Beleggersvertrouwen op hoogste punt sinds juni vorig jaar
Ruim een kwart (28 procent) van de Belgische particuliere beleggers ziet de economie aantrekken in de komende drie maanden. Dat is het hoogste percentage sinds juni 2020, zo blijkt uit de maandelijkse beleggersbarometer van ING België.
In januari steeg de ING-beleggersbarometer, die gaat van 0 (zeer pessimistisch) tot 200 (zeer optimistisch), voor het eerst in een jaar boven het neutrale niveau van 100 punten uit, namelijk naar 104. ‘Hoewel de vaccinatiecampagne tegen covid-19 eerder moeizaam van start gegaan is, is er hoop dat in de loop van het jaar het leven geleidelijk aan zal normaliseren’, legt hoofdeconoom Peter Vanden Houte van ING België uit.
De eerder gunstige beursevolutie van de laatste maanden heeft ook het vertrouwen in de aandelenmarkten opgekrikt. 36 procent van de beleggers verwacht in de komende drie maanden een beursstijging, 31 procent verwacht daarentegen een correctie.
De barometer peilt ook naar de coronamoeheid. 44 procent van de bevraagden vindt dat de media te veel aandacht besteden aan covid-19, 29 procent is het daar niet mee eens. Vooral Franstaligen (54 %) vinden de media-aandacht overdreven. Bij Nederlandstaligen (37 %) leeft dat gevoel minder.
Ruim de helft (54 %) denkt dat het coronavirus nooit zal verdwijnen, 17 procent meent van wel. Toch heeft 61 procent vertrouwen in de wetenschappers om ons door de crisis te leiden, al is dat vertrouwen opmerkelijk groter bij Nederlandstaligen (69 %) dan bij Franstaligen (50 %).
Groepsimmuniteit
Als in 2021 groepsimmuniteit bereikt wordt, zou de economie opnieuw moeten aantrekken. 60 procent van de bevraagden denkt dat eens 70 procent van de bevolking gevaccineerd is, mensen hun oude gewoonten weer zullen aannemen. Amper 14 procent is het niet eens met die stelling.
Toch is er twijfel over de snelheid waarmee de Belgische economie zal herstellen. Een derde van de beleggers denkt dat het vlug zal gaan, 29 procent vreest een traag herstel. Vooral Franstaligen (41 %) vrezen dat, bij Nederlandstaligen (21%) is die twijfel minder aanwezig.