Brexit doet Vlaanderen bloeden
De meeste studies over de brexit onderschatten de economische verliezen voor ons land, omdat ze enkel kijken naar de directe export naar het Verenigd Koninkrijk. Een nieuwe Leuvense studie houdt ook rekening met de onrechtstreekse goederen- en dienstenstromen.
Als de Britten uit de Europese Unie stappen, komen er weer invoertarieven met het vasteland. Dat betekent niet alleen een klap voor de directe export naar het Verenigd Koninkrijk, en de daaraan verbonden jobs.
Ook veel Belgische goederen en diensten zijn indirect betrokken bij de handel met het VK. Neem de verwerking van Belgische onderdelen in Duitse auto’s bestemd voor de Britse markt, ook daar zijn Belgische export en bijbehorende jobs bedreigd. En niet alleen in de industrie.
Als de Duitse autobouwers hun auto’s verschepen via een Belgische haven, onder een Belgische verzekering, behoort ook onze dienstensector tot de verliezers.
Economisch verlies
Veel studies over de impact van de brexit houden geen rekening met zulke onrechtstreekse verliezen. Een recent onderzoek van het Leuvense Vives zet dat recht. Voor België blijken de onrechtstreekse verliezen 20 procent van het totale economische verlies te bedragen.
Voor een land als Slovenië loopt het aandeel van de onrechtstreekse verliezen zelfs op tot bijna de helft van het totale economische verlies.
Als het tot een harde brexit komt, wordt onze economie 2,3 procent kleiner. En dat blijft ook zo” (Hylke Vandenbussche, KU Leuven)
Dat economische verlies bestaat niet uit verlies van exportomzet, wel uit verlies van toegevoegde waarde. Dat is een tweede nieuwigheid tegenover andere studies.
Stel dat de uitvoer van de Vlaamse tapijtindustrie daalt na de brexit. Voor de inschatting van dat verlies gebruikt Vives niet de exportwaarde van de tapijten als maatstaf. Want daarin zit ook de waarde van de ingevoerde vezels, garen en andere grondstoffen.
De maatstaf die echt telt, is de waarde die de tapijtfabriek in Vlaanderen creëert of toevoegt, door van de ingevoerde grondstoffen een tapijt te maken. De toegevoegde waarde is dus wat bedrijven zelf produceren.
Tel je de toegevoegde waarde van alle bedrijven samen, dan krijg je de omvang van de economie. Daarom is toegevoegde waarde veel relevanter als maatstaf voor het brexitverlies dan de exportcijfers.
De factuur
Het rapport maakt een onderscheid tussen een zachte en harde brexit. In beide gevallen zijn er niet-tarifaire handelsbelemmeringen, zoals douaneformaliteiten, maar bij de zachte versie blijven de invoertarieven op nul procent. Bij een harde brexit stijgen de invoertarieven tot op het niveau van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Na een zachte brexit gaan in België 10.000 jobs verloren, en 284.000 jobs in de hele Europese Unie. De toegevoegde waarde – of de omvang van de economie – zakt in België met 0,6 procent, in de Unie met 0,4 procent.
Na een harde brexit is de factuur veel zwaarder. België verliest 42.000 jobs en 2,3 procent van zijn economie. “Dat is een permanent verlies”, zegt Hylke Vandenbussche, professor internationale economie aan de KU Leuven en auteur van de studie. “Als het tot een harde brexit komt, wordt onze economie 2,3 procent kleiner.”
In de hele Europese Unie verdwijnen 1,2 miljoen jobs en 1,5 procent van de economie. Verhoudingsgewijs verliest België meer jobs en toegevoegde waarde dan de Unie. Dat is logisch, aangezien het naburige VK een belangrijke exportmarkt is voor België.
In België is Vlaanderen de klos, vooral bij een harde brexit (zie tabel). Van de 42.000 verloren jobs in België, neemt Vlaanderen er 28.000 voor zijn rekening, goed voor 1,1 procent van de Vlaamse werkgelegenheid.
Wallonië en Brussel verliezen 0,8 en 0,6 procent van hun werkgelegenheid. De Vlaamse economie boet 6,3 miljard euro toegevoegde waarde in, of 2,5 procent van het totaal in Vlaanderen. De Waalse en Brusselse economie krimpen met 2,4 en 1,5 procent.
Vooral exportgerichte sectoren zijn het slachtoffer. Bij een harde brexit gaan in Vlaanderen de meeste banen verloren in de voedingssector, namelijk 3200. Daarna komt textiel met 2900 jobs, en administratie en ondersteuning met 2700.
De toegevoegde waarde krimpt het meest in de chemische sector, met 576 miljoen euro. Daarna komt voeding met 561 miljoen euro, en de advocaten- en accountancykantoren met 473 miljoen euro.
Iedereen in het bad
Ook de Britse economie krijgt rake klappen, blijkt uit de Vives-studie. Bij een harde brexit verdwijnen in het VK liefst 526.000 jobs en krimpt de economie er met 4,5 procent.
Op het Europese vasteland behoren België en vooral Vlaanderen tot de grootste verliezers. “Onze studie vindt sterkere effecten dan andere brexitonderzoeken, precies omdat we rekening houden met de verwevenheid van de productieketens over de Europese binnengrenzen heen”, zegt Vandenbussche, die de Vives-studie samen met haar doctoraalstudenten uitwerkte.
“Door die verwevenheid kan ook voor de rest van Europa de factuur wel eens veel hoger zijn dan velen dachten. De brexit heeft alleen maar verliezers, geen winnaars.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier