Directie NMBS: ‘Stakingen onbegrijpelijk en onverantwoord’
De directies van spoorbedrijven NMBS, Infrabel en HR Rail veroordelen vrijdag de aangekondigde stakingen in november en december. ‘In de huidige context onbegrijpelijk en onverantwoord’, klinkt het bij HR Rail.
De vakbonden bij de Belgische spoorwegen dienden donderdag een stakingsaanzegging in voor in totaal 96 uur, uit onvrede over het verloop van de onderhandelingen over interne reorganisaties. Een verzoeningsvergadering vrijdagochtend leverde niets op. Een staking van dinsdag 7 november 22 uur tot donderdag 9 november 22 uur lijkt daarmee onafwendbaar. Begin december zou een tweede staking volgen.
De directies van NMBS, Infrabel en HR Rail veroordelen de acties en vinden die ‘in de huidige context onbegrijpelijk en onverantwoord’. Ze betreuren het ongemak dat de stakingen voor de reizigers zullen veroorzaken. Er wordt een alternatief vervoersplan uitgewerkt, dat reizigers de dag voor vertrek zullen kunnen raadplegen.
De bonden vermelden in hun stakingsaanzegging dat ze geconfronteerd worden met ‘eenzijdige beslissingen van de directie, gericht op productiviteitsverhogingen bij het personeel’, maar de directies spreken dat ‘ten stelligste tegen’. Ze merken op dat de spoorwegen ongeveer 85 paritaire organen tellen, met 800 officiële vergaderingen per jaar, en dat er dus ‘ruimschoots aandacht besteed (wordt) aan het sociaal overleg’.
Sociaal overleg
Bij HR Rail wordt er gewezen op de context van de staking, met in de eerste plaats de beheersovereenkomsten die de federale regering eind 2022 sloot met de NMBS en Infrabel voor tien jaar, met engagementen rond dienstverlening en productiviteit. In navolging daarvan werden ondernemingsplannen opgesteld, en kwam er een sociaal akkoord met de bonden voor de periode 2023-2024. Voor de concrete uitvoering liggen er verschillende projecten op tafel. Volgens HR Rail werden er daarbij, tijdens het sociaal overleg, al toegevingen gedaan. Voor de concrete uitvoering liggen er verschillende projecten op tafel. Volgens HR Rail ontbrak het daarbij, tijdens het sociaal overleg, niet aan toegevingen.
Zo is het de bedoeling om de opstarttijd van treinbegeleiders, de tijd die ze krijgen in het depot om hun eerste trein voor te bereiden, in te korten. Al 25 jaar bedraagt die opstarttijd 20 minuten en de NMBS meent dat die, door gebruik te maken van nieuwe techologische tools, gehalveerd kan worden. Op die manier zouden de treinbegeleiders meer beschikbaar zijn voor reizigers. Tijdens het sociaal overleg stelde de NMBS als toegeving voor om een overgangsperiode van twee jaar in acht te nemen, waarbij de opstarttijd nog 15 minuten zou bedragen en de nieuwe instrumenten geleidelijk geïntegreerd worden.
Er is dat project om de opstarttijd in te korten, maar onze absolute prioriteiten zijn aanwervingen, welzijn van het personeel en veiligheid, benadrukt de NMBS. Zo merkt de NMBS op dat de instroom bij het spoorbedrijf in 2023 groter zal zijn dan de uitstroom. Er worden 1.600 externe aanwervingen gerealiseerd bij de NMBS, 700 bij Infrabel. Netto komen er in 2023 al specifiek 150 treinbegeleiders bij. Ook wordt de beveiliging dit jaar verder versterkt met 50 extra Securail-agenten. ‘En de NMBS zal in 2025 ook meer personeel aanwerven om op bepaalde treinen een tweede treinbegeleider te voorzien, vooral ‘s avonds.’
Een tweede project dat op tafel ligt is een ‘efficiënter organisatiemodel’ in de grote en middelgrote stations waar de NMBS haar menselijke aanwezigheid wil behouden. Nu steeds minder reizigers hun vervoersbewijs aan het loket kopen, wil de NMBS stationspersoneel polyvalenter kunnen inzetten, ‘waar, wanneer en waarvoor de reizigers ze het meeste nodig hebben’. Volgens het persbericht van HR Rail zal het organisatiemodel geleidelijk aan worden uitgerold vanaf 2024 en zal het geen enkel ontslag met zich meebrengen. ‘De geplande inkrimping van het personeelsbestand zal worden gespreid over de komende jaren en volledig worden gerealiseerd dankzij een natuurlijk verloop’, klinkt het. Bij de spoorwegdirecties valt te horen dat er rekening gehouden werd met opmerkingen van de bonden tijdens het overleg hierover: zo zouden medewerkers zich over geen al te grote afstanden moeten verplaatsen.
De NMBS ontkent tot slot nog dat vooral het spoorwegpersoneel inspanningen zou moeten leveren, zoals de vakbonden stellen. ‘De productiviteitsverhogingen gebeuren op alle niveaus.’