Hans Brockmans
Bittere Uplace-pil moet worden doorgeslikt
De opportuniteitsdiscussie over Uplace is achterhaald. Het brownfieldconvenant van 2009 laat de Vlaamse regering geen andere keuze dan haar eigen regels na te leven.
Er zijn heel wat valabele argumenten tegen de inplanting van het kantoor-, winkel- en vrijetijds-complex Uplace in Machelen. Het project van 120.000 vierkante meter strookt niet met de doelstelling van de Vlaamse regering om de stads- en dorpskernen te versterken. De Vlaamse Winkelnota spreekt zich uitdrukkelijk uit tegen winkels op “perifere locaties zonder directe binding met een stad”. Ook het Groenboek Beleidsplan Ruimte, dat de Vlaamse regering onlangs goedkeurde, stipuleert dat buiten de kernen geen plaats meer kan zijn voor “zaken zoals winkelcentra”.
Naast politieke zijn er ook veel technische bezwaren. Uplace mikt jaarlijks op 8 miljoen bezoekers. Het zal elke dag 22.500 extra auto’s op de Brusselse Ring doen rijden en volgens Touring een file van 4 kilometer veroorzaken. En dat is een minimum, want om de investering van 600 miljoen euro rendabel te maken, zou het project een kwart meer bezoekers moeten aantrekken. Als die berekening klopt, minimaliseert Uplace het effect van de investering.
Het argument dat het complex een gering effect heeft op de mobiliteit, omdat de ring er toch al dichtslibt en de verkeersellende ontradend is voor chauffeurs, gaat evenmin op. Dat soort redeneringen ligt in dezelfde lijn van groene ideologen die stellen dat wegen zo slecht moeten worden heraangelegd, dat de chauffeurs er liever wegblijven. Dit gaat regelrecht in tegen mensen die node met de auto naar het werk pendelen.
De 57 miljoen voor de infrastructuur om Uplace bereikbaar te maken, waarvoor Vlaanderen moet opdraaien, zou dus beter worden geïnvesteerd in missing links of industrieterreinen, die in de regio erg schaars zijn.
Ook het argument dat Uplace geen schade berokkent aan winkelsteden, is zwak. Triple A-winkellocaties zullen er geen of amper gevolgen van ondervinden. Maar secundaire winkelsteden of -straten lijden wel onder zo’n winkelcentrum. Dat ondervonden heel wat Antwerpse middenstanders na de opening van het Wijnegem Shopping Center. Ook de Stationstraat in Sint-Niklaas ging ten onder aan het Waasland Shopping Center. Beide projecten zijn ongeveer even groot als het winkelgedeelte van Uplace.
Daarom creëert Uplace geen 3000 banen, zoals wordt beweerd, tenzij het project massa’s buitenlandse funshoppers zou aantrekken. Er is een verschuiving van het koopgedrag – en dus ook van banen. Niemand koopt een radio of een stel schoenen twee keer omdat hij naar Machelen komt.
Maar al die tegenargumenten komen drie jaar te laat. De regering-Peeters II is met handen en voeten gebonden aan het brownfieldconvenant dat Peeters I op 5 juni 2009 heeft gesloten. Toen is de politieke fout gemaakt om Uplace veel voordelen te beloven in ruil voor de sanering van de grond.
Minister van Milieu Joke Schauvliege (CD&V) had zich dus niet uit te spreken over al deze opportuniteits-argumenten bij de verlening van de milieuvergunning. Haar njet zou hebben geleid tot een proces met Uplace en waarschijnlijk tot een schadevergoeding (er werd naar schatting 50 miljoen euro uitgegeven aan het project).
Nefaster zou de aantasting van de geloofwaardigheid van de Vlaamse overheid zijn. In deze fase Uplace blokkeren, zou het signaal zijn dat Vlaanderen zijn regels niet ernstig neemt. Over dit dossier werd zeven keer positief beslist door de vorige Vlaamse regering en drie keer door haar opvolger. De Vlaamse socialisten leken links-populisten met hun bocht à la Patrick Jansens in dit dossier. Gelukkig konden de regeringspartners hen blokkeren. Pacta sunt servanda.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier