vandaag nog minst winstgevende markt in Latijns-Amerika.

AB InBev is sinds 1993 actief in Cuba. Toen startte de Canadese brouwer Labatt een joint venture met de Cubaanse overheid. Het toenmalige Interbrew kocht Labatt in 1995.

De brouwer is nog altijd actief in het land. Er zijn slechts twee brouwers in Cuba: de joint venture van AB InBev met de overheid, en een staatsbedrijf, State Beer Association. Maar ondanks dat riante duopolie is Cuba volgens berekeningen van de zakenbank UBS de minst winstgevende markt in Latijns-Amerika, al wordt er wel winst gemaakt.

Bovendien is het een groeimarkt, die jaarlijks met 2,5 procent zou groeien in volume. AB InBev is vrij karig met cijfers over zijn Cubaanse activiteiten, maar de volumes klimmen. Van 1,05 miljoen hectoliter in 2009 (met toen een omzet van 106 miljoen dollar), naar 1,3 miljoen hectoliter vorig jaar, bij een totale biermarkt van 2,7 miljoen hectoliter.

De bekendste lokale merken van AB InBev zijn Bucanero en Cristal. Daarnaast werd vorig jaar 5000 hectoliter van de Duitse premiumpils Beck’s ingevoerd. In het Cubaanse filiaal werken 550 mensen.

Terroristenstaat

Al jarenlang staat de nochtans vrij beperkte activiteit in Cuba als risicofactor vermeld in het jaarverslag van de AB InBev. Het land was een terroristenstaat voor de Verenigde Staten. Uncle Sam heeft nog een economisch embargo.

De Helms-Burtonwet uit 1996 belet buitenlandse bedrijven, die zaken doen in Cuba, ook zaken te doen in de Verenigde Staten. Bovendien kunnen Cubanen in de Verenigde Staten rechtszaken inspannen tegen ondernemers die zaken doen met Cubaanse (overheid)bedrijven.

Misschien verandert dat nu, met het herstel van diplomatieke relaties tussen beide landen. De Amerikaanse president Barack Obama wil ook komaf maken met het economisch embargo.

AB InBev hield het de voorbije jaren voorzichtig. De Cubaanse dochter hoorde tot eind januari dit jaar bij de afdeling West-Europa. Nu zit de Cubaanse brouwer waar hij thuishoort: bij de Zuid-Amerikaanse dochter AmBev. Dat manoeuvre wekte geen wrevel op in de Verenigde Staten. En wellicht wordt zaken doen in het land van Fidel Castro voortaan nog iets eenvoudiger.

In juli 2008 gooide August A. Busch IV, de toenmalige CEO van Anheuser-Busch, in het heetst van de overnamestrijd met InBev, Cuba nog als verweermiddel in de boksring. Anheuser-Busch strooide toen twijfels rond of het hoofdkantoor voor Noord-Amerika van de nieuwe biergigant wel in St. Louis kon worden gevestigd. Want die Cubaanse activiteiten konden onmogelijk vanuit Noord-Amerika worden geleid. Busch verwees toen uitdrukkelijk naar de Helms-Burtonwet. Het Cubaanse offensief van August A. Busch IV haalde uiteraard niets uit. (W.R.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content