CEO Raymund Trost: ‘Alleen duurzaam heeft nog toekomst bij CFE’
De nieuwe strategie van de Belgische bouw- en vastgoedgroep CFE lijkt vruchten af te werpen, ondanks de stijgende kosten en rentetarieven. De grote vraag naar duurzame en slimme gebouwen vult het orderboek.
Met het afstoten van dochter DEME in juni 2022 is de Belgische groep CFE aan een nieuw hoofdstuk begonnen. Er is een nieuwe CEO en de focus verschuift naar duurzaamheid en innovatie. CFE is actief in vastgoedontwikkeling (BPI), multitechnologie (VMA), bouw, renovatie en duurzame investeringen in België, Luxemburg en Polen. “We worden in de media nog altijd een bouwgroep genoemd, maar we zijn veel meer dan dat”, zegt CEO Raymund Trost. “We worden almaar meer een technologiebedrijf.”
Hoezo?
RAYMUND TROST. “We zijn een multidisciplinaire groep geworden. Met onze competenties kunnen we marktleider worden in duurzame gebouwen, slimme industrie en infrastructuur voor de mobiliteit en de energie van de toekomst. Onze positionering is uniek in België.”
Is die duurzaamheidsstrategie al in al uw projecten verwerkt?
TROST. “Niet in allemaal. Maar vanaf nu hanteert BPI (de bouwdochter van CFE, nvdr) negen bindende duurzaamheidscriteria bij de selectie van projecten. Hoe winstgevend een project ook is, als het aan minder dan vijf ervan voldoet, bekijken we het niet verder. Het is een moeilijke keuze, maar ik denk dat het op lange termijn een goede strategie is. Anders zijn die projecten in de toekomst niet meer te verkopen.”
Wat verwacht u de komende maanden?
TROST. “Voor onze drie markten verwachten we een aanhoudende, structurele groei. Daarnaast willen we ons met onze dochter VMA richten op de ontwikkeling van technologie en het onderhoud van gebouwen. We willen bijvoorbeeld meer investeren in energie-infrastructuur, zoals batterijparken. Ook vastgoedontwikkeling blijft belangrijk. Daar willen we bijvoorbeeld de ontwikkeling van houtbouw versnellen. Voor gebouwen met zes tot acht verdiepingen heeft dat enorme voordelen.”
In Brussel krijgen renovaties de voorkeur boven nieuwe gebouwen. Kan dat de opkomst van duurzame gebouwen afremmen?
TROST. “Nee, het ene is niet complexer dan het andere. Er zal een verschuiving plaatsvinden van nieuwbouw naar renovatie. En technologie en duurzaamheid worden belangrijker. Renovatie is verstandiger. De structuur van een gebouw vertegenwoordigt 70 procent van zijn koolstofvoetafdruk. Je moet die dus behouden.”
Wat zijn de vooruitzichten?
TROST. “Gebouwen die niet afhankelijk zijn van fossiele energie zijn al mogelijk. Het is bijna mogelijk om energieneutrale gebouwen te bouwen. En morgen zullen energiegemeenschappen de norm zijn. De digitalisering zal dat mogelijk maken. We moeten snel vooruitgang boeken op dat gebied.”
Ondanks de stijgende bouwkosten en rentevoeten blijven uw resultaten goed. Hoe doet u dat?
TROST. “Onze resultaten bewijzen vooral de kracht van onze interdisciplinaire groep. We hebben blijk gegeven van wendbaarheid. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, stegen de materiaalkosten. Sinds maart 2022 zijn die hogere prijzen ingecalculeerd in alle nieuwe contracten. De variabele rente klom van 3 naar 10 procent. Maar deze markt is erg reactief. We verwachten dat de markt zich tegen de zomer herstelt.”
Uw orderboek is met 1,7 miljard goed gevuld. Wat brengt de toekomst?
TROST. “In de residentiële sector worden minder nieuwe projecten gelanceerd. We zijn het jaar begonnen met een vol orderboek, dus dit jaar zal er geen probleem zijn. Voor 2024 zijn er meer onzekerheden. De eerste maanden van 2023 laten bijvoorbeeld een sterke daling van de hypotheekleningen zien. We verwachten dan ook een tijdelijke vertraging van de woningmarkt. Enerzijds is er te weinig aanbod en anderzijds worden de prijzen in sommige regio’s te hoog in verhouding tot het inkomen van mensen.”
En voor de andere segmenten waarin u actief bent?
TROST. “De kantoormarkt houdt stand. Er is vraag naar duurzame en slimme kantoren, maar het aanbod is beperkt. Er zijn dus interessante vooruitzichten. De Europese regelgeving ten gunste van duurzaamheid zal almaar strenger worden. Het verkrijgen van vergunningen blijft echter een obstakel.”
Bereiken de prijzen voor nieuwe woningen niet stilaan een plafond?
TROST. “Die vraag houdt de sector bezig. Door het onderaanbod blijven de prijzen hoog. De echte vraag is hoe we de prijs van een kwaliteitswoning structureel kunnen verlagen. De sector moet daarop nieuwe antwoorden vinden. Zoiets vergt een meer systematische aanpak en een industrialisatie van het bouwproces. De vastgoedsector werkt nog te artisanaal.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier