Delta Lloyd vecht voor hogere kapitaalbuffer
Delta Lloyd verkoopt zijn volledige portefeuille beleggingen in winkelpanden. Eerder gingen al de kantoren de deur uit. De Nederlandse verzekeraar tracht op alle mogelijke manieren zijn risicoprofiel te verbeteren en de solvabiliteit op te krikke
Delta Lloyd meldde vanmorgen de verkoop van zijn beleggingen in commercieel vastgoed aan European Property Investors Special Opportunities 4 (Episo4). Het gaat om een vijftiental winkelcentra en -panden verspreid over Nederland. De opbrengst van de verkoop bedraagt 273 miljoen euro.
Vorige maand ontdeed Delta Lloyd zich ook al van zijn beleggingen in zakelijk vastgoed. De kantoorpanden werden voor 226 miljoen euro verkocht aan First Sponsor Group. Na beide operaties wil Delta Lloyd zijn investeringspolitiek in vastgoed volledig concentreren op huurwoningen.
De twee transacties hebben volgens Delta Lloyd maar een beperkte impact op de solvabiliteitsratio. Maar ze gebeuren wel vanuit de logica om de kapitaalpositie te versterken. Door de verkoop van het commercieel en zakelijk vastgoed bouwt Delta Lloyd de risico’s in zijn beleggingsportefeuille af, terwijl de nieuwe, strengere kapitaalverplichtingen van Solvency II precies gekoppeld zijn aan het risicoprofiel van de verzekeraar.
Delta Lloyd zag sinds medio dit jaar drie kwart van zijn beurskapitalisatie in rook opgaan. De verzekeraar kampt onder Solvency II, dat op 1 januari 2016 van kracht wordt, met zwakke kapitaalbuffers. De groep kondigde al een kapitaalverhoging van een miljard euro aan, maar dat stelde beleggers niet op hun gemak. Zij vrezen dat Delta Lloyd tijd zal nodig hebben om zijn kapitaal te versterken en dat er geen ruimte meer zal zijn voor een mooi dividend (zeker na de verwatering door de kapitaalverhoging).
Zonder rekening te houden met de geplande emissie bedraagt de solvabiliteit van Delta Lloyd 136 procent. Dat is in principe voldoende. 100 procent is de wettelijk vereiste bodem waaronder je als verzekeraar niet mag zakken. Zo niet zal de toezichthouder zich met de zaak bemoeien en vragen om een herstelplan in te dienen. Delta Lloyd zegt een kapitaalbuffer van 140 tot 180 procent na te streven. Daarom gaat de verzekeraar met de grove borstel door zijn activiteiten.
Interne modellen
De meeste goed presterende verzekeraars hebben meer marge dan Delta Lloyd. Bij Nationale Nederlanden, de afgesplitste verzekeringspoot van ING, bedraagt de solvabiliteit onder Solvency II liefst 247 procent. Dat komt mede omdat NN van de Nederlandse toezichthouder de toestemming kreeg interne modellen te gebruiken bij de berekening van de solvabiliteit. Die houden rekening met het specifieke risicoprofiel van de verzekeraar en leveren doorgaans een gunstiger solvabiliteit op.
Delta Lloyd wilde ook met interne modellen werken, maar kon niet bewijzen dat die modellen helemaal op orde en betrouwbaar zijn, en trok daarop zijn aanvraag in. Daardoor is de verzekeraar gedwongen te werken met gestandaardiseerde rekenmodellen, die in de regel een lager solvabiliteitscijfer opleveren.
Net vandaag maakte de Nationale Bank van België bekend dat verzekeraar Ageas een partieel intern model mag gebruiken om de solvabiliteit van zijn activiteiten in niet-leven te berekenen. Het partieel intern model is zo’n beetje de derde weg: een gemengde aanpak die standaardmodellen gecombineerd met het gebruik van interne modellen voor bepaalde activiteiten of beleggingen.
Op basis van de balans in de eerste zes maanden van 2015 zou de solvabiliteit van Ageas’ verzekeringsactiviteit volgens het standaardmodel 178 procent bedragen, vertelde de Belgische groep enkele maanden geleden aan investeerders. Met gebruik van een partieel intern model, waarvoor het zopas de toelating kreeg, zou dat cijfer stijgen tot naar schatting 188 procent. Ageas zal in februari zijn Solvency II-cijfers voor het hele boekjaar 2015 bekendmaken. Het streefcijfer bedraagt 175 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier