‘De Lijn moet meer luisteren naar reizigers’
De Vlaamse ombudsman zegt te vaak ‘het eerste luisterend oor’ te moeten zijn voor reizigers van de Lijn die beboet zijn. Dat kan niet de bedoeling zijn, laat ombudsman Bart Weekers verstaan in een persbericht.
De ombudsman stelt vast dat meer controle voor minder zwartrijden zorgt. “De Lijn legt per jaar ruim 50.000 boetes op, en doet dat efficiënt”, verduidelijkt Weekers. “Dat het daarbij 150 à 200 keer tot een klacht komt, is normaal. Maar mensen verwachten ook een luisterend oor, en krijgen zelden de kans om hun boete mondeling te bespreken. Als de boete wordt opgelegd, heeft de klant een gesprek met de controleur, maar daarna krijgt de klant nog maar zelden de kans om de boete mondeling te bespreken. Onze ervaring leert ons dat een telefoongesprek van een tiental minuten voor veel begrip zorgt,” luidt het.
Daarom pleit de ombudsman ervoor om de zes provinciale klantendiensten om te vormen tot één klantendienst. Volgens Weekers zijn er op dit moment te veel interne verschillen, en beschikt De Lijn overigens al over één boetedienst. “Het zou efficiënter zijn om het zo te doen en de klanten telefonisch te contacteren. Dat zou een grote winst zijn voor De Lijn, en voor meer begrip zorgen.”
De Lijn-woordvoerder Tom Van de Vreken meldt dat de vervoersmaatschappij al aan een herschikking van de diensten werkt. Dat project zou tegen de zomer rond moeten zijn. (Belga/BO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier