Belfius-bestuurders krijgen geen opslag
Een voorstel om de vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur van Belfius – volledig in overheidshanden – en van de niet-uitvoerende bestuurders met tien procent op te trekken, is zoals verwacht niet goedgekeurd. Dat blijkt na de algemene vergadering van de bank.
Belfius stelde de staat, de enige aandeelhouder, voor om de bezoldiging van voorzitter Jos Clijsters en van de niet-uitvoerende bestuurders terug te brengen op het bedrag dat begin 2012 vastgelegd werd.
De raad van bestuur had in 2013 naar aanleiding van het herstructureringsplan bij de bank zelf voorgesteld om de vergoeding tijdelijk met 10 procent te verminderen. Het was de bedoeling om dat bedrag daarna weer op te trekken tot het niveau daarvoor.
Maar de regering is daar dus niet op ingegaan. Er is geen dringende noodzaak daartoe, luidt het oordeel. Ook het maatschappelijk draagvlak is beperkt. Het punt over de verhoging van de bezoldiging werd dan ook niet goedgekeurd.
De voorzitter en externe bestuurders van Belfius moeten met andere woorden vrede nemen met de verloning die de voorbije zes jaar van toepassing was.
Een aantal bestuurders reageerde eerder deze week verongelijkt op de beslissing van de regering om hun vergoeding niet met tien procent te verhogen.
“De samenleving lijkt te denken dat het om zakkenvullerij gaat en het pakken van postjes. Dat is een feitelijk gebrek aan respect en erkenning voor onze inzet”, zei extern bestuurder Lutgart Van den Berghe daarover.