Belgische investeringsmotor blijft sputteren
De Nationale Bank verwacht dat bedrijven dit jaar 2,5 procent meer investeren dan vorig jaar. Maar de Belgische bedrijfsinvesteringen blijven te laag.
De voorspelde stijging van de bedrijfsinvesteringen met 2,5 procent steken af tegen de daling met 0,5 procent in 2013. Toch maakt een zwaluw de lente niet: de bedrijfsinvesteringen zijn tussen 2008 en 2012 constant gedaald, een heropleving tussen midden 2011 en 2012 niet te na gesproken.
Dat de Grote Recessie en haar naweeën een effect hebben op het investeringsgedrag van bedrijven is logisch. Maar er is meer aan de hand. Volgens economen kampt België met een structureel probleem van onderinvestering. De Belgische investeringsmotor blijft sputteren.
Het aandeel van de investeringen in onze economie (de zogenoemde investeringsquote) blijft onder het gemiddelde van 13 procent voor de periode 1980-2013. Nu is het wel zo dat de bedrijfsinvesteringen in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp) aan het begin van de jaren tachtig extreem laag waren. Maar zelfs als we de evolutie sinds 2000 bekijken, bevindt de investeringsgraad zich onder het gemiddelde.
Capaciteit onderbenut
In elk geval tonen de cijfers duidelijk aan dat België nood heeft aan nieuwe bedrijfsinvesteringen om tewerkstelling, een hogere productiviteit en groei te genereren. Een eerste oorzaak voor de investeringsdroogte is dat verschillende negatieve economische schokken de vraag heeft doen dalen. Hoe lager de vraag, hoe minder de verwerkende nijverheid haar beschikbare capaciteit benut. Waar ze in 2007 nog zo’n 85 procent van haar capaciteit inzette in het productieproces, is dat intussen nog maar 80 procent. Eind 2012 lag die capaciteitsbezettingsgraad ruim 6 procent lager dan het gemiddelde sinds 1980. Kortom, de machines én de werknemers in de bedrijven werkten niet op volle toeren.
In de loop van 2013 was er wel opnieuw een lichte stijging in de capaciteitsbezetting. Als die trend doorzet, zou dat goed nieuws zijn. Een hogere capaciteitsbezettingsgraad zet bedrijven ertoe aan uitbreidingsinvesteringen te doen. En daar ontbreekt het aan in België. “Eigenlijk doen bedrijven vooral vervangingsinvesteringen”, stelt KBC-econoom Johan Van Gompel.
Rendabiliteit en marges onder druk
Een ander probleem is dat de crisis geknaagd heeft aan de verkoopvolumes en de marges van de bedrijven, en zo hun rendabiliteit heeft aangetast. Waar de Belgische bedrijven er aan de vooravond van de Grote Recessie financieel goed voorstonden, zitten er nu veel op hun tandvlees. En bedrijven met een zwakke operationele rendabiliteit kunnen de investeringen die ze plannen, moeilijker zelf financieren.
Voor die financiering kunnen ze natuurlijk ook een beroep doen op bankkredieten. Ook die vormen een belangrijke brandstof voor investeringen. De aanhoudend lage rente is een buitenkans voor bedrijven die willen investeren. Bovendien stelt de Nationale Bank vast dat er sinds het tweede kwartaal een versoepeling van de kredietverleningsvoorwaarden aan de gang is. Die factoren zouden de investeringsmotor moeten aanzwengelen.
Economen wijzen er voorts op dat een klimaat van vertrouwen cruciaal is om bedrijven ertoe aan te zetten opnieuw te investeren. Ondernemersvertrouwen wordt overigens niet alleen bepaald door groeicijfers. Het heeft ook te maken met het algemene investeringsklimaat: in België zetten de hoge loonkosten en de fiscaliteit een rem op de investeringen.
Lees het uitgebreide artikel in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier