Danny Van Assche (topman Unizo): ‘Amazon zal de kleinhandel niet platwalsen’
De hervorming van de vennootschapsbelasting is een eerste stap, maar de belastingdruk voor ondernemers blijft hoog, zegt Danny Van Assche, de nieuwe topman van de ondernemersvereniging Unizo.
Januari is de receptiemaand en dus mocht Danny Van Assche (46) – sinds 2 januari gedelegeerd bestuurder van Unizo – de voorbije weken meteen aan een ronde van Vlaanderen beginnen.
“Ik ben van het Heuvelland tot in Turnhout geweest. Ik zag de kracht van onze lokale Unizo-afdelingen. Overal kom je op nieuwjaarsrecepties tot 200 ondernemers tegen. Ik hoor hun grieven en bezorgdheden en kan heikele thema’s bij de leden aftoetsen. Ik denk dat veel andere organisaties jaloers op ons zijn.”
Wat zijn de grootste zorgen van de kmo-ondernemers?
DANNY VAN ASSCHE. “Fiscaliteit en parafiscaliteit zijn een blijvende bezorgdheid. Ik krijg vragen over het sociaal statuut van de zelfstandigen en het arbeidsmarktbeleid. Vroeger was dat arbeidsmarktbeleid gericht op het bestrijden van werkloosheid. Nu ligt de focus op het invullen van vacatures, vooral bij kmo’s. 60 procent van de vacatures vind je bij bedrijven met minder dan vijftig werknemers. De grote vrees van veel ondernemers is dat ze die vacatures niet ingevuld krijgen en dat dat hun investeringen en groei beperkt.
“Toen de herstructurering bij Carrefour bekendraakte, werd bijna een dag van nationale rouw afgekondigd. Dat is zeer vervelend voor die mensen, maar in de huidige conjunctuur weten we dat er alleen al in de handel duizenden jobs beschikbaar zijn.”
In welke mate speelt de krapte kmo’s meer parten dan grote bedrijven?
VAN ASSCHE. “Een kmo kan niet zo gemakkelijk schuiven met personeel. Dat kmo’s moeilijker werknemers aantrekken, heeft niet zozeer met de lonen te maken. Die zijn in kmo’s zeker competitief. Het heeft vaak te maken met naambekendheid. Werken in een kmo heeft nochtans heel wat voordelen. De lijn naar de leidinggevende is veel korter, er is meer persoonlijk contact en kmo’s liggen vaak dichter bij huis.”
Helpen maatregelen als de herinvoering van de proefperiode die krapte aan te pakken?
VAN ASSCHE. “De herinvoering van de proefperiode verlaagt de drempel om iemand aan te werven. Dat is zeer belangrijk, maar het zal de krapte op de arbeidsmarkt niet wegwerken. Het zal de krapte vergroten. Je zult sneller iemand aanwerven. Voor de schaarste op de arbeidsmarkt is er op korte termijn een pact nodig om de mismatch aan te pakken. De VDAB heeft een arbeidsreserve ter beschikking en het is de bedoeling dat die wordt geactiveerd.”
Zit de grootste arbeidsreserve niet in die kwetsbare groepen? 55-plussers, allochtonen, …
VAN ASSCHE. “Ik vind dat we met de VDAB en de Vlaamse overheid moeten kijken waar de problemen liggen en waar wij ons moeten engageren.”
Bedoelt u positieve discriminatie?
VAN ASSCHE. “Neen. We moeten er gewoon voor zorgen dat de vooroordelen verdwijnen. Als je een oudere sollicitant over de vloer krijgt, moet je eerste gedachte niet zijn ‘gaat die nog meekunnen’, maar wel ‘welke ervaring brengt die persoon mee’. Ondernemers hebben een morele plicht, want we moeten met zijn allen langer werken. Wie 55 jaar is, heeft nog een loopbaanperspectief van twaalf jaar. Dat is een kwart van de carrière. Ik heb geen probleem met het aanwerven van oudere werknemers, maar ze zijn nu eenmaal duurder. De vooroordelen moeten weg en de nadelen bij de aanwerving van 55-plussers moeten worden gecompenseerd.”
Is de anciënniteitsverloning herbekijken een compensatie?
