Automaker BMW in het rood door coronacrisis
De Duitse autofabrikant BMW heeft in het afgelopen kwartaal voor het eerst sinds 2009 een operationeel verlies geleden. Het bedrijf werd opnieuw hard geraakt door de coronacrisis die de verkoop van auto’s wereldwijd zware klappen toediende. Vooral in Europa daalde de vraag naar auto’s door tijdelijk gesloten fabrieken en showrooms.
BMW sloot het tweede kwartaal af met een 22,3 procent lagere omzet van 19,9 miljard euro. Daarbij schreef de automaker een operationeel verlies (ebit) van 666 miljoen euro in de boeken. In dezelfde periode vorig jaar was nog sprake van een operationele winst van 2,2 miljard euro. Netto stond BMW 212 miljoen euro in het rood, waar een jaar eerder een nettowinst van 1,48 miljard euro werd geboekt.
De verkoopcijfers van BMW, een belangrijke maatstaf die door analisten nauwlettend in de gaten wordt gehouden, daalden het afgelopen half jaar met bijna een kwart naar 962.575. In Europa, Duitsland en de Verenigde Staten kelderde de vraag het hardst, rond de 30 procent. In China, waar in het eerste kwartaal de grootste daling plaatsvond, verbeterde de vraag vanaf april aanzienlijk. Uiteindelijk klokten de verkoopcijfers in het land voor de eerste jaarhelft af op -6 pct.
BMW houdt ondanks het verlies vast aan de verwachting van een brutowinstmarge tussen 0 en 3 procent voor de Automotive-tak in 2020. Ook wil het bedrijf blijven investeren in innovatie en ontwikkeling en telt daar tot 2025 meer dan 30 miljard euro voor neer.