Britse dienstensector kampt voor het eerst sinds brexit-referendum met terugval
De dienstensector in het Verenigd Koninkrijk, die geldt als belangrijkste groeimotor voor de Britse economie, is in maart fors vertraagd.
Voor het eerst in meer dan tweeënhalf jaar werd er een krimp opgetekend in de dienstensector, blijkt uit gegevens van onderzoeksbureau Markit. De dienstensector is goed voor 80 procent van de Britse economie.
De index zakte van 51,9 in februari tot 48,3 in maart. Een cijfer onder de 50 wijst op een krimp in de sector. Een verklaring voor de terugval ligt bij de aanhoudende onzekerheid rond de brexit.
De vorige krimp dateert van juli 2016, dus onmiddellijk na het brexit-referendum, waaruit bleek dat een meerderheid van de Britten de Europese Unie wilde verlaten. Deze krimp, in de maand maart, komt voor economen als een verrassing.
Volgens Markit stellen heel wat managers hun investeringsbeslissingen uit in afwachting van meer duidelijkheid rond de brexit en de economische gevolgen daarvan. In de dienstensector zitten onder meer de banken, kleinhandel en transport. Als de groei er vertraagt, dreigt dat gevolgen te hebben voor de hele Britse economie.
Volgens Markit-econoom Chris Williamson toont het recente rapport van het onderzoeksbureau aan dat de Britse economie in maart is gekrompen, en in het eerste kwartaal tot stilstand is gekomen.
Eerder deze week lieten afzonderlijke cijfers van Markit / CIPS zien dat de bouwactiviteit in het Verenigd Koninkrijk in maart voor de tweede maand op rij lichtjes vertraagde, met een score onder de 50. ‘Zowel de dienstensector als de bouwsector kampt nu met een terugval, en de productie neemt alleen maar toe als gevolg van noodvoorraden voor de brexit’, aldus Williamson.
Het Britse pond sterling verloor woensdagmiddag terrein na de publicatie van het markit-rapport.