Redactie Trends
‘De werknemer moet autonoom kunnen beslissen wanneer hij of zij digitaal onbereikbaar is’
Als de werknemer autonoom kan beslissen wanneer hij digitaal onbereikbaar is, komt dat zijn of haar welzijn ten goede, zegt Daniëlle Vanwesenbeeck, general manager van Mastermail.
In de vakantieperiode mag de boog wat minder gespannen staan. Gsm’s en laptops gaan aan de kant en worden vervangen door een fles wijn, bruschetta’s en familytime. De knop van de werkmodus gaat op ‘af’. We gaan andere dingen doen. Of toch niet? Eén op de vijf werknemers bekijkt zijn mails tijdens zijn vakantie; er zijn zelfs studies die spreken van één op de drie. Eén op de vijf werknemers beantwoordt werktelefoontjes tijdens zijn vakantie.
In de nieuwe arbeidsdeal staat onder meer het recht op deconnecteren. Dat bestond al voor ambtenaren, maar wordt nu uitgebreid tot werknemers in bedrijven met twintig medewerkers of meer. Ook zij hebben nu het recht om niet te hoeven reageren op telefoons of mails die buiten de werkuren aankomen. De werkgever mag dus niet verwachten dat je elk moment bereikbaar bent. Concreet mag de werkgever enkel in ‘zeer uitzonderlijke gevallen’ de medewerker contacteren buiten de uren. De deconnectiewet bepaalt evenzeer dat de werknemer geen nadeel mag ondervinden als hij niet reageert op telefoons of mails buiten de werkuren.
De werknemer moet autonoom kunnen beslissen wanneer hij of zij digitaal onbereikbaar is.
De regeling komt er uit de overtuiging dat een stijgend gebruik van digitale arbeidsmiddelen buiten de werkuren voor de personeelsleden een grote bron van stress kan zijn. Het werk fysiek en mentaal achter zich kunnen laten tijdens de pauzes en buiten de werkuren, zou het welzijn ten goede komen. Ook zouden mensen een betere focus hebben, beter recupereren en meer energie hebben.
Ik geef toe dat ik zelf ook zondig aan het geconnecteerd blijven. Ik vind dat ook normaal als bedrijfsleider. Mails checken op mijn smartphone terwijl ik ergens op een strand zit, ik doe het verschillende keren op een dag, ook in het weekend. Er zijn altijd klanten die zaken doorsturen. En toch… het is soms een vergif. Het is als een verslaving, dat customer centric denken, maar ook dat eeuwige checken van die mails.
Een studie van Ward Gilijns en Alice Verlinden, beiden afgestudeerd als preventieadviseurs, stelt dat er drie gradaties van deconnectie zijn. Er zijn de FOMO-mensen die vrezen van alles te zullen missen; er zijn er die een onderscheid maken tussen wat ze behandelen en wat ze links laten liggen; en er is een derde groep die de laptop of gsm volledig afsluiten.
Ik zie die gradaties ook bij onze medewerkers. Sommigen kunnen moeilijk loslaten. Sommigen kunnen hun mails checken op de gsm, maar dat wil zeggen dat ze de werkmails ook tijdens hun vakantie kunnen zien. Ze forwarden dan tijdens hun vakantie. Ik maan hen aan dat niet te doen. Vakantie is vakantie. Dat ze betrokken zijn is mooi, maar er moeten ook momenten zijn dat ze loslaten.
De studie vermeldt ook dat afhankelijk van de aard van de job er ook een herstelperiode van die digitale connectie moet zijn. En daar zit misschien wel de uitdaging. Elke baan vraagt een andere focus, maar ook elk individu heeft andere noden om digitaal te deconnecteren. Er zijn mensen die liever wel hun mails ‘s avonds lezen. Het voorbeeld van een Duitse supermarkt die besliste haar mailserver af te sluiten na 18 uur is dus niet echt zinvol.
Het gaat vooral over de individuele autonomie die gerespecteerd moet worden. Als de werknemer autonoom kan beslissen wanneer hij digitaal onbereikbaar is, komt dat zijn of haar welzijn ten goede. De vraag is dus of het recht op deconnecteren op de juiste manier is ingevuld in de wet. De praktijk zal uitwijzen of er nog bijsturing nodig is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier