De beginselen van Buelens: waar trek je de grens tussen werk en gezin?
Werk en gezin zijn communicerende vaten. Elk uur dat je met je kinderen doorbrengt, is een uur minder dat je e-mails kunt beantwoorden. Waar trek je de grens?
E-mails beantwoorden met een baby op de schoot is zelden optimale gezinstijd, en het foutenpercentage in je e-mails stijgt significant. Elk uur dat je langer in een vliegtuig zit, is een uur minder dat je thuis bent. Maar tijdslogica is geen psychologica. Misschien is het beter wat minder uren thuis te zijn, maar thuis wel kwaliteitsvolle uren door te brengen. Recent onderzoek laat er geen twijfel over bestaan: de belangrijkste variabele die problemen veroorzaakt, is de economisch-rationele invalshoek. Tel het aantal uren dat je met het andere systeem (werk of gezin) bezig bent, en je weet hoe groot de kans op problemen is. De negatieve gevolgen van slecht aangepakte conflicten tussen werk en gezin, zijn aanzienlijk. Bij ernstige conflicten worden meer ontevredenheid, psychische klachten, cardiovasculaire effecten en slaapproblemen gerapporteerd.
Partners kunnen vaak de eerste coach zijn. Maar als je over het werk niet praat, verlies je die kans.
Alle oplossingen voor het evenwicht tussen werk en gezin moeten vertrekken van het fundamentele gegeven dat het werksysteem het sterke systeem is, met zijn ondubbelzinnige evaluaties, zijn resultaatsdruk en zijn veeleisende supervisors of klanten. Het gezinssysteem is het zwakke systeem, met zijn niet al te heldere verwachtingen, zijn goodwill, zijn emotioneel aangestuurde verwachtingen. Maar wie zijn gezin voldoende afschermt – en vrouwen zijn daar volgens onderzoek beter in dan mannen – beschermt zichzelf wel tegen de zogenoemde negatieve spill-over.
Drie strategieën
Het is vaak geen bewuste keuze, maar koppels volgen vaak een van deze drie fundamentele strategieën: segmentatie, superstrategie of integratie. Segmentatie is het eenvoudigst: je houdt beide werelden strikt gescheiden. Dat is aan te bevelen als het aantal werkuren echt de pan uit dreigt te rijzen. Maar door een strikte segmentatie, die vooral populair is bij heel rationele mensen, dreigt snel vervreemding. Je praat met elkaar het liefst niet over het werk, waardoor je je frustraties gewoon opkropt. Er is nog een tweede nadeel: een partner is doorgaans een goede adviseur, zeker in een goede relatie. Partners kennen elkaars sterktes en zwaktes, en kunnen vaak de eerste coach zijn. Maar als je niet praat over het werk, verlies je die kans.
Bij de superstrategie combineer je twee banen: een baan thuis en een baan op het werk. Op weg naar huis doe je boodschappen, passeer je even langs de stomerij. Je verschijnt klokvast aan de kinderopvang, de HelloFresh-box is al de dag voordien voorbereid, en na de familietijd, als de kinderen in bed liggen, wordt de laptop bovengehaald. Bij mensen met een uitgesproken managementbrein, de natuurlijke planners, werkt dat, maar het is uitputtend. Op het werk klaag je over een gebrek aan flexibiliteit, en telkens als het daar leuk is – een drankje na de uren, nog wat informeel nakletsen – ben je niet van de partij.
Een heel kleine minderheid slaagt in de integratiestrategie. Op ongeveer elk moment kun je switchen van het ene naar het andere systeem. Dankzij een sterke focus én een tolerante werkomgeving kun je op het werk ook privézaken afhandelen, en thuis ben je uiterst productief voor de baas. Telkens volg je de wet van de situatie. Dat veronderstelt een heel grote autonomie en een heel rijpe, bijna mindful persoonlijkheid. Vergeet niet dat beide systemen andere kenmerken hebben en dat omstellen telkens energie vergt.
Maar in de meeste gevallen is die integratiestrategie zelfbedrog. Zo vertelt iemand graag één anekdote hoe hij tijdens het werk de loodgieter thuis aanstuurde of per Skype een verhaaltje vertelde aan een ziek kind, maar de partner zal snel vertellen over de tientallen keren dat dit niet het geval was. Het werksysteem laat dat meestal niet toe. Chirurgen kunnen niet worden weggeroepen tijdens een operatie, en de meeste banen zijn zo georganiseerd dat ze meer lijken op die van een chirurg dan op die van een poëet.
Drie voordelen
Werk verrijkt het privéleven ook. Recent onderzoek heeft de voordelen gerangschikt in drie grote groepen. Je verwerft nieuwe vaardigheden op het werk. Zo leren de meeste werknemers computervaardigheden op het werk en niet thuis. Je ontwikkelt ook veerkracht en flexibiliteit door je baan. Je leert om te gaan met stress en onverwachte problemen, en je leert je aan te passen aan nieuwe situaties. En je verwerft materiële middelen zoals een wedde, een smartphone en een bedrijfsauto. Los daarvan – maar dat wordt zelden besproken bij werk-privéconflicten – kan werk ook een bron van trots zijn, structuur bieden, identiteit verschaffen en betekenis geven aan je leven.
Zorg voor voldoende sociale steun, zodat je het gevoel hebt dat je er niet alleen voor staat.
Het is een klassieker: vrouwen dragen de last. Maar een recente meta-analyse op basis van meer dan 350 betrouwbare studies relativeert die stelling. Zowel vrouwen als mannen lijden onder de slechte aanpak van het samenspel tussen werk en gezin. Klassiek heette het dat mannen meer problemen hadden met het doorvloeien van het werk naar het gezin, maar als je rekening houdt met het feit dat vrouwen vaak andere functies uitoefenen dan mannen en dat ze meer deeltijds werken, lijken die verschillen veeleer beperkt. Zouden tientallen jaren acties over de gelijkheid tussen man en vrouw dan toch enige vruchten hebben afgeworpen? Helaas niet, want de onderzoekers stelden dat na de controle van een aantal storende variabelen het verschil tussen mannen en vrouwen ook in de oudere studies heel klein was.
Eén factor steekt met kop en schouders boven alle andere uit: zorg voor voldoende sociale steun, zodat je het gevoel hebt dat je er niet alleen voor staat. Een brede organisatorische steun op het werk is de beste buffer, meer nog dan de individuele houding van je chef en je medewerkers. Waarschijnlijk omdat je in een goede relatie hoe dan ook op het thuisfront kunt rekenen.
Wat raden psychologen aan?
1. Plan meer. Reserveer het improviseren voor als het echt nodig is.
2. Probeer methoden uit mindfulness toe te passen, waarmee je meer in het hier en nu kunt leven.
3. Communiceer, communiceer, communiceer (maar zeur niet).
4. Ken je grenzen en maak ze duidelijk.
5. Goed genoeg is goed genoeg. Perfectionisme is vijand nummer één.
6. Vraag gerust hulp. Wees niet te trots.
7. Help anderen, ook al heb je het zelf druk. Het helpt je ook je eigen problemen beter aan te pakken.
Bron: Monitor on Psychology
Negatieve of positieve spill-over
De belangrijkste gevolgen van een ernstig conflict tussen werk en gezin zijn:
– minder tevredenheid over het werk, het gezin en het leven in het algemeen
– psychologische klachten (stress, burn-out)
– cardiovasculaire problemen
– slaapproblemen
De belangrijkste effecten van een positieve spill-over van het werk naar het gezin kunnen zijn:
– nieuwe vaardigheden
– meer veerkracht en weerstand
– verwerven van materiële voordelen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier