Deme in zee met Hochtief

De waterbouwgroep Deme bouwt in een joint venture met de Duitse bouwgroep Hochtief een supergesofisticeerd vaartuig voor offshore-opdrachten voor boorplatformen voor olie en gas, en vooral voor de bouw van windturbines

Het nieuwe schip – kostprijs: 220 miljoen euro – moet vanaf midden volgend jaar in de vaart zijn voor rekening van GO Infra Sea Solutions. Dat is een joint venture met de Duitse groep Hochtief.

Deme-dochter GeoSea, dat als groeibedrijf recentelijk nog werd uitgeroepen tot Trends Gazellen Ambassadeur, nam een 50%-participatie over van scheepvaartgroep Beluga in HGO. De eerste opdracht is al binnen: het plaatsen van windturbines voor een windmolenpark van het Franse Areva.

In plaats van onderdeel per onderdeel kan de Innovation 1 een windturbine in één keer plaatsen: fundering, toren en wieken. “Een enorme besparing”, weet Bernard. Bovendien kan het vaartuig bij zwaarder weer werken dan de huidige schepen, en in 50 meter diep water. “Het wordt een echte floating factory of the future: we zullen bijna heel het jaar door windmolens kunnen plaatsen.”

Tegelijk zet de Innovation 1 de koers uit voor medebouwheer Deme. “Olie en gas, ertsen, energie en offshore-werken, daar zit de toekomst”, weet CEO Alain Bernard. “Nu zijn olie, gas en wind goed voor 30 procent van de omzet: over tien jaar is dat verdubbeld.”
De Innovation 1 is niet het enige nieuwe schip in de Deme-vloot.

Vrijdag 8 juli slaan de flessen champagne te pletter tegen de romp van de vaartuigen Flintstone en Congo River. De Congo River staat symbool voor de traditionele baggeractiviteit: een 200 miljoen euro kostende megahopperzuiger van 30.000 m³ die door zijn ondiepte strandverbeteringen kan uitvoeren aan de kustlijn, en tegelijk op zeer grote diepte kan baggeren. De Flintstone, een investering van 125 miljoen euro, moet dan weer mineralen gaan delven in volle zee, tot 2000 meter diep stenen storten rond de fundering van windparken en kabels leggen.

Krachten bundelen

De diversificatie naar de hernieuwbare energie wordt door Bernard gekaderd in de Europese klimaatdoelstellingen. Die impliceren dat tegen 2020 voor maar liefst 43 gigawatt aan zeewindmolenparken worden gebouwd. De belangrijkste markten zijn Duitsland -10 GW – en vooral het Verenigd Koninkrijk: 25 GW. Bernard: “We zoeken ook daar een structurele partner. Een civiele bouwgroep, die voor de Britse markt hetzelfde kan doen als Hochtief op de Duitse.”

Maar Deme reikt niet alleen de hand aan buitenlandse partners. De waterbouwer trekt ook mee aan de kar van Flanders Maritime Cluster, waar een aantal Vlaamse bedrijven de krachten bundelen. Zo onderzoekt het adviesbureau 3E, in samenwerking met het IWT, een meetboei. Kostprijs: 1,2 miljoen euro.

De boei zal met lasertechnologie vanaf begin 2012 de opbrengstmodellen van zeewindmolenparken objectiveren. Werner Coppye, chief technology officer van 3E: “Door de opbrengsten goed in kaart te brengen, kunnen we de goede investeringen doen. Misschien is het soms nuttig om de windmolens op de zijkant stiller te laten draaien om het rendement in het midden te verhogen, en uit te komen op een lagere energiekost voor de eindconsument.”

L.H.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content