Het bagger- en bouwbedrijf NV Jan De Nul Group haalde in 2013 licht betere resultaten dan het jaar voordien, ondanks de problemen in de internationale baggermarkt.
De crisis in het Westen en de minder sterke groei van China remmen de expansie van de markt. Maar de bouwactiviteiten van de groep konden veel goedmaken.
De netto-omzet van de groep steeg lichtjes, met 9,65 miljoen euro naar 2123 miljoen. Dankzij een streng kostenbeleid steeg de winst met 7,12 miljoen tot 123,3 miljoen. Positief is ook dat de schuldgraad met 88,34 miljoen daalde tot 1292 miljoen. Het eigen vermogen is dan ook opnieuw gegroeid met 83,32 miljoen tot 2028 miljoen. Wat goed is voor 54 procent van het balanstotaal tegen 52 procent in 2012.
“De cijfers zijn in de lijn der verwachtingen”, klinkt het nuchter bij De Nul. Het bedrijf beseft dat het nog een tijd kan duren voor de baggersector uit het dal kruipt. Voor investeringen in nieuwe schepen is het wachten op een herneming van de markt. “We hebben een aantal zaken op de tekentafel die we snel kunnen realiseren, maar wachten af”, stelt De Nul. Opvallend is dat de bouwtak belangrijker werd. Die was in 2013 goed voor 22,05 procent van de netto-omzet, tegen 13,37 procent in 2012. Voor de werken aan het Panamakanaal is er een akkoord tussen het bouwconsortium Grupos Unidor Por el Canal – waarin De Nul een economisch belang heeft van 15% – en de opdrachtgever Autoridad del Canal de Panama om de onverwachte kosten op te vangen.
Hiervoor legde men een provisie aan van 103 miljoen. Er is ook een akkoord over de afwikkeling van het contract voor de aanleg van de haven en industriezone Ha Tinh in Vietnam. (WVD)
