Deutsche Bank ziet een lichtje aan het einde van de tunnel
Deutsche Bank boekte in 2021 zijn beste resultaat in tien jaar. Dat is leuk, maar nog te weinig voor een echte ommekeer.
Toen Christian Sewing in april 2018 CEO van Deutsche Bank werd, dachten weinigen dat hij het lang zou volhouden. De bank, een van de grootste in Europa, had in zes jaar vier CEO’s gehad en haar voortbestaan stond op het spel. Ze was niet in staat genoeg winst te maken om de beleggers een behoorlijk rendement te bieden en keek aan tegen dure rechtszaken. Er was sprake van dat de bank zou worden overgenomen of zelfs vereffend.
Maar kijk, Sewing zit nog altijd op zijn stoel – zijn contract is zelfs verlengd tot 2026 – en vorige week presenteerde hij hoopvolle jaarresultaten. Er was in 2021 een winst voor belastingen van 3,4 miljard euro, netto was dat 2,5 miljard. In de laatste drie maanden van het jaar bedroeg de nettowinst zelfs 315 miljoen euro, een stijging van 67 procent op jaarbasis en boven de verwachtingen van de analisten. “Over heel 2021 hebben we ons beste resultaat in tien jaar neergezet”, zei Sewing. De aandeelhouders lijken het daarmee eens te zijn. Sinds het dieptepunt in maart 2020 is de koers van het aandeel bijna verdubbeld.
Nieuw vertrouwen
Een jaar na zijn komst kondigde Sewing zijn grootse reddingsplan aan. De afdeling aandelenhandel werd gesloten. De kosten moesten met 5,8 miljard euro per jaar naar beneden, een kwart van het totaal. 18.000 banen, een vijfde van het totaal, moesten verdwijnen.
De bank berust nu op vier pijlers. De retailafdeling is na de fusie met de Postbank in 2018 de grootste kredietverstrekker voor gezinnen van het land. De investeringsbank bracht vorig jaar meer dan een derde van de inkomsten binnen. Daarnaast zijn er de zakenafdeling, die vooral Europese bedrijven diensten aanbiedt, en de vermogensbeheerder DWS, die volgens analisten de meest constante winstgevende activiteit is.
De tijd dat Deutsche Bank regelmatig in de problemen kwam met de wet, lijkt ook voorbij. Kredietbeoordelaars als Fitch en S&P verhoogden vorig jaar veel ratings van de bank, met als argument dat het versterkte bedrijfsmodel, de kwaliteit van de activa, de fatsoenlijke financierings- en liquiditeitsposities, evenals de adequate kapitalisatie, vertrouwen wekten.
Toch denkt niemand dat Deutsche Bank al echt uit de problemen is. De instelling moet beginnen met het versterken van haar kapitaal, om zich voor te bereiden op Bazel 4, een nieuwe reeks regels die in 2025 van kracht wordt. Bovendien zijn de kosten nog altijd hoog in vergelijking met de concurrentie.
Twee grote vragen blijven onbeantwoord. De eerste is of Sewing zijn doelstelling van een rendement op het eigen vermogen van 8 procent zal halen. De tweede is of de aandeelhouders zicht hebben op een dividenduitkering van maximaal 5 miljard euro. De bank deed geen dividendbetalingen voor 2019 en 2020, en slechts een kleine voor vorig jaar. De beleggers zijn er dan ook helemaal niet van overtuigd dat de bank voldoende winst kan genereren om een passend rendement te bieden. Het aandeel wordt nog altijd verhandeld tegen minder dan de helft van de boekwaarde. Ook de analisten betwijfelen of Sewing zijn doel kan bereiken. De consensusverwachting is 5,5 procent. CEO Christian Sewing heeft nog veel werk voor de boeg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier