De investeringsaftrek zit in een nieuw kleedje: welke investeringen kunnen zelfstandigen aftrekken van hun winst?

ZELFSTANDIGEN. Met de investeringsaftrek wil de overheid ondernemers aanmoedigen productieve investeringen te doen. © Getty Images/iStockphoto
Roel Van Espen medewerker Trends

Sinds 1 januari 2025 gelden in ons land nieuwe regels rond de investeringsaftrek voor zelfstandigen en bedrijven. De regering-De Wever maakte in het regeerakkoord opnieuw enkele hervormingen bekend. Hoe zit dat precies?

Met de investeringsaftrek kunnen zelfstandigen en ondernemingen een percentage van hun kosten aftrekken van hun belastbare winst. Met dat fiscale voordeel wil de overheid hen aanmoedigen productieve investeringen te doen. Bepaalde inspanningen geven zelfs recht op een verhoogde investeringsaftrek boven op de reguliere afschrijvingen.

Het was al langer aangekondigd dat het voormalige regime van de investeringsaftrek in ons land toe was aan vernieuwing. Een structurele hervorming moet duurzame investeringen een duwtje in de rug geven. De nieuwe regeling is van toepassing op vaste activa die sinds 1 januari 2025 zijn verkregen of tot stand gebracht.
In het verleden werd gewerkt met tarieven die afhingen van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en die vervolgens verhoogd werden met een vast aantal procentpunten. In plaats daarvan is er nu een stelsel met drie categorieën van investeringsaftrekken, waaraan telkens een vast percentage wordt gekoppeld: de basisaftrek, de verhoogde thematische aftrek en de technologie-aftrek. Een actief kan slechts onder één categorie vallen.

1 De basisaftrek

De basisaftrek voor zelfstandigen en kmo’s werd opgetrokken van 8 naar 10 procent. Voor digitale investeringen in onder meer betalings- en facturatiesystemen, ICT- en cyberbeveiliging, klantenbeheer en privacybescherming wordt het basistarief verdubbeld tot 20 procent. Een ‘klimaat- en milieu-uitsluitingslijst’ vermeldt welke investeringen geen recht geven op de basisaftrek, zoals investeringen in activa die gebruikmaken van vervuilende fossiele brandstoffen.
Grote ondernemingen komen nooit in aanmerking voor de gewone of verdubbelde basisaftrek.

2 De verhoogde thematische aftrek

De wetgever introduceerde als tweede categorie de verhoogde thematische investeringsaftrek voor groene investeringen. Zogenoemde investeringslijsten brengen meer duidelijkheid. De eerste versie werd op 31 december 2024 gepubliceerd in een bijlage van het Belgisch Staatsblad. De lijsten worden in principe om de drie jaar geactualiseerd en hebben betrekking op vier thema’s:

• De energie-investeringslijst betreft investeringen die bijdragen aan een efficiënter energieverbruik (beperking van energieverliezen, terugwinning van energie, aanpassing van installaties en industriële processen, enzovoort) en de productie van hernieuwbare energie.

• De vervoer-investeringslijst beoogt investeringen in emissievrije vervoersmiddelen (over de weg, via het spoor of over water), inclusief de bijbehorende (laad)infrastructuur.

• De milieu-investeringslijst benoemt andere milieuvriendelijke investeringen die buiten de twee vorige lijsten vallen (bijvoorbeeld inspanningen die leiden tot minder gebruik van grondstoffen of tot minder afval).

• De investeringslijst voor digitale ondersteuning betreft aanschaffingen van digitale vaste activa ter ondersteuning van de investeringen die opgenomen zijn in de drie bovenstaande lijsten. De details daarvan worden later nog gepubliceerd.

Het federale regeerakkoord schrapt de attestvereiste voor de technologieaftrek. Dat zou de procedure gevoelig vereenvoudigen’

Joachim Janssen, partner tax & legal services Moore

“Het tarief voor zo’n thematische investeringsaftrek bedraagt sinds de invoering begin dit jaar 40 procent voor zelfstandigen en kmo’s, en 30 procent voor grote ondernemingen”, weet Joachim Janssen, partner tax & legal services van Moore. “Het onlangs gepubliceerde regeerakkoord vermeldt nu echter een geharmoniseerd tarief van 40 procent voor iedereen.” Voor de concrete inwerkingtreding is het nog wachten op de omzetting in wet- en regelgeving.

Andere wijzigingen rond de thematische investeringsaftrek zijn niet voorzien in het regeerakkoord. Dat betekent dat de minimum- en maximumgrenzen binnen bepaalde categorieën behouden blijven, en dat sommige investeringen nog altijd een voorafgaande energiestudie of -audit vereisen. Weet ook dat een thematische investeringsaftrek niet altijd mogelijk is voor investeringen waarvoor al gewestelijke steun werd aangevraagd.

“Om gebruik te kunnen maken van de thematische investeringsaftrek dien je een attest, afgeleverd door de bevoegde overheidsdienst, aan je aangifte van de vennootschapsbelasting toe te voegen”, zegt Joachim Janssen. “Dat document moet binnen de drie maanden na het afsluiten van het boekjaar worden aangevraagd. De conformiteit wordt beoordeeld op basis van de op dat moment van kracht zijnde investeringslijsten.”

“Voor investeringsprojecten die over meerdere boekjaren lopen, kun je een investeringscertificaat aanvragen binnen de drie maanden na de laatste dag van het boekjaar waarin het project wordt gestart. Daarmee verkrijg je zekerheid over de kwalificatie van de investering, ook wanneer de investeringslijsten in de toekomst herbekeken worden.”

3 De technologie-aftrek

De derde categorie van de investeringsaftrekken is de technologieaftrek. Die werd geïntroduceerd voor investeringen in octrooien en vaste activa ter ondersteuning van onderzoek naar en ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en toekomstgerichte technologieën. Het vaste aftrekpercentage bedraagt 13,5 procent (eenmalig) ofwel 20,5 procent (gespreid over meerdere boekjaren) voor zowel zelfstandigen, kmo’s als grote ondernemingen.

“Ook voor de technologieaftrek moet je vandaag een specifiek gewestelijk attest aanvragen en toevoegen aan je aangifte”, merkt Joachim Janssen op. “Maar het federale regeerakkoord schrapt die vereiste. Het afschaffen van die administratieve stap zou de procedure gevoelig vereenvoudigen.”

Z

Wat belooft het regeerakkoord nog meer?

Het regeerakkoord bevat nog andere elementen die betrekking hebben op de investeringsaftrek. Jo Roseleth, managing partner tax & legal services van Moore, zet de belangrijkste op een rij.

• Overdraagbaar: hoewel dat vandaag ook al grotendeels het geval is, beoogt de regering-De Wever in haar regeerakkoord een investeringsaftrek die onbeperkt en zonder beperkingen overdraagbaar is.

• Versnelde afschrijving: de regering introduceert eveneens een mogelijkheid om bepaalde investeringen (onder meer in energietransitie en onderzoek en ontwikkeling) versneld af te schrijven.

• Bedrijfsvoorheffing: sinds 1 januari 2025 geldt een cumulverbod voor de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers en elke vorm van investeringsaftrek. Concreet: wanneer in de investeringswaarde van het betrokken actief bezoldigingen zijn opgenomen waarvoor een bedrijfsvoorheffingsvrijstelling geldt, moet u het bedrag van de niet-doorgestorte voorheffing uit de berekeningsbasis van de aftrek halen. Het regeerakkoord voorziet nu echter in een verduidelijking van die regeling om een stabieler kader creëren.

• Convenant: het regeerakkoord pleit bijkomend voor een convenant tussen de federale onderzoeks- en ontwikkelingsadministratie en de belastingadministratie. Dat moet een betere samenwerking en informatie-uitwisseling mogelijk maken, zodat ondernemingen sneller duidelijkheid krijgen over hun fiscale behandeling. Een nauwere samenwerking zou de kans op betwistingen en controles verminderen, alsook het vertrouwen van bedrijven in de fiscale stimulansen voor innovatie versterken.

Onderzoekscentrum: ondernemingen krijgen ook de mogelijkheid om zich officieel te laten erkennen als onderzoekscentrum. Dat voorstel sluit aan bij systemen waar bedrijven een meer voorspelbaar en consistent fiscaal beleid genieten als ze investeren in onderzoek en ontwikkeling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content