‘De vraag naar rubber kan enkel nog toenemen’

© Jona Hamers/IG

Via de participatie van het Singaporese GMG Global wil de Belgische familiale plantageholding Siat zijn expansie versnellen. Het Siat-topduo -vader Pierre en dochter Helena Vandebeeck- wordt na Afrika ook in Azië actief.

Siat is een van ‘s werelds belangrijkste plantageholdings met dochterondernemingen in Nigeria, Ivoorkust, Gabon en Ghana. Siat runt 250.000 hectare plantagebedrijven voor de productie van palmolie en rubber en haalt een jaarlijkse omzet van meer dan 200 miljoen euro.

De groep was tot nu toe via de familieholding Fimave voor 85 procent in handen van de oprichters, de familie Vandebeeck. Siat krijgt nu met rubberplantagegroep GMG een nieuwe aandeelhouder. GMG, een in Singapore gevestigde dochter van het Chinese chemieconcern Sinochem, verwerft een belang van 35 procent in Siat en betaalt daarvoor 192 miljoen euro. Het familiale belang, vertegenwoordigd door oprichter en CEO Pierre Vandebeeck en zijn dochter en COO Helena, verwatert tot 51 procent. “Met deze operatie hebben we om te beginnen een grote concurrent uitgeschakeld”, zegt Pierre Vandebeeck. “Telkens als we ons op overnamepad waagden kwamen we GMG tegen. Ten tweede komt er geld binnen voor de expansie van Siat. Wij beschikken nog over een enorme landreserve van 200.000 hectare die we nog niet hebben aangeplant. We zijn sinds begin dit jaar ook in Cambodja actief waar een nieuwe rubberplantage wordt aangelegd. Aan de huidige snelheid kunnen we 3 tot 4000 hectare extra bijplanten per jaar. We willen die snelheid optrekken en daarvoor is geld nodig. Daarom werd Siat opengesteld voor Chinees kapitaal.”

“Een hectare plantage aanleggen kost ongeveer 6000 dollar”, zegt dochter Helena Vandebeeck. “Om 10.000 hectare te ontwikkelen moet je dus 60 miljoen dollar op tafel leggen. Een plantage uitbouwen betekent ook dat je voor de totale infrastructuur moet zorgen. Er is een fabriek en een waterzuiveringsinstallatie nodig. We bouwen huizen en sociale voorzieningen voor het personeel.

U was vooralsnog enkel in Afrika actief. Waarom met plantages beginnen in Azië?

Pierre Vandebeeck: “De groeimarkt voor onze producten ligt in Azië en niet in Europa. Sinochem, het moederbedrijf van GMG, zoekt in Afrika en Azië naar participaties. Het wil overal voet aan de grond krijgen in Afrika want de vraag naar rubber in de Aziatische groeilanden zal enkel nog toenemen.”

Helena Vandebeeck: “De plantagesector vraagt een specifieke knowhow. Het is niet eenvoudig om een plantagebedrijf draaiende te houden. Via GMG wil Sinochem ook toegang krijgen tot die expertise.”

Wat weegt meer door in de omzet: palmolie of rubber?

Helena Vandebeeck: “Momenteel is het fiftyfifty maar rubber wordt belangrijker. Rubber zal grotendeels in Afrika worden geproduceerd, daar zijn de productiekosten ook het laagst. Palmbomen groeien dan weer beter in Azië dan in Afrika. De productie per hectare is er hoger. Dat heeft alles met het klimaat te maken.”

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content