Banken ondersteunen groene transitie: ‘Duurzaamheid is geen hype meer’
De coronacrisis lijkt de overgang naar een groene, digitale en duurzame economie te versnellen. Dat beseffen ook de financiële instellingen, die dat proces met kredieten en investeringen kunnen sturen.
“Duurzaamheid wordt de nieuwe standaard.” Dat zei Larry Fink, de CEO van BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld, begin dit jaar, nog voordat er van corona sprake was. Over tien jaar wordt dat wellicht gezien als het omslagpunt waarop duurzaamheid als businessstrategie een realiteit werd. BlackRock beheert 7500 miljard euro en was de belangrijkste investeerder in olie en steenkool. Als dat geld gaat schuiven, wordt het menens.
Banken, verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders hebben krachtige instrumenten in huis om de economie in een bepaalde richting te duwen. Ze kunnen investeren in aandelen en obligaties van ondernemingen die duurzaamheidsdoelstellingen vooropstellen. Banken kunnen met hun kredietverstrekking de transitie naar een groenere economie mogelijk maken.
Nichebanken zoals Triodos en vdk bank zijn daarin in ons land voorlopers. Maar waar staan de grote Belgische financiële instellingen in dat proces? Trends peilde naar de realisaties en de intenties bij KBC en BNP Paribas Fortis, respectievelijk de grootste bank van Vlaanderen en van België; bij de grootste Belgische institutionele investeerder, AG Insurance; en bij de belangrijkste onafhankelijke Belgische fondsenbeheerder, Degroof Petercam Asset Management.
AG Insurance: ‘260 procent groei in vijf jaar’
Verzekeraars beleggen veel geld van pensioen- en levensverzekeringen voor de lange termijn. In het verleden kochten ze bijna uitsluitend liquide overheidsobligaties van sterke emittenten. Dat zien we langzaam verschuiven.
AG Insurance, de grootste verzekeraar van het land, heeft een investeringsportefeuille van 81,4 miljard euro. De voorbije jaren is het aandeel van de overheidsobligaties daarin gedaald tot de helft. Leningen en bedrijfspapier vertegenwoordigen 20 en 17 procent. Bij de leningen groeit het belang van duurzame investeringen in infrastructuur, zoals de bouw van scholen en gevangenissen, en van hernieuwbare energie zoals windmolens en zonneparken.
“We zijn daar iets meer dan vijf jaar geleden mee begonnen”, zegt Wim Vermeir, de chief investment officer van AG Insurance. “Nu gaat het om een portefeuille van 2,2 miljard euro. We hebben meer dan 250 scholen helpen bouwen. Het project Scholen van morgen is voor 90 procent afgewerkt. Daarom focussen we meer op alternatieve energie, openbaar vervoer en digitale infrastructuur, zoals de aanleg van glasvezelkabel.”
De strategie van AG Insurance inzake duurzame investeringen steunt op drie pijlers, verklaart Bernadette Migisha, hoofd Socially Responsable Investing (SRI). “Allereerst sluiten we sectoren uit zoals de wapenindustrie, tabak en steenkool, en landen die als belastingparadijs te boek staan. Ten tweede bekijken we hoe de bedrijven waarin we investeren de ESG-principes (milieu, sociaal beleid en governance, nvdr) toepassen. We analyseren dus niet alleen de financiële gegevens maar ook de duurzaamheid.”
De derde pijler introduceerde AG Insurance dit jaar: voting and engagement. Migisha: “We gaan een stap verder door in dialoog te gaan met de bedrijven waarin we investeren. We eisen transparantie over de invulling van de ESG-criteria en we vragen dat ze zich meer inzetten voor duurzame doelen. We sporen hen aan duurzame keuzes te maken. We focussen daarbij op de energiesector en de ondernemingen of organisaties waarin we belangrijke participaties hebben.”
Volgens Migisha heeft AG Insurance voor 6,5 miljard euro activa met een duidelijk duurzaam doel, die een positieve impact hebben op de maatschappij. “In 2015 hadden we maar 1,8 miljard euro duurzame activa in portefeuille. Dat is een groei van 260 procent in vijf jaar.”
Degroof Petercam Asset Management: ‘Duurzame activa zijn een bron van groei’
“Duurzaamheid zit in ons DNA”, zegt Hugo Lasat, de CEO van Degroof Petercam Asset Management (DPAM). “Wij zijn daar al twintig jaar mee bezig, vanuit de overtuiging dat duurzaamheid een bron van toegevoegde waarde is. Al onze investeringen integreren de ESG-uitdagingen en de klimaatambities 2030-2050, zelfs als de klant er niet om vraagt.”
DPAM is een dochter van Degroof Petercam, die enkel werkt voor institutionele klanten, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, stichtingen en non-profitorganisaties. De institutionele vermogensbeheerder heeft klanten in achttien landen en beheerde eind oktober 39 miljard euro. DPAM stond dit jaar op de vierde plaats in de rangschikking van meest duurzame fondsenbeheerders in Europa.
In het verleden was er geen bewijs dat duurzame activa een betere return genereerden, maar dat is veranderd, vindt Lasat: “Duurzame activa bieden betere perspectieven en zijn daardoor een bron van groei. Eigenlijk is het logisch dat je mag verwachten dat een bedrijf met een goede governance beter zal presteren. En wie duurzaam met het milieu bezig is, bijvoorbeeld door minder water of energie te verbruiken in zijn productieproces, boekt efficiëntiewinst. Wij geloven dat duurzame bedrijven en beleggingen op lange termijn financieel beter zullen presteren.”
Doordat duurzame investeringen bijdragen aan de samenleving, groeit de vraag bij de institutionele klanten, vertelt Lasat: “Enerzijds manen de regelgevers de banken, de verzekeraars en de pensioenfondsen aan de ESG-criteria in hun investeringsportefeuilles te integreren. Anderzijds kiezen ze ook steeds meer voor duurzame fondsen omwille van de maatschappelijke impact. Meer dan de helft van onze beleggingsfondsen zijn duurzame fondsen.”
De grote uitdaging is hoe je de impact van duurzame beleggingen meet, geeft Lasat toe. “Hoever ga je daarin? Regelgevers vragen een gestandaardiseerde of gespecialiseerde rapportering, zodat het ook voor de eindklant duidelijk is wat zijn investeringen maatschappelijk opleveren. Dat is goed, maar ik wil toch voor proportionaliteit pleiten. Als wij te veel informatie en onderzoeken moeten afleveren, komt dat de transparantie niet noodzakelijk ten goede.”
Grote financiële instellingen krijgen nochtans vaak de kritiek dat ze aan greenwashing doen en hun investeringen groener en duurzamer voorstellen dan ze zijn. Lasat denkt dat een tijdelijk en overroepen fenomeen is: “Dat komt als een boemerang terug. Zulke beheerders zetten zichzelf uit de markt.”
DPAM biedt volgens Lasat volledige transparantie: “Alles wat wij op het gebied van duurzaamheid ondernemen, maken we publiek. Dat gaat ver. We schenken bijvoorbeeld duidelijkheid over ons stemgedrag als aandeelhouder.”
BNP Paribas Fortis: ‘Wereldleider in groene obligaties’
Wilfried Remans, het hoofd Corporate Social Responsibility (CSR) of maatschappelijk verantwoord ondernemen van BNP Paribas Fortis, volgt het thema al meer dan vijftien jaar: “Ik herinner me de oprichting van het eerste CSR-team. Dat was vooral een defensieve zet, om kritiek van ngo’s te counteren, die wilden dat we uit alle vervuilende en controversiële sectoren stapten. Maar dan verlies je meteen ook een hefboom. Wij vinden het beter voorwaarden te koppelen aan het financiële engagement van de bank. Op die manier kun je bedrijven aanmoedigen om de transitie naar een groene en duurzame economie te maken. Pas als ze niet aan die voorwaarden voldoen, stoppen wij met financieren.” Sustainable finance of duurzame financiering verloopt langs twee assen, legt Remans uit. De eerste is het beperken van de negatieve impact op de mens, de natuur en de planeet. “In de eerste plaats gaat het om onze eigen ecologische voetafdruk. BNP Paribas Fortis is sinds 2017 klimaatneutraal. Daarnaast moeten we onze kredietportefeuille in lijn brengen met het klimaatakkoord van Parijs. We beseffen dat we ondernemingen financieren die veel CO2 uitstoten en dus bijdragen aan de klimaatopwarming, zoals staal-, cement-, elektriciteits-, olie-, gas- en transportbedrijven. We begeleiden hen en financieren hun projecten om hun CO2-uitstoot te verminderen.”
De tweede as is het vergroten van de positieve impact. Dat doet de bank met haar financiering. Ze adviseert haar klanten op gebieden als hernieuwbare energie, sociaal ondernemerschap en circulaire economie. “We hebben ons aanvankelijk geconcentreerd op sociaal gedreven ondernemers, die maatschappelijke problemen aanpakken of kwetsbare groepen aan werk helpen. We hebben in België een kredietportefeuille van meer dan 100 miljoen euro bij zulke bedrijven.”
In een volgende stap integreerde BNP Paribas Fortis duurzaamheid in zijn leningen en obligaties: “We hebben sustainability linked loans ontwikkeld. De rentemarges op die leningen zijn gekoppeld aan de prestaties van de kredietnemer op het gebied van milieu, maatschappij en/of goed bestuur. De rente daalt als het bedrijf zijn duurzaamheidsscore verbetert. Is het volgende duurzaamheidsrapport slechter, dan wordt het krediet duurder. BNP Paribas is een van de wereldleiders in groene obligaties. Zo haalden we twee jaar geleden 4,5 miljard euro op voor de Belgische overheid, die dat geld moet investeren in duurzame projecten, zoals openbaar vervoer.”
De coronacrisis versnelt de duurzaamheidsrevolutie, zegt Remans: “Duurzaamheid is geen hype meer, het is mainstream geworden. Wereldwijd is er een algemeen bewustzijn dat we van de heropbouw na de coronacrisis moeten gebruikmaken om de economie groener, inclusiever en digitaler te maken. In Europa zal de Green Deal van de Europese Commissie de volgende jaren alles in beweging zetten. Maar ook China is ambitieus, en de Verenigde Staten zullen onder Joe Biden niet willen achterblijven.”
KBC Groep: ‘Kmo’s wijzen op de kansen
Duurzaamheid nastreven zit bij KBC in de genen, zegt Filip Ferrante, directeur Corporate Sustainability van KBC Groep. Maar het is ook een kwestie van goed risicobeheer: “Een bank-verzekeraar is verplicht de risico’s van de klimaatverandering goed in kaart te brengen. Er zijn de fysieke risico’s die tot meer claims leiden voor het verzekeringsbedrijf, zoals schade door stormen en overstromingen. De bank moet zich afvragen of ze een fabriek die dicht bij een rivier ligt, nog wil financieren. Daarnaast zijn er de transitierisico’s die verbonden zijn aan de overgang naar een duurzame economie, zoals een CO2-belasting. Die kan bepaalde bedrijven en sectoren veel geld kosten als ze niets doen.”
KBC wil zijn positieve impact op het klimaat vergroten en zijn negatieve impact verkleinen. Ferrante geeft een voorbeeld uit de energiesector: “Wij hebben al meer dan 1 miljard euro financiering toegekend aan hernieuwbare-energieprojecten. Tegen 2030 moet 65 procent van onze kredietverstrekking aan de energiesector betrekking hebben op hernieuwbare energie. Onze financiering van steenkoolgerelateerde energiecentrales bouwen we versneld af. In Tsjechië, onze tweede thuismarkt, is steenkool nog een belangrijke verwarmingsbron. Toch stappen we tegen eind 2021 volledig uit steenkoolcentrales.”
De bank gebruikt haar financieringsformules om mensen en bedrijven in de goede richting te sturen, zegt Ferrante. “We beseffen dat we met elke klassieke autolening indirect koolstofemissies financieren. Daarom promoten we elektrische wagens en fietsen.” Begin dit jaar kende KBC, naar aanleiding van het autosalon, gunstigere kredietvoorwaarden toe aan leningen voor een elektrische auto of fiets. De bank deed ook grote inspanningen in fietsleasing.
Grote bedrijven maken werk van een duurzaamheidsstrategie. KBC wil ook zijn vele Vlaamse kmo-klanten in dit verhaal meenemen. “We kunnen hen adviseren en wijzen op de kansen van verandering”, zegt Ferrante. “Verduurzaming moet een onderdeel van elke bedrijfsstrategie zijn.”
Maar de weg naar een groene en duurzame economie is een evolutief proces, beklemtoont Ferrante. “Sommigen vinden dat het niet snel genoeg gaat, maar als een bank een krediet voor tien jaar heeft toegekend, kan ze niet na twee jaar de terugbetaling eisen. Banken hebben tijd nodig. Enkel de groene bedrijven eruit pikken en de rest laten vallen, is geen optie. Wij willen net ondernemingen helpen bij de transitie. Samen met onze klanten doen wij elke dag stappen naar een groene economie, maar we kunnen niet in één stap bruine in groene bedrijven veranderen.”
Antwerps klimaatplan biedt investeringsmogelijkheden
Het klimaatplan dat de stad Antwerpen goedkeurde, kan een kans zijn voor financiële instellingen die duurzaam willen investeren. “Wij zullen het plan van nabij bekijken”, zegt Filip Ferrante van KBC. “In Leuven is KBC betrokken bij een soortgelijk project om de stad tegen 2030 klimaatneutraal te maken. Zulke investeringen sluiten perfect aan bij de rol die wij als bank willen spelen in de samenleving.”
Antwerpen wil de CO2-uitstoot in tien jaar met meer dan de helft reduceren. Daarvoor zijn belangrijke investeringen nodig om woningen energiezuinig te maken, in elektrische bussen, windmolens in de haven en een warmtenet. Totale kostprijs: 2,6 miljard euro.
Schepen van Leefmilieu Tom Meeuws (sp.a) rekent op een gezamenlijke inspanning van de publieke en de private sector. Hij ziet het Antwerpse klimaatplan als een open uitnodiging voor iedereen die wil investeren in het klimaat: “We hebben bij de voorbereiding van het plan contacten gehad met bedrijven en banken. Ik merk veel interesse en een grote investeringsbereidheid. Er is veel geld in omloop en duurzame projecten zijn in trek.”
Volgens Meeuws wordt er ook gewerkt aan innovatieve financieringsmechanismen: “We hebben een deal gesloten met de Europese Investeringsbank, zodat we een fonds voor energieleningen kunnen oprichten. En ik verwacht veel van de derdepartijfinanciering, waarbij verhuurders de afbetalingskosten van hun lening voor een deel recupereren via de elektriciteitsrekening van de huurders.”
6,5 miljard
euro aan activa met een positieve impact op de maatschappij heeft AG Insurance in portefeuille.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier