Compensatie voor bedrijven met hoge CO2-uitstoot wordt strenger
De compensatie voor de kosten die grote bedrijven moeten maken om CO2 uit te stoten wordt strenger gemaakt. Dat heeft de Vlaamse regering vrijdag beslist, meldt minister van Economie Hilde Crevits vrijdag op een persconferentie.
Productie-installaties die veel elektriciteit verbruiken moeten daarvoor een hoge prijs betalen aan Europa voor de uitstoot van CO2. Om onze bedrijven competitief te houden in vergelijking met bedrijven buiten de EU, compenseert Vlaanderen daarvan een deel. De compensatie wordt gefinancierd uit de opbrengst van de veilingrechten van de emissiehandel. Het zijn dus onrechtstreeks de bedrijven zelf die het systeem financieren.
Het systeem wordt nu verlengd, maar strenger gemaakt. Minder bedrijven zullen in aanmerking komen. Het gaat bijvoorbeeld om bedrijven die mineralen winnen voor de chemische en kunstmestindustrie, bedrijven die synthetische en kunstmatige vezels maken of ondernemingen in de winning van ijzererts. Daarnaast worden enkele nieuwe sectoren toegevoegd die zo wel compensatie kunnen vragen, namelijk bedrijven die waterstof of non-ferrometalen produceren.
Het steunpercentage zal bovendien strikter berekend worden. ‘Daarnaast leggen we bijkomende voorwaarden op’, zegt Crevits. ‘Zo willen we dat ook die bedrijven aantonen hoe ze zullen evolueren in een klimaatneutraal Europa tegen 2050.’
Door deze verstrengingen wordt het globale steunvolume van Vlaanderen met ruim 40 procent verminderd. Waar het totale steunbedrag vorig jaar nog 137,7 miljoen euro bedroeg, valt het voor dit jaar normaal gezien terug op ongeveer 81 miljoen euro. De verdere stijging van de CO2-prijs zal de komende jaren wel voor een stijging zorgen.