Designduo Fien Muller en Hannes Van Severen: ‘Fantastisch vonden wij die lockdown’
Met een expo in de Villa Cavroix, de lancering van nieuwe objecten en een heleboel samenwerkingen die op stapel staan, beseffen Fien Muller en Hannes Van Severen dat ze zich in een luxesituatie bevinden. Zeker nu de coronacrisis de verkoopcijfers van het designduo een boost gaf.
De lockdown omarmen, dat deed het designduo Muller Van Severen dit voorjaar. “Fantastisch vonden wij die lockdown”, vat Hannes Van Severen het samen. “We konden focussen op grote projecten. Of gewoon even genieten van de stilte. Ons concentreren op lopende zaken zonder…” Echtgenote Fien Muller pikt in. “Zonder dat al het geruis rondom ons maar bleef voortgaan. Er werd even niet aan ons getrokken, we hoefden enkel maar te tekenen. Fantastisch, inderdaad. Al zijn we ons er heel erg van bewust dat we ons in een luxesituatie bevinden.”
Het ging de voorbije jaren hard voor Muller Van Severen. Nadat het koppel in 2011 als designduo naar buiten was gekomen, volgden de awards, de verkoop en de internationale interesse voor hun kenmerkende ontwerpen elkaar op.”
Heeft de lockdown iets veranderd?
FIEN MULLER. “Ik droomde ervan dat er na de lockdown echt zaken zouden veranderen, maar plots stond ik toch alweer in de file. Was alles dan zo snel vergeten? Wij hadden wel het geluk dat onze zaken tijdens de lockdown verder bleven lopen. Anders zou ik na drie maanden ook vinden dat alles zo snel mogelijk opnieuw moest gaan zoals voorheen.”
HANNES VAN SEVEREN. “Ik ben er van geschrokken hoe fragiel het hele economische systeem is. Omdat wij volgens een ander model werken, waren wij die periode ook doorgekomen als we geen inkomsten hadden gehad. Dat lijkt me gezond.”
MULLER. “Wij werken natuurlijk maar met z’n tweeën en onze assistenten. Dat kun je niet vergelijken met een groot bedrijf. Het is logisch dat de gevolgen daar anders zijn en dat er daardoor meer angst heerst.”
Leefde die angst bij u dan helemaal niet?
VAN SEVEREN. “Ook wij vreesden even dat alles zou stilvallen, want de lockdown kwam op een slecht moment. We hadden net veel geïnvesteerd in nieuw werk. Gelukkig bleek al snel dat mensen zichzelf wat wilden verwennen omdat er toch niets anders te doen was. Dat vertaalde zich in onze verkoop.”
MULLER. “Mensen hadden ook meer tijd om in hun interieur te zitten, het te bekijken en te dromen van iets nieuws. Of ze beslisten te gaan voor een meubelstuk dat ze al lang wilden, nu ze bijvoorbeeld wat budget overhadden van een reis die niet kon doorgaan. We hebben tijdens de lockdown goed verkocht.”
VAN SEVEREN. “Ook de alttubescollectie deed het meteen goed. Terwijl mensen meestal een beetje terughoudend zijn wanneer we iets nieuws op de markt brengen. Vergelijk het met een optreden van een bekende muzikant: pas als er een klassieker voorbijkomt, gaat iedereen echt uit zijn dak. Bij ons kiezen mensen ook vaak voor iets wat al wat herkenbaarder is.”
Is het dan bij elke lancering met ingehouden adem wachten of het publiek zal volgen?
VAN SEVEREN. “We zijn nooit bezig met verkoopcijfers wanneer we nieuwe objecten ontwerpen. Als je dan al probeert uit te zoeken wat goed zal verkopen, zit je op een verkeerd pad. Wij vragen ons af of we met een bepaald meubel in ons huis zouden willen leven en testen het daar ook. Bij onze tafel met rek en lamp bleek zo plots dat het object niet door de deur ging. Achteraf hebben we daar een oplossing voor gevonden door te praten met de mensen die onze producten maken. Zij vertellen het ons ook als de productie van iets nieuws te moeilijk of onbetaalbaar wordt. Van de alttubes dacht ik bijvoorbeeld dat ze makkelijk te maken zouden zijn, maar dat bleek niet het geval. Het is ook onvoorspelbaar wat het goed zal doen op de markt. Je kunt dus beter eigenwijs blijven en je gevoel volgen. De verkoop zal dan misschien wel volgen. Of niet.”
Wij maken pas iets nieuws als er een inspiratiegolf is, wij laten ons niet opjagen’ Fien Muller
De verkoop moet toch volgen als u niet in de problemen wilt komen?
VAN SEVEREN. “Zeker, maar dat betekent nog niet dat je op veilig moet spelen en moet proberen om trends te volgen.”
MULLER. “Ik kan me voorstellen dat anderen wel beginnen te ontwerpen met het idee dat het hen veel zal opbrengen.”
VAN SEVEREN. “Wij hebben nooit gekozen voor de makkelijke weg of de weg van het geld. Dat veroorzaakte even ongerustheid toen we niet meteen iets verkochten na onze eerste expo, maar nu beseffen we dat dat bij onze manier van werken hoort. We hebben van elk object één exemplaar en als iemand een model wil, laten we dat maken. In België en met degelijke materialen. Dat maakt dat de productieprijs al hoog ligt. Reken daar de kosten van de galeries die ons werk verdelen – 50 procent van de verkoopprijs – en 21 procent btw bij. Dan wordt je prijs al snel hoog. Terwijl wij er vaak minder aan overhouden dan de ambachtsmannen die onze objecten maken.”
MULLER. “We hebben daar vooraf wel goed over nagedacht. We willen iets anders bieden dan de producten die mensen in winkels vinden. Ook daarom worden onze objecten door ambachtsmensen gemaakt.”
Dreigt u zo niet alleen een select publiek te bereiken?
MULLER. “Veel jonge mensen houden van ons werk en ik vind het belangrijk ook hen te bedienen. Daarom vertrouwen we bepaalde ontwerpen toe aan anderen van wie we weten dat ze die op een correcte manier industrieel kunnen produceren. Zo lanceerden we onlangs nog nieuwe tafels en lampen bij Valerie Objects, we stellen binnenkort zetels voor het modemerk KASSL Editions voor en werken aan een samenwerking met het Deense designmerk Hay.”
VAN SEVEREN. “Dat doen wij even graag en soms is zo’n samenwerking ook handig. In ruil voor een percentage geef je je ontwerp af en verwacht je van je partner dat die ervoor zorgt dat je werk een groot bereik krijgt en wordt verkocht tegen een lagere prijs.”
MULLER. “Het idee achter die objecten moet even sterk zijn, maar je moet er wel bij stilstaan dat ze op een andere manier in productie moeten kunnen gaan. Dat zijn interessante zaken die we nu beginnen te ontdekken. Dat smaakt naar meer. Zolang we maar zaken kunnen maken waar de liefde voor het object vooropstaat.”
Betekent dat dat u vaak nee moet zeggen tegen aanvragen?
VAN SEVEREN. “We zeggen meestal nee. Soms denk ik dat we dat zelfs nog vaker moeten doen.”
MULLER. “Dat is ook een strategie, natuurlijk ( lacht). We beseffen dat we ook op dat vlak in een luxepositie zitten.”
VAN SEVEREN. “Daar hebben we wel hard voor gewerkt.”
MULLER: “Er zijn nog mensen die hard werken, hoor.”
VAN SEVEREN. “Zeker, dat weet ik, maar wij zijn altijd dicht bij onszelf gebleven.”
MULLER. “Als we vinden dat iets intuïtief niet goed voelt, volgen we dat gevoel heel strikt. Tot nu heeft dat ons nog niet teleurgesteld.”
Was er toch nooit de lokroep om zelf in het buitenland te produceren en te groeien?
MULLER. “Wij zijn een beetje controlefreaks. We willen elk object zien voor we het verkopen en onze assistenten werken het nog altijd zelf af. Wij zouden ons niet veilig voelen als we daar geen controle over hadden.”
VAN SEVEREN. “Als je je productie naar het buitenland verlegt, moet je ook meteen grote aantallen bestellen. Wij willen voor onszelf niet de rush creëren om zo veel te moeten verkopen, om zo veel personeel te moeten onderhouden. Ik wil niet moeten groeien, ik wil vrij zijn. Ik zou ongelukkig worden als ik me de hele tijd bezwaard zou voelen door mijn werk. Oké, wij werken ook de hele tijd door, maar wel op een menselijke manier.”
MULLER. “Dat is ook het gevolg van een keuze. We zouden het hier evengoed anders kunnen indelen, zoeken naar grote projecten en daarop springen. Anderen verklaren ons misschien voor gek dat we dat niet doen, maar wij weten dat het veel stress tot gevolg zou hebben. Wij zijn ook geen leiders, wij willen geen tien mensen onder ons. Voor je het weet, ben je de hele tijd met andere zaken bezig dan met ontwerpen en creëren.”
VAN SEVEREN. “Wij willen vooral tijd hebben. Tijd om te mijmeren, tijd om ideeën te laten rijpen. Het is kostbaar om te kunnen reflecteren. Er wordt van creatieve mensen die internationaal werken al zo veel verwacht.”
Welke verwachtingen worden dan opgedrongen?
VAN SEVEREN. “Dat je elk seizoen met een nieuwe collectie moet komen bijvoorbeeld. De ene meubelbeurs volgt de andere op en voor sommigen is dat een reden om elke keer iets nieuws voor te stellen. Terwijl het net mijn grootste verschrikking is in zo’n systeem terecht te komen. Wij maken pas iets nieuws als er een inspiratiegolf is, wij laten ons niet opjagen. Soms hebben we heel enthousiast een idee dat we willen uitwerken, soms ook niet. Dan komt er een tijdlang niets. Vroeger werd ik daar nerveus van, nu laat ik dat los. Ook dat lukt omdat we bewust kleinschalig blijven werken.”
MULLER. “Je moet je niet vergelijken met zulke bedrijven. Wij zijn bijvoorbeeld al twee jaar niet naar de beurs in Milaan gegaan, maar brachten dit jaar een maand ervoor wel de alttubes op de markt. Voor ons maakt die timing niet zo veel uit, omdat we veel internationale aandacht krijgen. We weten bijna: als wij iets willen vertellen, zullen er wel mensen zijn die ons volgen. Door Instagram bereiken we ook een veel groter publiek. Daar komt verkoop uit voort, maar het mag niet het enige kanaal worden. Ik wil nog altijd echte expo’s maken, zoals nu in de Villa Cavrois en volgend jaar in het Designmuseum in Gent. Instagram is een vluchtig medium, dat maar beeldjes toont.”
Maakt dat medium het ook niet makkelijker om uw werk te kopiëren?
VAN SEVEREN. “Toen we pas waren gestart, stuurde iemand ons al een foto van een Koreaans shoppingcenter waar kopieën van onze zetels stonden. Laatst stond er iemand in de Miami Herald met onze duoseat met lamp. Hij claimde dat het zijn ontwerp was. Toen we hem mailden, zei hij een grote fan te zijn. Dat gebeurt regelmatig.”
MULLER. “Vandaag komt zoiets wel sneller uit, omdat mensen ons op Instagram taggen wanneer ze een kopie van ons werk zien. Als het te ver gaat, ondernemen we stappen, maar je kunt zoiets moeilijk tegengaan. Wat gaan we doen? Stoppen met objecten maken?”
Denkt u daar soms over na?
MULLER. “De eerste vijf jaar waren we weleens bang dat de creativiteit zou opdrogen. Nu denken we: als dat zo is, dan hebben we dit toch al gehad. Ik ben fotograaf, Hannes is beeldhouwer. Ik had nooit gedacht dat wij samen iets zouden maken. Wie weet, brengen de komende tien jaar iets helemaal anders. Misschien ook niet, want dit vak, daar halen we zo veel voldoening uit.”
Design! Muller Van Severen loopt tot 31 oktober in de Villa Cavrois in Croix
Overzicht: de economische impact van het coronavirus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier