De beginselen van Buelens: hoe evidence based is managementcoaching?
Coaching is het daadwerkelijk helpen van andere personen bij het formuleren en bereiken van hun prestatiegerichte doelstellingen.
Evidence based of eminence based?
Bij eminence based weegt het oordeel van belangrijke personen zwaarder dan de systematische evidentie. Je bent waarschijnlijk ’eminence based’ opgevoed: wat je moeder en vader dachten of voelden over opvoeding woog zwaarder dan wetenschappelijke inzichten.
Voor de belangrijkste parameters in de geneeskunde (wanneer dien je het beste cholesterolverlagers toe?) wordt er, al dan niet op basis van betrouwbare studies, door gezaghebbende eminenties van academische verenigingen via hun gezaghebbende publicaties gezegd hoe het hoort. Consensus tussen experts schuift zich tussen de wetenschappelijke feiten en de actie.
Bij coaching gaan vele pseudo-experts er prat op dat ze zelf de enige bron van ’eminentie’ zijn. We citeren even Maarten Freriks (2018): “Het is als coach volkomen geaccepteerd om een specifieke methode aan te hangen, omdat je er persoonlijk zulke goede ervaringen mee hebt, omdat een goeroe-achtig type de aanpak met verve verkondigt en vele aanhangers heeft, of omdat het bedrijf dat de methode verkoopt zo succesvol is, of gewoon omdat het goed voelt. Ik ben blij dat ik nooit een medische behandeling heb moeten ondergaan die geselecteerd was op basis van deze criteria.”
Waar staat coaching?
In de meeste gevallen wordt er gecoacht vanuit subjectieve persoonlijke eminentie. Zelfs zogenaamde professionele coaches volgen vaak één enkel model, dat ze min of meer toevallig hebben verworven, en waaraan ze op de koop toe jarenlang blijven ‘hangen’.
Is er expert-eminentie? Zijn er wetenschappelijke tijdschriften die op gezaghebbende wijze de stand van zaken samenvatten? Ja. Zijn er belangrijke, wereldomvattende academische associaties die in hun bestuur de belangrijkste eminenties tellen en die via consensus minimumnormen opleggen? Hier is het antwoord helaas neen. Er zijn wel enkele gezaghebbende tijdschriften, maar hun min of meer toevallige redactieraden zijn virtueel en missen in elk geval het morele academische gezag om aan praktijkcoaches normen op te leggen.
Zijn er evidence based inzichten? Ja, er zijn geïsoleerde studies, die bijna nooit kunnen veralgemeend worden. Zelfs een ‘gewogen’ overzicht van tachtig Amerikaanse studies met MBA-studenten, verpleegkundigen en verkopers van levensverzekeringen kan je echt niet evidence based noemen. Helaas passen de resultaten van onderzoek over de effecten van coaching in het rijtje van zovele managementprocessen zoals evaluatie, incentives, of leiderschap. Hoe sterker het onderzoek, hoe meer controles, hoe meer onafhankelijke metingen, hoe minder spectaculair het resultaat. We volgen zonder meer Marc Cnodde (2018) die de situatie helder samenvat: er zal nog langdurig en goed wetenschappelijk onderzoek nodig zijn om de verschillende coachingaanpakken afdoende van elkaar te kunnen onderscheiden.
Zijn er evidence based onderzoeksresultaten?
Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel. Je kan samenvattend stellen dat professionele coaching mensen helpt veerkrachtiger te worden, zich beter in hun vel te voelen, een beter inzicht in zichzelf te verwerven en beter hun doelstellingen te bereiken. Dat is al een eerste geruststelling. Merk op dat de resultaten ‘professionele coaching’ veronderstellen. De coach moet in staat zijn professioneel om te gaan met de emoties van de cliënt. De kwaliteiten van de coach tellen wel degelijk mee. Er is vrij brede consensus dat de vertrouwensrelatie tussen coach en cliënt doorslaggevend is. Dat betekent dat andere elementen veel minder doorslaggevend zijn. Vooral lijkt de methode die de coach hanteert, binnen zekere grenzen, weinig uit te maken. Zelfs een erg betwistbare benadering zoals psycho-analyse kan in handen van een ervaren coach heel goed werken, niet omdat de freudiaanse psychoblabla enige relevantie heeft, maar omdat de coach die blabla respectvol hanteert.
In het onderzoek van onder andere De Haan uit 2016 blijken twee factoren belangrijk voor een succesvolle coaching. De eerste is de ‘klik’ in de werkrelatie tussen coach en cliënt, de tweede is het zelfsturende vermogen van de cliënt. Die klik moet niet al te mysterieus worden omschreven. Het echt belangrijke is de mate waarin coach en coachee overeenstemming bereiken over taken en doelen, vooral als het zelfsturende vermogen te zwak is. Dat hoeft ons niet echt te verwonderen. Management draait om doelstellingen realiseren, niet voor dieptepsychologische analyse.
Heel boeiend (zie kadertje Drie inzichten) is het belang van multi-sourcefeedback. Alleen betrouwbare feedback kan het betere coachingproces sturen. De coachee moet vooral weten waar hij staat. Daartoe hanteer je het beste vele bronnen. Iedereen weet hoe onbetrouwbaar het oordeel van chefs over hun medewerkers is, al te vaak meestal partieel, sterk vertekend. Het oordeel zegt vaak meer over de chef dan over de medewerker. Meteen kunnen we grote vraagtekens plaatsen bij ‘de chef als coach’. Het is een controverse of externe coaches beter zijn dan interne.
Wat kan een coach in de praktijk doen?
Even je schouders ophalen en nog maar wat meer ’eminence based’ verder coachen, en je buikgevoel dan maar vertrouwen? Er is een eenvoudig criterium. Charlatans verkopen op basis van hun zelfzekerheid. Experts stellen zichzelf voortdurend ter discussie. Onderzoek dus regelmatig de wetenschappelijke basis van je denkmodellen. Is het bijvoorbeeld toch geen primitieve psychologie van de Jung-aanhangers? Stel je aanpak niet alleen ter discussie met de vraag ‘werkt het?’ Astrologie werkt ook.
Een tweede criterium is ‘schaad niet’. Vele coachingmodellen sluiten aan bij een eenvoudig managementmodel en zijn vrij onschuldig. Vooral in een werkcontext is doelgericht werken, je tijd besteden aan belangrijke dingen en niet aan gepruts, nog niet zo erg, wel integendeel. Dat is anders bij al te experimentele processen. Hoe boeiend en fascinerend ze ook mogen klinken bij trainingen (‘drie dagen stilte’) of therapie (‘je geboorte herbeleven’), ze kunnen potentieel psychologisch heel belastend worden en horen niet thuis in een coaching.
Wat doet een coach?
1. De cliënt helpen de doelstellingen te verhelderen. Doelverheldering
2. De cliënt helpen de weg naar het doel te verhelderen. Padverheldering
3. De cliënt helpen de vaardigheden en energie te ontwikkelen om de weg naar het doel te blijven bewandelen. Training en ondersteuning.
4. Bijsturing. Feedback.
Drie inzichten
De overzichtsstudie van Jones en andere uit 2016 gaf deze drie inzichten.
1. Coaching heeft wel degelijk positieve resultaten
2. Het format noch de duur van het coachingtraject lijkt erg relevant
3. Zorg in ieder geval voor multi-sourcefeedback
Een belangrijke waarschuwing
Uit studies blijkt dat preventieve acties meer impact hebben maar vooral blijvender zijn dan interventies. De allereerste vraag voor elke hr-afdeling rond coaching moet dus altijd zijn: waarom is hier coaching nodig? Als er een toxische leider rondloopt, of onrechtvaardige beloningsprocessen domineren, doe daar iets aan, en laat de coaches thuis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier