‘Brusselse metropool moet logistieke draaischijf worden’
Brussel bevindt zich in een moeilijke economische situatie. Toch denkt Jean-Paul Van Avermaet, voorzitter van Voka Metropolitan, dat de hoofdstedelijke metropool 3 procent economische groei moet ambiëren.
Een aanhoudend mobiliteitsprobleem, een jeugdwerkloosheid die Zuid-Europese vormen aanneemt, een derde van de bedrijven dat van plan is het gewest te verlaten: ook al is het goed voor een vijfde van het Belgische bbp, het Brussels Gewest doet het economisch niet schitterend. Jean-Paul Van Avermaet, voorzitter van Voka Metropolitan, het vroegere Voka Comité Brussel, is toch optimistisch. Hij vindt dat we verder moeten kijken dan het gewest en wijst op de economische verstrengeling tussen Brussel en zijn achterland. De Brusselse metropool die het gewest met haar brede rand verbindt, blijft het economische zwaargewicht van België met 30 procent van de economie. “Hier zit veel potentieel”, weet Van Avermaet. “Voka wil met zijn groeipact dat het eind vorig jaar lanceerde de economie in Vlaanderen met 2 procent doen groeien. De Brusselse metropool moet daarbij een trekker zijn en 3 procent groei ambiëren.”
Ondernemers mogen dus niet te negatief zijn, ondanks ergernissen als de hoge loonkosten en de vele miljoenen die in en rond Brussel verloren gaan door het fileleed?
JEAN-PAUL VAN AVERMAET. “Het is economisch bewezen dat metropolitaanse omgevingen een hogere groei hebben dan de rest van het land. Als Voka pleit voor 2 procent groei in Vlaanderen, dan moeten we de lat voor Brussel en zijn omgeving hoger durven te leggen. Brussel heeft troeven zoals de internationale aantrekkelijkheid. Brussel kent ook een sterke bevolkingsgroei en die 100.000 nieuwe inwoners tegen 2020 hoeven geen probleem te zijn. Je kan die evoluties gebruiken om de groei te ondersteunen.”
Hoe wil u dat doen?
VAN AVERMAET. “Ik zie drie prioritaire economische hefbomen waaraan we moeten werken. De eerste doelstelling is het ontwarren van de Brusselse mobiliteitsknoop. Dat kan een half miljard euro extra bbp opbrengen. Ten tweede moet het jonge talent dat in Brussel en omgeving aanwezig is, geactiveerd worden. En ten derde moet de internationale aantrekkelijkheid nog versterkt worden. In juni vindt de G7 hier plaats. Dat zet Brussel op de kaart.”
U bent positief over de plannen voor de uitbreiding van de ring. Wat moet er verder gebeuren?
VAN AVERMAET. “Enkel autosnelwegen bouwen, is geen oplossing. Wij zijn voorstander van een slimme kilometerheffing in de ruime Brusselse metropool. De heffing moet variëren naargelang van de plaats en het tijdstip. Een tolheffing om Brussel binnen te rijden, is geen oplossing. Dat is gewoon een nieuwe belasting. Tegelijk moet de overheid investeren in alternatieven. Het aantal verplaatsingen in Brussel met de fiets en het openbaar vervoer is de voorbije jaren gestegen en moet nog toenemen.”
Is er in het Brussels Gewest nog plaats voor nieuwe omvangrijke bedrijfsactiviteiten?
VAN AVERMAET. “Ik denk aan het kanaal, dat het gewest in twee snijdt. Het is er niet alleen aangenaam wonen, het kan een belangrijke rol spelen in logistieke goederenstromen. Zeker voor het transport van bouwmaterialen. Het terrein Schaarbeek Vorming kan een logistieke schakel zijn tussen de Haven van Brussel, Cargovil, Brucargo en het spoorwegennet. De Brusselse metropool moet zo een logistieke draaischijf worden. Maar het risico bestaat dat inwoners van de appartementen langs het kanaal zich zullen verzetten tegen de uitbreiding van bedrijfssites.”
De belastingen in Brussel zouden 28 tot 38 procent hoger zijn dan in de omliggende gemeenten en provincies. Uit enquêtes blijkt dat 30 procent van de Brusselse bedrijven overweegt het gewest te verlaten.
VAN AVERMAET. “Een beetje fiscale concurrentie kan geen kwaad om de overheden scherp te houden, maar in een zone met een intens economisch verkeer mag die niet overdreven worden. Fiscaliteit is ook niet de enige factor voor de keuze van een vestiging. Er zijn bedrijven die net wel in het Brussels Gewest investeren omwille van de bereikbaarheid met openbaar vervoer of het prestige van een vestiging in het centrum. Maar natuurlijk moeten de belastingen in de hele metropool zoveel mogelijk beperkt worden. Zeker ook voor de maakindustrie die we hier echt nog nodig hebben.”
Brussel heeft dus geen toekomst meer als louter dienstensector?
VAN AVERMAET. “Het gewest telt 100.000 werklozen. De dienstensector werft zeer veel hooggeschoolden aan, maar er moeten veel jobs gecreëerd worden voor laaggeschoolden. Die vind je in de horeca, de catering of de schoonmaaksector. De bewakingsfirma G4S, waarvan ik gedelegeerd bestuurder ben, leidt bijvoorbeeld veel laaggeschoolden op. Maar dat zijn vooral ondersteunende activiteiten. Ook de maakindustrie blijft nodig om voldoende groei en jobs te realiseren. Enerzijds kennisintensieve activiteiten met hoge toegevoegde waarde, en anderzijds logistiek gerelateerde activiteiten. Deze industriële activiteiten maken de metropool aantrekkelijker voor talent en investeerders en vormen een hefboom voor dienstenjobs.”
Wat vindt u van de Brusselse jeugdwerkloosheid? In bepaalde gemeenten en wijken bedraagt die 40 procent of meer.
VAN AVERMAET. “Economische groei komt er niet op een sociaal kerkhof. De werkloosheid doen dalen, is een van onze prioriteiten. Hier is een belangrijke rol voor het onderwijs weggelegd. De scholen moeten ervoor zorgen dat de leerlingen niet schoolmoe worden en dat ze na het afstuderen naar een job worden geleid. Ik ben zeker dat het gros van de 100.000 werklozen de juiste werkattitude heeft. Cruciaal is een aantal basisvaardigheden zoals talenkennis. De helft van de vacatures vraagt twee- of drietaligheid. En de andere helft vraagt de kennis van één landstaal. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar 10 procent van de Brusselse werklozen heeft slechts een elementaire kennis van een van de landstalen. Een betere talenkennis moet de 30 procent werkloze laaggeschoolden aan een job te helpen.
“G4S heeft samengewerkt met Actiris (de Brusselse VDAB, nvdr. ) en Bruxelles Formation om werklozen naar de bewakingssector te lokken. De helft van die sector situeert zich in en rond Brussel. Het verbaasde mij dat we veel mensen moesten aantrekken diep in Vlaanderen en Wallonië terwijl hier zoveel werklozen zijn. Het probleem met Brusselse kandidaten was inderdaad de gebrekkige talenkennis.”
De Brusselse fiscale capaciteit daalt al 25 jaar. Een deel van de stad — de zuidoostkant — is zeer welvarend, in de andere helft en ten westen van het kanaal neemt de armoede toe. Is de sociale kloof in Brussel een tijdbom?
VAN AVERMAET. “Er zullen in een metropool altijd grote sociale verschillen zijn. Maar volgens mij is niet de sociale kloof, maar de hoge werkloosheid een tijdbom. Als je daar iets aan doet, zullen de sociale spanningen afnemen. En het beeld van de dalende fiscale capaciteit wordt vertekend, want 360.000 pendelaars komen dagelijks vanuit Wallonië en Vlaanderen naar Brussel, maar ze betalen natuurlijk wel belastingen in hun woonplaats.”
Brussel krijgt 461 miljoen euro bijkomende dotaties tegen 2015. Daar zit een compensatie in voor de pendelaars die naar Brussel komen werken, maar er geen belastingen betalen.
VAN AVERMAET. “Dat is ook logisch: pendelaars maken gebruik van voorzieningen betaald door het Brussels Gewest. Bij de 360.000 pendelaars die naar Brussel komen, worden de mensen die in Zaventem, Machelen of Vilvoorde werken overigens niet meegeteld. Anderzijds ligt het aantal Brusselaars dat in Vlaanderen werkt met 46.000 een stuk lager, ook al is dat aantal de voorbije jaren sterk gestegen.”
De concurrentie tussen internationale zakensteden neemt toe. Brussel is nog altijd de zesde Europese zakenstad, maar wordt voorbijgestoken door Barcelona en Amsterdam.
VAN AVERMAET. “Dat is het bewijs dat we moeten blijven investeren in Brussel. De leefbaarheid van deze stad is nog altijd goed, zeggen expats mij. Hier is veel groen, maar de mobiliteit en het gebrek aan netheid worden bekritiseerd. Het aantal buitenlanders bedraagt ongeveer 150.000 tot 200.000 en blijft groeien aan 2 procent per jaar. Ze keren zich niet af van Brussel.”
ALAIN MOUTON
“Economische groei komt er niet op een sociaal kerkhof. De werkloosheid moet dalen”
“Een betere talenkennis moet de 30 procent werkloze laaggeschoolden aan een job helpen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier