Dieter Struye, CEO van hr-bedrijf Copus Group: ‘Wij willen de referentie voor technische profielen worden’

DIETER STRUYE. "Kantoren sluiten is geen optie."
Alain Mouton

Een bedrijf dat op zoek is naar technische expertise, van ingenieurs over projectmanagers tot lassers, kan bijna niet meer om de elf hr-merken van Copus Group heen. CEO Dieter Struye wil nog voortgroeien in de gespecialiseerde werving en selectie van technische profielen.

Dieter Struye was in oktober vorig jaar nog maar net CEO van het hr-bedrijf Copus Group, of hij maakte al twee nieuwe overnames bekend: die van Enginear, een Nederlandse arbeidsbemiddelaar die startende ingenieurs begeleidt, en die van het Limburgse Segers Select, een specialist in het plaatsen van logistieke profielen, waarmee ook een opleidingscentrum voor chauffeurs aan de groep werd toegevoegd. Daarmee werd meteen duidelijk dat Copus voortgaat op de weg die het al een aantal jaren was ingeslagen: blijven groeien in de niche van de technische profielen.

‘Er zijn heel wat bedrijven die één type technische profiel plaatsen, maar wij willen het hele spectrum bedienen’

Dieter Struye, Copus Group

“Het is onze ambitie een referentieplatform voor technische profielen te worden”, zegt Struye. “En ‘technische profielen’ definiëren wij vrij breed, van een ingenieur die aan de tekentafel zit over de mecanicien die het onderhoud doet of de lasser die de laatste hand aan een eindproduct legt. Copus is met die positionering vrij uniek. Er zijn heel wat bedrijven die één type technische profiel plaatsen, maar wij willen het hele spectrum bedienen.”

Kandidaten komen terug

Dat vertaalt zich in de multimerkenstrategie van Copus, dat met 400 medewerkers 255 miljoen euro omzet draait. Momenteel vallen onder de groep elf merken, die grotendeels allemaal zijn gespecialiseerd in het plaatsen van tijdelijke en vaste technische krachten en vakmensen. Bennet Engineering zoekt ingenieurs en technici voor onderhoud en de projectindustrie. Smart Solutions levert uitvoerende profielen zoals dakleggers, mecaniciens en elektriciens. Care Force One is een specialist in lifesciences en zorgprofielen. Heads & Hunters helpt medewerkers met de gepaste achtergrond en mindset voor een bedrijf te zoeken. Onder Vivaldis vallen werknemers voor de bouw en generieke uitzendkrachten. Vivaldis en de incubator Eniteq, met technische bedienden, leveren de helft van de omzet.

Struye: “Het is belangrijk dat hele continuüm af te dekken, omdat we kandidaten op elk moment in hun carrière kunnen begeleiden, vanaf een eerste baan als elektricien tot senior elektricien en later tot projectmanager. We zien dat kandidaten soms meerdere keren bij ons terugkomen in hun carrière. Dat maakt ook een verschil voor de klanten. Ze spreken bovendien met nichebedrijven die hun taal begrijpen. Bennet hoeft voor ons niet in heel België bekend te zijn, wel willen we dat zo veel mogelijk ingenieurs het merk kennen. Voor hen is dat een kwaliteitslabel. De general manager van Bennet is een ingenieur die zulke banen zelf heeft uitgeoefend.”

Schaarsere profielen, hogere marges

In Nederland zijn Stratt+ en Enginear actief in een vergelijkbaar segment. In Duitsland heeft Copus de uitzendspelers SPP en Primus ingelijfd. Door die overnames, in combinatie met een organische groei van zo’n 10 procent per jaar, gedreven door de grote vraag naar technici, heeft Copus zijn omzet de voorbije vier jaar zien verdubbelen. En aangezien de dienstverlening zich in het hogere segment situeert, is de rentabiliteit hoger dan die van grote generieke uitzendbedrijven als Adecco en Randstad. Daar schommelt de ebitda-marge rond 4 à 6 procent, bij gespecialiseerde hr-bedrijven als Copus is 10 procent geen uitzondering.

“Onze strategie is in margerijke niches te werken”, legt Struye uit. “Vaak gaat het om knelpuntberoepen, dus heb je hogere marges nodig om er iets aan over te houden. Wij zitten niet in de volumebusiness, maar werpen ons op als specialisten. Wij hebben geen klant die twintig medewerkers afneemt.”

De markt blijft gefragmenteerd, dus ziet Struye potentieel voor nog meer overnames. “Zeker in Nederland, omdat daar veel zzp’ers werken (zelfstandigen zonder personeel, nvdr) en de detachering meer ontwikkeld is. Duitsland telt nog altijd heel veel kleine uitzendbedrijven. De barrières om de Nederlandse en Duitse markt binnen te komen, zijn niet groot. Maar de moeilijke horde volgt zodra je de grens van 1 miljoen euro ebitda bereikt. Dan moet je je omvormen tot een groter bedrijf, waarin je als oprichter niet meer alle beslissingen neemt. Copus is een partner om die stap te zetten, met de nodige professionele omkadering, terwijl de vroegere eigenaars kunnen blijven ondernemen.”

Intern ondernemerschap

Het woord is gevallen: ondernemen. Als Copus een bedrijf overneemt, blijven de oprichters of de managers aan boord en krijgen ze steun om het merk te ontwikkelen alsof het nog altijd voor honderd procent hun eigen bedrijf was. Dat stimuleren van het interne ondernemerschap was een van de redenen waarom Struye de overstap maakte. “Ik zie mijn rol hier als coach. Copus is een bedrijf dat met heel korte beslissingslijnen werkt. In de overkoepelende holding zijn we bij Copus met zes, zeven mensen. Een overname, dat zijn een paar calls met de aandeelhouders, een paar cijfers uitwisselen en een akkoord om een niet-bindend bod uit te brengen.”

‘Een consulent bij Copus begeleidt tien à vijftien uitzendkrachten, geen vijftig of zestig’

Dieter Struye, Copus Group

De aandeelhouders van Copus zijn al jaren trouwe partners. De private-equityspelers Dovesco, van de textielfamilie rond Jan De Clerck, en Buysse & Partners, het bedrijf rond Frank Buysse, bezitten elk bijna de helft. De overige 10 procent van de aandelen is in handen van het management. Buysse & Partners is al aandeelhouder sinds 2009. “De huidige private-equitypartners passen gewoon goed bij ons”, legt Struye uit. “Niet gewoon omdat het Belgische fondsen met een familiale link zijn. Als je maar een paar jaar aan boord blijft, kun je niet fundamenteel investeren in de toekomst.”

Het kapitaal dat de aandeelhouders aanbrengen, speelt een cruciale rol bij de overnames. Daarnaast werkt Copus voor overnames met een klassieke financieringsmix. Het maakt gebruik van achtergestelde leningen en senior schulden of bevoorrechte schulden. “Dat is nodig voor onze buy-and-buildstrategie om per jaar een aantal bedrijven over te nemen”, zegt Struye.

Artificiële intelligentie

Copus beschikt nog altijd over een netwerk van 120 kantoren, terwijl rekrutering almaar digitaler wordt. De vraag rijst of die kantoren, met de kosten die eraan verbonden zijn, nog relevant blijven. “Zeker sinds corona zijn de niet-fysieke contacten gigantisch toegenomen”, geeft Struye toe. “Toch is de aanwezigheid van zo’n kantoor in het straatbeeld belangrijk. Je bouwt er een merk mee uit. Ook belangrijk: de lokale verankering van de consulenten en de nabijheid voor de kmo-klanten. Wij kunnen Ieper niet bedienen met een consulent in Antwerpen. De consulenten zijn specialisten in hun vak. We hebben net in Aalst een Vivaldis-kantoor geopend dat enkel chauffeurs plaatst. De medewerkers kennen de regelgeving. Een kandidaat die dat merkt, voelt zich daar goed bij. Kantoren sluiten is dus geen optie.”

In de sector wordt het debat gevoerd welke impact artificiële intelligentie (AI) zal hebben. AI-tools zijn geschikt om inzicht te krijgen in de competenties van een kandidaat. “Ik val nu al van mijn stoel als ik zie wat AI kan”, zegt Struye. “Godzijdank dat het er is, want AI zal helpen om de productiviteit op te trekken. Maar ondanks het gebruik van die tools hebben we meer tijd en mensen nodig om een kandidaat te plaatsen. Dat komt door de krapte op de arbeidsmarkt en omdat de kandidaten veeleisender zijn. Wat logisch is.”

“AI kan helpen zonder dat het de baan van de consulenten overneemt. Neem onze chatbot Charlotte. Die hebben we ontwikkeld om werkzoekenden te helpen via een conversatie passende vacatures te vinden. Dat is een extra consulent in onze ogen, maar die neemt geen andere taken over. Simpel gezegd: Charlotte is de rekenkracht en onze mensen zijn de emotionele en de verbindende kracht. Want een consulent bij Copus begeleidt nog altijd tien à vijftien uitzendkrachten, geen vijftig of zestig.” z

‘Ik wil geen hr-specialist zijn, wel een goede coach’

De hr-wereld is voor Dieter Struye nieuw. De handelsingenieur met roots in Ieper ging in 2000 aan de slag bij Unilever. Daarna volgde een passage bij Danone, waarna hij CEO van de doe-het-zelfketen Brico werd. Een volgende stap was die van directeur non-food bij Colruyt, waar hij moest vertrekken na onenigheid over de strategie. In oktober vorig jaar volgde de overstap naar Copus.

“Ik heb in andere types bedrijven met grotere complexere structuren gewerkt”, zegt Struye, die de partner is van Lise Conix, de CEO van Torfs Schoenen. “Wat mij aantrok bij Copus, is dat het ondernemerschap hier centraal staat en we op een vrij agressieve manier willen groeien, waarbij we samen veel tijd steken in IT en rapportering. Mijn rol is niet een specialist in hr te zijn, maar een goede coach van de general managers en een platform te creëren, zodat ze voort kunnen ondernemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content