VAN ASSCHE. “Dat debat moet worden gevoerd. Daar was overigens al sprake van in mijn eerste dossier bij Unizo, toen ik hier meer dan tien jaar geleden sociaal adviseur was. Ik denk aan het Generatiepact. Het was de bedoeling te zoeken naar manieren om ervoor te zorgen de ouderen zich niet uit de markt prijzen. De leeftijdsbarema’s zijn al weg. Dat is heel belangrijk. Maar er is meer nodig.”
Over de arbeidsmarkt gesproken: is de uitbreiding van flexi-jobs van horeca naar onder andere kleinhandel een goede zaak?
VAN ASSCHE. “De flexi-jobs zijn in de horeca een groot succes en heel wat andere sectoren kunnen dat ook gebruiken. Dat is dus een verbetering. Maar het zal de knelpunteconomie niet wegwerken. Het grote probleem is dat het aanbod aan flexi-jobbers beperkt is. Dat was ook de vrees van de horeca: een uitbreiding betekent dat mensen wegtrekken uit de horeca. We mogen ook niet vergeten dat je bij flexi-jobs mag bijverdienen, maar niet bij de eigen werkgever. Flexi-jobbers zijn minder duur, maar de arbeidskosten van het vaste personeel dalen er niet door.”
De loonkosten zijn gedaald. Is het probleem van de loonkostenhandicap opgelost?
VAN ASSCHE. “Neen. We kunnen niet ontkennen dat de regering zware inspanningen heeft gedaan om het ondernemersklimaat te verbeteren. Een van die maatregelen is de verlaging van de patronale bijdragen, een proces dat niet ten einde is. De loonkloof met de ons omringende landen is genivelleerd. Of toch tenminste de handicap sinds 1996. Ik laat mij vertellen dat onze werknemers nog altijd 10 procent duurder zijn dan in de ons omringende landen.”
Moet de nieuwe loonnormwet er niet voor zorgen dat die loonkosten meer in de pas lopen met die in het buitenland?
VAN ASSCHE. “Dat is de bedoeling. Maar we moeten opletten met de hoeraberichten. Straks wordt de kraan van de loonsverhogingen misschien weer opengedraaid. We moeten nu vooral een voorzichtig beleid voeren.”
Het tarief in de vennootschapsbelasting is verlaagd van 25 naar 20 procent voor kmo’s. Is dat een belangrijke stap? Verwacht u op termijn meer?
VAN ASSCHE. “De verlaagde vennootschapsbelasting is een heel belangrijke verwezenlijking. Het onderscheid tussen kmo’s en grote bedrijven is cruciaal. Nu wachten we de verdere evolutie af. Het verlaagde tarief is maar van toepassing op de eerste 100.000 euro winst. De allerkleinsten zitten goed. Een uit de kluiten gewassen groei-kmo zal snel boven die grens zitten. Ik wil vermijden dat de hervorming ooit een vestzak-broekzakoperatie wordt.”
De roerende voorheffing is de voorbije jaren opgetrokken richting 30 procent. De belastingdruk op inkomen uit ondernemen ligt nog altijd rond 50 procent. Dat is toch vrij veel.
VAN ASSCHE. “Men wou van de hervorming van de vennootschapsbelasting een budgetneutrale maatregel maken. Wij hadden dat liever niet gehad, want dan was het een echte belastingverlaging geweest. We moet kijken of we niet lood om oud ijzer aan het verkopen zijn, maar ik heb niet die indruk. Al was het maar omdat de sterke verlaging van de vennootschapsbelasting de hogere roerende voorheffing compenseert. Wat niet wil zeggen dat we daar gelukkig mee zijn. De maximale grens is bereikt.
“Ik hoor de kritiek dat wij als kmo’s amper 25 procent belastingen betalen. Maar het gaat om een belasting op winst, die bovendien in het bedrijf blijft. Zodra je ze uitkeert, betaal je er 30 procent roerende voorheffing op. Het is fout te zeggen dat ondernemers nu minder belast worden dan werknemers.”
Sommigen vrezen voor een ‘vervennootschappelijking’: het lagere tarief doet zelfstandigen sneller een vennootschap oprichten. Ziet u dat gebeuren?
VAN ASSCHE. “Ik zal het omkeren. Voor ons is het belangrijk dat een vennootschap wordt opgericht als dat nodig is, namelijk om het risico voor een ondernemer te beperken. We kennen wel allemaal het verhaal van mensen die bijvoorbeeld een frituur hadden, failliet gingen en dan hun hele leven moesten werken om hun schulden af te betalen. Dat zijn zeer schrijnende gevallen, die we moeten vermijden. Dat kan dus via een vennootschap. Laat ons zeggen dat de drempel om een vennootschap op te richten veel lager is geworden.”
Is het een goede zaak dat een vennootschap aan een van haar bedrijfsleiders minstens 45.000 euro per jaar moet uitkeren om te kunnen genieten van het verlaagde tarief?
VAN ASSCHE. “De hervorming was een totaalpakket. Hier hebben we wat toegegeven, maar veel erger voorkomen. De aanvankelijke bedragen lagen een stuk hoger dan die 45.000 euro. En we moeten eerlijk zijn. Vroeger was het minimumbedrag 36.000 euro. Dat bedrag is jarenlang niet geïndexeerd. Was dat wel gebeurd, dan waren we op 45.000 uitgekomen. We hebben van de regering de belofte gekregen dat van nabij zal worden opgevolgd hoe dat alles evolueert.”
Is de discussie over de liquidatiebonus – het dividend dat een ondernemer haalt uit de vereffening van het bedrijf – gaan liggen? Ondernemers kozen daar in de aanloop naar 1 oktober 2014 massaal voor omdat het tarief daarna werd opgetrokken van 10 naar 25 procent. Achteraf bleek dat de fiscus alsnog probeerde hun 25 procent belasting aan te smeren in plaats van de betaalde 10 procent.
VAN ASSCHE. “Voor een zelfstandige ondernemer was die belasting op de liquidatiebonus een atoombom. Een zelfstandige bouwt heel zijn loopbaan iets op en verkoopt dat achteraf. Dat geldt als een deel van zijn pensioen. Daar aan het einde nog een belasting op heffen, is een soort van erfbelasting op het overdragen of stopzetten van de onderneming.
“Het is cruciaal geweest dat de minister van Financiën de fiscus heeft teruggefloten. Door de gerichte controles stond de rechtszekerheid van de ondernemers zwaar onder druk. We zijn blij dat in dat dossier de rust is teruggekeerd. De liquidatiebonus was en is een maatregel die voor de ondernemers zeer moeilijk verteerbaar is. Als dan ook nog aan het systeem van de liquidatiereserve zou worden geraakt, dan keldert het vertrouwen in de fiscus helemaal. Sinds de tussenkomst hebben wij geen negatieve reacties meer ontvangen hierover, maar wij gaan er natuurlijk van uit dat de gemaakte fouten rechtgezet worden en de gedupeerde ondernemers volledig vergoed worden.”
Klopt het dat kmo’s investeringen tot dit jaar hebben uitgesteld om te profiteren van de verhoogde aftrek voor investeringen, een van de maatregelen in het zomerakkoord?
VAN ASSCHE. “Dat zal tot meer investeringen leiden. Maar ik heb niet de indruk dat investeringen ervoor zijn uitgesteld. Uit het kmo-rapport blijkt dat er al vanaf 2016 een stijging in de investeringen is. Ik ga ervan uit dat die trend in 2017 heeft doorgezet. Interessant is dat in de eerste week van 2018 de cijfers van de kmo-barometer aangaven dat de bereidheid tot investeren dit jaar een pak groter is. We zien dus een opwaartse trend in de conjunctuur. Overigens versterken die toenemende investeringen onze vrees dat het tekort aan arbeidskrachten zal blijven bestaan.”
Misschien is dat extra volk door de digitalisering niet meer nodig.
VAN ASSCHE. “De digitalisering is geen bedreiging, maar een golf waarop we kunnen surfen. Toen ik acht jaar geleden bij Horeca Vlaanderen begon, kreeg ik al snel een telefoon over reviewsites. Ik moest dat tegenhouden. Idem met e-commerce: Unizo zou dat moeten blokkeren. Neen, zorg ervoor dat je mee bent. Men zou denken dat e-commerce een bedreiging is voor marktkramers. Maar die markt heeft een enorm voordeel, want je kan bestellingen via die weg afhalen. We staan nog maar aan het begin van het digitaliseringsproces. En creatieve destructie is van alle tijden.”
Onderzoeken tonen aan dat die creatieve destructie in België veel te traag gaat.
VAN ASSCHE. “Ik zou dat niet durven te zeggen. Kijk maar naar de faillissementscijfers in bepaalde sectoren. Er blijken wel een groot aantal problematische zombiebedrijven te zijn. Er is disruptie, maar soms te weinig creativiteit. We moeten ervoor zorgen dat de creativiteit wordt aangescherpt. Daarvoor heeft Unizo ook een cel innovatie.”
Bedreigen de onlinewinkels onze kleinhandel?
VAN ASSCHE. “Neen. Amazon zal de kleinhandel niet platwalsen. Ik ben er wel van overtuigd dat de kleinhandel er over vijf jaar anders zal uitzien. We hebben de eerste trein van de e-commerce gemist. Ik hoop dat we wel op de tweede trein zitten. We werken daar hard aan. Unizo werkt samen met het onlinewinkelplatform voor de lokale handelaar Storesquare. We weten ook dat bol.com en Amazon negatieve effecten hebben. De bestelwagens met leveringen rijden het land rond en maken het mobiliteitsprobleem alleen maar groter. Onze handelszaken zullen andere producten moeten aanbieden, de lokale verankering versterken, inzetten op menselijk contact en nadenken over een betere dienstverlening.”
Betekent de digitalisering dat iedereen freelancer of zelfstandige wordt?
VAN ASSCHE. “Ik denk het niet. Wel moeten we de statuten van zelfstandigen en werknemers bekijken. Zijn ze nog bij de tijd? Maar ik denk niet dat we behoefte hebben aan een derde statuut. Dat zou er gewoon voor zorgen dat werknemers goedkoper en flexibeler worden. Echte freelancers en zelfstandigen die in dat tussenstatuut terechtkomen, worden dan weer duurder, want dat statuut betekent meer sociale bescherming en meer bijdragen.”
Het sociaal statuut van de zelfstandigen is de voorbije jaren aanzienlijk verbeterd. Wat kan nog beter?
VAN ASSCHE. “Ik zeg tegen Anne Vanderstappen (hoofd van de RSZ zelfstandigen, nvdr): “Jij hebt het minimumpensioen geregeld, wij gaan het pensioen regelen.” De verschillen tussen de pensioenen van zelfstandigen, werknemers en ambtenaren zijn gigantisch. Ik hoor dat zelfstandigen minder bijdragen. Maar werknemers bouwen via de gelijkgestelde periodes een pak rechten op, voor periodes waarin ze niet werken. Bekijk de cijfers: ons stelsel is zeer robuust met een licht overschot.”
Bio
· Master in de politieke wetenschappen (Universiteit Antwerpen) en de economische wetenschappen (KU Leuven). Doctor in de politieke en sociale wetenschappen (Universiteit Antwerpen)
· 1995-1997: wetenschappelijk medewerker Vlaams Parlement
· 1997-1999: medewerker kabinet Vlaams minister van Economie, Kmo en Landbouw Eric Van Rompuy (CVP)
· 1999-2005: mandaatsassistent Universiteit Antwerpen
· 2005-2010: adviseur Sociale Zaken Unizo
· 2010-2018: gedelegeerd bestuurder Horeca Vlaanderen
· Sinds 2 januari 2018: gedelegeerd bestuurder Unizo
· Gehuwd, twee dochters
‘Dit evolueert naar een volledig nieuw economisch circuit’
Unizo chargeerde zwaar tegen de beslissing van de regering om het mogelijk te maken 500 euro per maand onbelast bij te verdienen. Het dossier is nu on hold gezet, nadat de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel een belangenconflict had ingeroepen.
Danny Van Assche zet de hakken in het zand: “Dit is een gevaarlijke maatregel. Drie groepen zouden er gebruik van kunnen maken. Met de eerste, de vrijwilligers, hebben we het minste problemen. Laat de jeugdtrainers maar een centje bijverdienen. De tweede groep heeft betrekking op klussen in en rond het huis: tuinonderhoud, metselwerken, schilderwerken, … Dat is rechtstreekse concurrentie voor de zelfstandige ondernemers. Bovendien staat nergens dat je geen klussen mag doen die in de lijn van je job liggen. Een schildersknecht kan dus na zijn werkuren bijklussen, wat rechtstreekse concurrentie is voor de werkgever. Anders gezegd: een werknemer mag zijn eigen baas belastingvrij beconcurreren. Dat klopt niet.”
Dat is volgens Van Assche overigens nog niet het grootste probleem. “Wie diensten levert via een app of een digitaal platform als Airbnb of Deliveroo kan ook genieten van die fiscale regeling. Elk bedrijf dat zich daarin inschrijft, mag mensen taken laten uitvoeren en daarvoor tot 6000 euro per jaar betalen. Airbnb is concurrentie voor de logiessector en daar zijn we al niet gelukkig mee. Je ontvangt geld omdat je iets aanbiedt als particulier. Aan Airbnb betaal je een bijdrage, maar het verdienmodel zit bij jou. Kijk naar Deliveroo: iedereen die met zijn brommer voor Deliveroo gaat leveren, kan dat het hele jaar belastingvrij doen. Waarom? Omdat het op een platform zit. Als dat kan voor pizza’s, waarom zou een uitzendkantoor zich dan ook niet inschrijven als platform? En een uitzendkracht kan dan van alles gaan doen voor 6000 euro belastingvrij per jaar.
De volgende stap is dat we met z’n allen platformen zullen maken, verwacht Van Assche. “Bepaalde bedrijven zullen zich specialiseren. Dat is niet meer iets bijverdienen, het evolueert naar een volledig nieuw economisch circuit. Het doet er niet meer toe of een bezorger van Deliveroo een werknemer of een zelfstandige is. Hij kan 6000 euro onbelast verdienen, laat hem maar rijden!”
Unizo-toplui uit Klein-Brabant
Ex-Unizo-topman Kris Peeters is afkomstig van Ruisbroek bij Puurs. Zijn opvolger Karel Van Eetvelt is van Bornem. Danny Van Assche is geboren in Wilrijk, maar “mijn ouders komen uit Oppuurs, een deelgemeente van Sint-Amands. Ik ben de nieuwjaarsreceptie in Puurs begonnen met de uitspraak: het moet hier straffe grond zijn aangezien de gedelegeerd bestuurders van Unizo blijkbaar altijd hun roots in Klein-Brabant hebben.”
Danny Van Assche over…
Het versnipperde werkgeverslandschap
“Ik denk niet dat we van een versnipperd landschap spreken. Het is zeer efficiënt. In de Groep van Tien zitten vier compatibele werkgeversorganisaties. In de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen is het niet anders. Er zijn de sectoren en andere organisaties als Etion. We hebben allemaal onze rol. In Nederland is MKB (midden- en kleinbedrijf, nvdr) op een bepaald moment in de grotere werkgeversorganisatie VNO-NCV gaan werken. Dat was een slechte zaak.”
De mobiliteitsknoop
“Ik mis de voorstellen die een geloofwaardige oplossing kunnen bieden. Het wegwerken van missing links is onwaarschijnlijk belangrijk, al zal beton ons mobiliteitsprobleem niet oplossen. Rekeningrijden dan? We gaan de mensen uit de wagen jagen om de wegen vrij te maken. Dat klinkt intelligent, maar eigenlijk wil dat zeggen dat iemand anders weg moet, zodat ik kan rijden. Als je rekeningrijden invoert zonder alternatieven, dan is dat een belastingverhoging.”
De kernuitstap
“Dat is een wijze beslissing. Maar ik mag er toch van uitgaan dat ook bij zulke maatregelen gekeken wordt naar alternatieven. Ondernemers hebben leveringszekerheid nodig tegen een aanvaardbare prijs. Ik laat mij vertellen dat de prijs van onze elektriciteit wel meevalt, maar dat de prijs van de distributie hoog is. Ik geloof in decentrale productie die minister van Energie Bart Tommelein bepleit, maar laat ons ook proberen hier technologische vernieuwingen door te voeren. Ik ken een ondernemer die al achttien jaar probeert een windmolen op zijn bedrijf te zetten en daar pas nu een vergunning voor heeft.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier