Biotechinvesteerder Rudi Mariën: ‘Verankering is totaal overroepen’
Geen prominent biotechverhaal in Vlaanderen, of Rudi Mariën is er op een of andere manier bij betrokken. Op zijn 73ste is hij nog altijd Vlaanderens grootste individuele investeerder in biotechbedrijven en -vastgoed en is hij allerminst zinnens om op de rem te staan.
Gent is niet alleen door de aanwezigheid van een rist vooraanstaande biotechbedrijven en van het interuniversitaire VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) de onbetwiste officieuze biotechhoofdstad van België.
Ook Rudi Mariën is een cruciale factor in de uitbouw van de sector. Nadat hij op korte tijd een internationaal imperium van klinische labo’s had uitgebouwd, stond hij in 1985 mee aan de wieg van Innogenetics, een stamvaderbedrijf van de Vlaamse biotech. Mariën investeerde en belegde nadien succesvol in het gros van de prominente Vlaamse biotechbedrijven, en was er vaak ook voorzitter of bestuurder van.
Zijn aandelentransacties worden dan ook met argusogen bekeken, ook toen hij onlangs zijn belang in het Mechelse diagnosticabedrijf Biocartis halveerde. Waarnemers beschouwden dat als een desavouering van de strategie.
We doen fantastische dingen in Vlaanderen, maar om nu te denken dat we from scratch een nieuw Janssen Pharmaceutica zullen uitbouwen?
“Ik ben een beetje geschrokken. Ik dacht ‘wat is dat nu allemaal?'”, zegt Rudi Mariën. “Die transactie heeft niks te maken met mijn visie op het management. Dat gaat over ons familiaal geld. Het is toch normaal dat één participatie geen te groot deel van je privévermogen uitmaakt. Ik heb de helft van mijn belang verkocht en hou nog voor 25 miljoen euro aandelen over. Maar plots klinkt het van ‘meneer Mariën, dat kan niet, u bent wel de verankering’.”
En dat wil u niet zijn?
RUDI MARIËN. “Met 4, 7 of 8 procent ben je geen verankeraar, wel met 30 procent. Verankering is trouwens totaal overroepen. Soms doen we in Vlaanderen echt wel aan overschatting. We doen fantastische dingen, maar om nu te denken dat we from scratch een nieuw Janssen Pharmaceutica zullen uitbouwen? Jongens, blijf met beide voeten op de grond. Toen ik dat al eens stelde, zei de CEO van Ablynx (Edwin Moses, die Mariën tijdens het gesprek geen enkele keer bij naam zal noemen, nvdr) dat ik een gebrek aan ambitie had. Wel, Ablynx is nu verkocht. Is dat dan ook een gebrek aan ambitie? We zijn heel belangrijk in biotech, maar we zijn een klein land. Dat weet je goed als je de wereld rondreist, zoals ik de voorbije dertig jaar heb gedaan. Op de meeste plaatsen weten ze België niet liggen.”
Vlaanderen heeft nochtans in biotech al een lange weg afgelegd.
MARIËN. “Toen ik met Innogenetics begon in 1985, was hier geen biotech. Dankzij Innogenetics en Plant Genetic Systems (Het Gentse plantenbiotechbedrijf dat in 2002 werd gekocht door Bayer, nvdr) tellen we hier nu 30.000 mensen in die sector. Overal waar je komt, zijn er ex-Innogenetics- en ex-PGS-mensen. Dat is toch fantastisch? En dan nog al die mensen die werken voor toeleveranciers. Nochtans hebben mensen mij de verkoop van Innogenetics kwalijk genomen. Het had nog moeten bestaan, en een groter bedrijf moeten zijn, heet het. Ook de verkoop van Devgen is mij kwalijk genomen.”
Zo’n kritiek ontneemt u toch niet de zin ermee door te gaan?
MARIËN. “Neen, omdat ik vooruit kijk. Ik hoef daar geen rekening mee te houden en me schuldig te voelen. Ik trek me daar geen fluit van aan. Of ik olifantenvel heb gekweekt? Ja, maar misschien heb ik dat altijd gehad. Ik weet dat wat ik doe, goed is. En ik heb nog altijd het recht om met mijn geld te doen wat ik wil. Ik heb ook een verantwoordelijkheid tegenover mijn kinderen en kleinkinderen.”
De verkoop van Ablynx aan het Franse Sanofi wordt her en der betreurd. Opnieuw een Belgische parel die in buitenlandse handen is gevallen, heet het.
MARIËN. “Misschien dat daaruit over tien jaar tien parels zullen zijn gegroeid zijn. Neem argenx, dat vorige week de plaats van Ablynx in de Bel-20-index heeft ingenomen. CEO Tim Van Hauwermeiren kwam van Ablynx, ging niet akkoord met de CEO en is met een eigen bedrijf begonnen dat vandaag enkele miljarden waard is. Trouwens, Janssen Pharma is ook verkocht. Is dat dan ook spijtig? Misschien was het anders nooit zo groot geweest en een lokaal farmabedrijf gebleven. Er komt heel wat bij kijken als je wereldwijd aanwezig wil zijn. Misschien was ook UCB veel groter geworden als het verkocht was geweest.”
U zat zelf in het kapitaal van Ablynx.
MARIËN. “Ja, maar als passieve investeerder. Ik was er allicht niet vroeg genoeg bij. Ik heb trouwens vooral centen in bedrijven gestopt waar ik in het bestuur zit of zat, zoals Biocartis of MDxHealth en vroeger ActoGeniX, Devgen en Multiplicom, die intussen alledrie succesvol zijn overgenomen.”
U bent een hoofdaandeelhouder van het diagnosticabedrijf MDxHealth, dat niet bepaald uitblinkt in communicatie.
MARIËN. “Het bedrijf is natuurlijk grotendeels actief in de Verenigde Staten en heeft hier een veel kleinere visibiliteit omdat het management ook vaak in de VS zit. In een latere fase wordt het allemaal gemakkelijker, en is het belang van het bedrijf ook duidelijk. Het heeft unieke biomerkers die het vermoeden van prostaatkanker kunnen bevestigen of uitsluiten. Veel urologen hebben de neiging te snel te opereren op basis van de veelgebruikte PSA-bloedtest.”
Kan een huwelijk tussen Biocartis en MDxHealth? De ene heeft het platform waarop tests van de andere kunnen worden gebruikt.
MARIËN. “Een moeilijke vraag. Technisch bekeken zou je inderdaad tests van MDxHealth kunnen gebruiken op zo’n Idylla-minilabo van Biocartis, maar MDx is al 220 miljoen euro waard en dan moet er ook nog een overnamepremie worden betaald. Dat is een zware brok voor Biocartis.”
Zit u nog in ThromboGenics? Dat aandeel stond een jaar geleden rond 3 euro en stijgt flink. Het is nu zowat verdubbeld.
MARIËN. “Neen, daar ben ik met veel miserie uitgestapt. En ik wil u eraan herinneren dat het van ongeveer 45 euro komt. Dat heeft me veel geld gekost, miljoenen euro’s, en daar was ik niet gelukkig mee. Maar ik heb geen spijt dat ik er ooit ben ingestapt, want het had goed kunnen uitdraaien.”
Is er dan iets waar u wel spijt van hebt?
MARIËN. “Spijt is ongepast in biotech. Dan investeer je er beter niet in. Ik ken de risico’s die eraan verbonden zijn, en weet dat er al eens iets zal mislopen.”
U hebt in uw carrière al veel managers de revue zien passeren.
MARIËN. “Als een bedrijf mislukt, is dat dikwijls door de kwaliteit van het topmanagement. Ze vervangen is een moeilijke opgave. Daar zie je een duidelijk verschil tussen Europa, en zeker Vlaanderen, en de Angelsaksische wereld. Daar zijn ze veel minder toegeeflijk voor zwakker management.”
De mediaschuwe Nederlandse investeerder Aat van Herk heeft net als u een voorliefde voor onze beursgenoteerde biotechbedrijven. Is hij een gelijkgestemde ziel?
MARIËN. “Dat is toch anders. Hij is vooral een heel grote vastgoedman, met een goede neus voor biotech. Ik heb hem ontmoet in het kader van Devgen waar hij ook inzat. Toen wij zes jaar geleden naar een exit zochten, heb ik daarover met hem ernstige gesprekken gehad en heb ik hem overtuigd dat de verkoop aan het Zwitserse Syngenta de beste keuze was. Van Herk is schuw en heeft mensen niet zo graag, maar hij is een veel vriendelijkere man dan wordt gedacht.”
U bent vooral bekend van uw investeringen in biotechbedrijven in de voorbije decennia, maar u houdt veel andere ijzers in het vuur.
MARIËN. “Je mag al je eieren nooit in één mand leggen. We zijn dus ook belangrijk in private equity, bijvoorbeeld via Vendis Capital (opgericht door het voormalige management van de retailholding Mitiska van zijn goede vriend Luc Geuten. Vendis zit achter bedrijven als ZEB, Eyes & More, Alexandre de Paris en de producent van natuurlijke oliën Inula, nvdr), en andere Belgische private-equitybedrijven. We beleggen ook in fondsen, zoals dat van Value Square in Gent. Value Square wordt geleid door Koen Hoffman. Ik ken hem nog van zijn periode bij KBC (Hoffman was CEO van KBC Securities, nvdr). Het is belangrijk dat je de mensen kunt vertrouwen. Ik zal nooit investeren in onbekenden.”
Ik zie niet in waarom ik naar het buitenland zou trekken, als er dichtbij mogelijkheden zijn
Hoort Marc Coucke ook bij de bekenden?
MARIËN. “Neen, hij is met andere dingen bezig. En voetbal interesseert mij niet direct.”
U zit ook diep in vastgoed. Zo bouwde u een bio-incubator (een soort dienstencentrum voor jonge biotechbedrijven, nvdr) die al bijna volzet is. Onder meer argenx is er gevestigd. En nu wil u samen met de investeringsmaatschappij TINC een tweede incubator bouwen.
MARIËN. “Onroerend goed doen we alleen voor biotech. We doen geen kantoren. Dat doen tientallen anderen al. Ik heb inderdaad mijn nek uitgestoken en dat helemaal zelf gefinancierd. Toen ik begon te bouwen op mijn grond (de bio-incubator Bioscape werd gebouwd op de vroegere terreinen van Innogenetics, nvdr) kreeg ik vaak de vraag of ik al huurders had. Neen dus. ‘Je gaat toch niets bouwen als je nog geen huurder hebt?’ kreeg ik te horen. Mensen die kantoren bouwen, beginnen er pas aan als de helft verhuurd is.”
Die incubator die u bouwt met TINC moet klaar zijn in 2020. En dan?
MARIËN. “Ik wil er zo nog zetten, afhankelijk van de marktomstandigheden. Er zal vraag naar zijn, al zullen we weleens het risico lopen dat er enkele etages een tijdje leeg staan. Ik zal het niet te luid roepen, maar er is nog grond hier in de regio.”
U blijft dus bouwen in het Gentse, of is het nu de beurt aan bijvoorbeeld Leuven of Hasselt?
MARIËN. “Ik minimaliseer noch Leuven noch Antwerpen, maar Gent heeft in het buitenland een sterke biotechreputatie. Ik heb overigens zelfs al de vraag gekregen uit Nederland of ik daar een vergelijkbaar biotechpark wil bouwen. Ik heb neen gezegd. Ik zie niet in waarom ik naar het buitenland zou trekken, als dichtbij mogelijkheden zijn en je het zo veel gemakkelijker kan managen. Dichtbij creëer je een campusgevoel. Je moet dat ecosysteem zo groot mogelijk maken, zoals die grote campussen in de VS. Natuurlijk houden sommige CEO’s er niet van dat hun werknemers praten met die van een ander bedrijf omdat ze vrezen dat ze die dan zullen verliezen.”
Kunt u het allemaal nog behappen?
MARIËN. “Ik heb altijd vooruit gekeken. Ik had ooit labo’s in Singapore, de VS, Australië, Frankrijk, Engeland, Zuid-Afrika, … Voor een groot farmacontract voor klinische testen moest ik ook in China zijn. We zijn er naartoe gevlogen en kwamen terug met een contract met een universiteit, en het was voor die farmamultinational in orde. Zo ging dat twintig jaar geleden. Toen waren de Chinezen vragende partij, nu niet meer. Ze zijn zich er nu van bewust dat ze belangrijker zijn dan jij of ik.”
Spreekt u ook met andere financiers in biotech, zoals ThromboGenics-oprichter Désiré Collen die met Fund+ een eigen investeringsfonds heeft?
MARIËN. “Goed dat hij dat doet, al betwijfel ik of hij er nog zelf veel in actief is. Maar er is geen synergie met ons. Laat ik het erop houden dat het tussen ThromboGenics en mezelf nooit heel vlot is gelopen. Maar geen negatieve gevoelens. Ook op mijn leeftijd kijk ik naar de toekomst.”
U zei vroeger al dat u zou doorgaan tot 75. Het nadert snel.
MARIËN. “Het zal in ieder geval langer zijn. Om uit de bedrijven te stappen waar ik nu nog in zit, zal ik toch 80 jaar moeten worden, maar daarna zal mijn zoon Stefan het overnemen. Hij is ook geboeid door biotech. Voorlopig houdt hij zich vooral bezig met de vastgoedkant van ons verhaal, en met de fondsen. Ik ben niet iemand die betuttelt, ik wil dat hij zelf zijn strepen verdient. Nu, heel veel mensen op mijn leeftijd zijn al tien jaar met pensioen. Stel u voor dat ik op 60 jaar gestopt zou zijn. Gelukkig ben ik daaraan ontsnapt, aan de verveling en aan het niet meer mee zijn.”
De investeringen van Rudi Mariën
Mariën was aandeelhouder in bedrijven als Devgen, ThromboGenics en Multiplicom, en heeft nu nog belangen in een dozijn bedrijven die actief zijn in lifesciences (biotech, farma en medtech). Daarnaast investeert hij in andere sectoren, via Vendis Capital en andere durffondsen. Hij investeert ook rechtstreeks in niet-lifesciencesbedrijven. In het geval van Eden Chocolates, opgericht door CD&V-kamerlid Hendrik Bogaert om luxepralines in China aan de man te brengen, viel dat tegen. “Die poging is mislukt. Die investering is voor ons afgeschreven”, zegt Mariën.
De biotechinvesteringen
· Biocartis: 3,9%
· MDxHealth: bijna 14%
· Galapagos: <1%
· Argenx: <1%
· Oystershell: 20%
· AgroSavfe: tussen 10 en 15%
· Plus 10 à 15 % in vier andere Belgische en twee buitenlandse niet nader genoemde private ondernemingen
Bio
· Geboren in Ronse op 12 mei 1945
· Opleiding apotheker en klinisch bioloog
· Oprichter diverse medische labo’s in binnen- en buitenland
· Oprichter BARC, wereldwijd actief labo voor klinische studies voor farmasector
· 1985: medeoprichter Innogenetics, dat in 2008 werd verkocht aan Solvay
· 2007: verkoopt BARC aan de Franse holding CEL
· Aandeelhouder of ex-aandeelhouder in Vlaamse biotechbedrijven
· Investeert ook in durffonds Vendis Capital en in biotechvastgoed
De kracht van kunst
Marien heeft zijn gebouwen vaak gelardeerd met moderne kunst. “Mensen moeten graag werken, en ze werken graag in iets moois. Dus moet je een omgeving scheppen waar graag wordt gewerkt, waar ze een wauw-effect hebben. Mooie gebouwen zijn niet duurder dan lelijke. Daarom heeft kunst mij altijd zo aangetrokken. Al bij Innogenetics had ik overal schilderijen hangen. Mensen dachten eerst dat ik zot was, maar nu vindt iedereen het fantastisch.”
Rudi Mariën over
Zijn kinderen
“Ik heb drie zonen, Stefan, Frederik en Robin. Stefan staat mij bij in Biovest (het familiale investeringsvehikel, nvdr). Frederik doet in hedendaagse kunst, en heeft een internationale galerij in Brussel, die mijn eerste vrouw heeft gestart. Robin is wat jonger, en studeert voor burgerlijk ingenieur. Mijn droom is dat mijn kinderen het goed doen. Ik mag hopen dat ze een bijdrage leveren aan de maatschappij. Ik denk dat ik dat voor een klein stukje heb gedaan. Die arbeidsethos heeft mijn vader me meegegeven.”
Tim Van Hauwermeiren, CEO van argenx
“Een zeer sterke figuur met heel veel kwaliteiten, die op handen wordt gedragen door zijn mensen. Hij zou zeker ook een uitstekende CEO van een Amerikaans bedrijf kunnen zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier