Arco: kroniek van tien jaar gebroken beloftes
Het mislukken van de beursgang drukt Belfius met de neus op de feiten: het Arco-dossier is niet enkel een probleem van de overheid, maar ook van de bank. Een kroniek van tien jaar gebroken beloftes.
Een begrafenis in een uithoek van West-Vlaanderen. Al voor de rouwmaaltijd word ik aan de mouw getrokken. “U bent financieel-economisch journalist. Wat denkt u? Gaan we ons Arco-geld ooit terugzien?” Waarop een verhaal volgt hoe schandelijk de politiek de mensen anno 2018 in Vlaanderen behandelt. “We zijn maar kleine garnalen, hè, daar liggen ze in Brussel niet wakker van”, klinkt het aan het einde van het gesprek gelaten.
“Ik heb het gevoel dat veel politici niet beseffen hoe diep de wonde is die het Arco-dossier geslagen heeft”, zegt een waarnemer. “Honderdduizenden Vlamingen voelen zich belogen en bedrogen. Sinds 2008 wordt beloofd dat de Arco-coöperanten vergoed zullen worden, elke politieke partij heeft akkoorden in die zin ondertekend. Maar eigenlijk heeft men niets gedaan om die beloftes waar te maken. U mag gerust spreken van woordbreuk.”
Didier Reynders (MR), indertijd minister van Financiën, stelt dat hij er in 2008 al voor heeft gewaarschuwd dat het heel moeilijk zou worden een Arco-regeling goedgekeurd te krijgen door Europa. “Ik besefte dat de uitbreiding van de depositogarantie tot coöperatief bankkapitaal ‘op het randje’ was. Er was van bij het begin een risico dat Europa die operatie niet zou goedkeuren.”
Geloof in de overheid
Eigenlijk zegt Reynders, tien jaar na datum, dat hij nooit geloofd heeft in de garantie voor de Arco-coöperanten. Dat is opmerkelijk, want de reddingsconstructie die in 2008 uitgewerkt was voor Dexia, stond of viel met de trouw van de Arco-coöperanten.
Premier Yves Leterme (CD&V) had Gemeentelijke Holding, Arco en Ethias, als de grootste drie Belgische aandeelhouders van Dexia, verplicht bij te dragen tot de kapitaalverhoging van 6 miljard euro. Arco moest 350 miljoen euro betalen. Het had dat geld niet, maar bezweek onder de politieke druk. Zowel Gemeentelijke Holding als Arco kreeg het geld uitgeleend van Dexia Bank België (het huidige Belfius).
Door de koersval van Dexia en de rentekosten van de nieuwe lening zat Arco, de financiële arm van de christelijke arbeidersbeweging ACW (het huidige beweging.net), toen al zwaar in de puree. Bovendien maakte Dexia Bank België van de lening van 350 miljoen euro gebruik om zowat alle activa van Arco in pand te nemen.
600 miljoen euro stelde de regering-Michel als vergoeding in het verschiet
Door een garantie af te kondigen, gaf de overheid aan de Arco-coöperanten evenwel het signaal dat ze op hun beide oren konden slapen. Want de staat besefte heel goed dat als Arco-coöperanten hun deelbewijzen zouden verkopen, Arco op zijn beurt zijn Dexia-aandelen zou moeten verkopen. Dan zou de koers van Dexia voort dalen, en de hele reddingsconstructie zou ineenstorten. Hetzelfde gold indien de coöperanten, zeg maar de trouwste bankklanten, zich van de instelling zouden afkeren en hun geld zouden terugtrekken.
Het blijft dan ook schrijnend dat tussen 2008 en september 2011, toen Dexia echt omviel, nauwelijks Arco-coöperanten hun deelbewijzen verkocht hebben. Je kunt het ongelooflijk naïef noemen, maar blijkbaar geloofden die mensen in de beloftes van hun overheid. Uiteindelijk veroordeelde Europa de garantie voor de Arco-coöperanten als verboden staatssteun omdat het die beschouwde als onrechtstreekse steun aan de Arco-vennootschappen (en dus aan Dexia).
Manipulatie
Sindsdien is het nieuwe beloftes blijven regenen. Sinds 2008 heeft elke premier van dit land verklaard dat er een vergoeding voor de Arco-coöperanten moet komen. Zij zijn immers niet alleen misleid door de overheid, maar in eerste instantie ook door Arco en door de financiële instelling (de voorganger van Belfius) die hun het product als een veilig spaarproduct verkocht hebben.
De huidige regering leek werk te maken van een nieuwe vergoedingsconstructie, waaraan alle betrokken partijen zouden bijdragen en die een deel van het verlies van de coöperanten zou compenseren (600 miljoen euro). Maar de regeling rammelde aan alle kanten. De overheid zou daarvoor 400 miljoen euro uitzonderlijk dividend van de staatsbank Belfius gebruiken, en het geld dat Arco haar als Europese boete voor de staatssteun moest betalen. Belfius en beweging.net zouden elk nog eens een kleine 50 miljoen euro inbrengen.
“Het is alsof men bewust een constructie heeft opgezet waarvan men wist dat Europa ze niet kon aanvaarden”, zegt een goede bron. “Het lijkt op politieke manipulatie. ‘We melden het zo aan dat Europa het niet kan goedkeuren. Dan kan Bart De Wever op tv zeggen: ‘Allez CD&V, beken maar dat jullie vrienden van Arco de mensen bedrogen hebben’.”
“Ik heb daar geen bewijzen van, maar het is ofwel dat ofwel compleet mismanagement”, vindt Erik Bomans van het juridisch advieskantoor Deminor, dat namens 2000 Arco-coöperanten een procedure heeft opgestart tegen Arco, Belfius en de Belgische staat. “Intussen zou iedereen toch moeten begrijpen dat, als de overheid het initiatief neemt, Europa zich over het dossier moet buigen en dat de kans dan groot is dat Europa die constructie zal beschouwen als het omzeilen van een eerdere Europese beslissing.”
Volgens Bomans zijn er twee mogelijkheden: “Ofwel heeft de Belgische staat juristen die foutief en tegen beter weten in blijven adviseren via een overheidstussenkomst te werken. Ofwel legt de regering zelf die oplossing op, en moeten de juristen ze maar uitvoeren en uitleggen bij de Europese Commissie.”
Geen schikking
Deminor is ervan overtuigd dat het Arco-dossier enkel opgelost kan geraken als Belfius zelf het initiatief neemt om zijn klanten te vergoeden in het kader van een geschil. Goedgeplaatste bronnen bevestigen dat Europa geen juridisch bezwaar zou maken tegen een commerciële regeling die uitgaat van de bank, en die tot doel heeft haar klanten te vergoeden voor misleidende verkoop. Het voordeel van zo’n schikking is dat ze geen schuldbekentenis inhoudt en een limiet op de vergoeding zet.
Maar de staatsbank lijkt daar niet toe bereid. Waarom eigenlijk? Want of Belfius nu 400 miljoen euro dividend uitkeert, of dat bedrag gebruikt om de coöperanten rechtstreeks te vergoeden, maakt geen enkel verschil voor de solvabiliteit van de bank.
In de wandelgangen worden daarvoor een aantal verklaringen gegeven. Ten eerste kan Belfius niet zomaar enkele honderden miljoenen uit de kas halen om een bepaalde groep klanten te vergoeden. Dat zou getuigen van ‘favoritisme’ en de Europese Centrale Bank zou het niet toelaten. Ten tweede ontkent Belfius dat het verantwoordelijk is voor de misleidende verkoop van Arco-deelbewijzen. In de context van twintig jaar geleden (toen Mifid, de regulering die klanten moet beschermen, nog niet bestond) zou het product voldoende duidelijk ‘gesitueerd’ geweest zijn, luidt het argument.
Over de rechtszaken aangespannen door Deminor en meester Lenssens lijkt de bank zich weinig zorgen te maken. Ze gelooft dat er onvoldoende bewijzen zijn om haar aansprakelijk te stellen. Belfius vindt dat de Arco-coöperanten die denken dat ze aanspraak kunnen maken op een vergoeding, zich moeten richten tot Arco, dat in vereffening is, tot beweging.net (het vroegere ACW), of tot de overheid, die in 2008 een garantie uitvaardigde.
Mislukte beursgang
Maar volgens Erik Bomans van Deminor heeft de staatsbank het Arco-dossier verkeerd ingeschat: “Belfius heeft er zich altijd vanaf gemaakt door te zeggen dat Arco het probleem van de overheid is. Het mislukken van de beursgang toont dat Arco wel degelijk ook voor Belfius een probleem is.”
Belfius zou dit jaar naar de beurs gebracht worden. Dat zou de Belgische staat geld opleveren om de staatsschuld te verminderen. Maar de beursgang ging niet door, noch in het voorjaar noch in september. Telkens in hoofdzaak omdat er geen duidelijke oplossing voor het Arco-dossier was.
“Je kunt moeilijk een prospectus publiceren waarin je zegt dat de overheid de zaak aan het oplossen is, maar dat er nog geen goedkeuring van Europa is. Dan bestaat de kans dat de regeling wordt teruggedraaid én dat Europa je daarvoor nog eens beboet ook”, zegt een bron. Internationale investeerders blijven voor minder weg. En dan hebben we het nog niet over het risico dat de bank loopt dat ze nieuwe investeerders een rad voor de ogen draait, wat kan leiden tot nieuwe schadeclaims.
Dat verklaart waarom de raad van bestuur van Belfius twee weken geleden wel het groene licht gaf voor een beursintroductie, maar daar een belangrijke voorwaarde aan koppelde: de Belgische staat moest garanderen dat Belfius geen enkel financieel risico zou lopen, mocht Europa de Arco-regeling afschieten. Het akkoord niet aan Europa voorleggen, zoals vicepremier Kris Peeters (CD&V) wilde, was voor het Belfius-bestuur geen optie. De politici raakten het niet meer eens, en dus werd de beursgang afgeblazen.
Maar de zaken kunnen ook helemaal anders aangepakt worden. De Nederlandse staatsbank ABN AMRO schikte in de aanloop naar haar beursintroductie alle lopende juridische betwistingen. Zo kon de bank van de beursgang een succes maken. Toenmalig directievoorzitter Gerrit Zalm zei daarover in Trends: “Beleggers vinden onzekerheid niet prettig. Als je die onzekerheid kunt wegnemen, ook al kost het wat, is dat gunstig.” Zalm voegde eraan toe dat een schikking nooit leuk is, zeker als je denkt dat je gelijk hebt, maar dat het beter is dan de onzekerheid over een claim te laten aanslepen.
Kortom, het is in het belang van iedereen, ook van de belastingbetaler, dat het Arco-dossier geregeld wordt. Zonder oplossing zal Arco wegen op de waardering van Belfius bij een beursgang, waardoor de Belgische overheid minder geld zal opstrijken. Bovendien dreigt de bank later, gesteld dat de coöperanten hun gelijk halen voor een rechter, toch nog de factuur gepresenteerd te krijgen. Om nog te zwijgen over het gezichtsverlies en de reputatieschade die daarmee gepaard zouden gaan.
Niet vergelijkbaar
“Als het klopt dat het mislukken van de beursgang al 10 miljoen euro aan advocaten, consultants en zakenbanken gekost heeft, dan hebben bepaalde mensen echt wel boter op het hoofd: zij die die kosten gemaakt hebben terwijl ze wisten dat de zaak-Arco niet was opgelost. Het is zo evident dat Arco beter voor de beursgang geregeld wordt, en toch hebben sommigen in de regering dat simpele feit meer dan een jaar genegeerd”, verklaart een betrokkene.
“Belfius heeft de zaak onvoldoende in handen genomen”, vindt Bomans. “De bank had perfect een regeling kunnen bedenken die de Arco-klanten aan haar bond, en van het hele verhaal een win-winsituatie maakte.” Daarvan zijn voorbeelden in andere landen. In Spanje nam Banco Santander de falende Banco Popular over. Die laatste had effecten van de bank aan haar klanten verkocht. Santander zette die effecten om in een obligatie, waardoor het de klanten van Banco Popular behoedde voor geldverlies en ze vervolgens aan zich bond.
Maar Belfius wijst erop dat het bij vergelijkbare gevallen in Spanje en Italië altijd gaat om banken die eigen aandelen verkochten. Bacob, Artesia en Dexia Bank (de voorgangers van Belfius) verkochten papier van Arco, en de publiciteit daarvoor ging vaak uit van andere partijen, luidt de verdediging van de bank.
Gelijkheidsbeginsel
Belfius is ook bang een precedent te scheppen. Een compensatie voor de Arco-coöperanten zou de deur openzetten voor claims van beleggers die op de beurs Dexia-aandelen kochten. Maar dat argument gaat volgens Bomans niet op: “In het geval van Arco gaat het om particulieren die aan de loketten van de bank een product kochten dat hun aangepraat is als een defensief spaarproduct. Het gaat dus om een conflict tussen de klant en de bank Belfius. Dexia-aandeelhouders die vinden dat ze misleid zijn, moeten zich richten tot de beursgenoteerde onderneming Dexia en niet tot Belfius. Dan spreek je van een conflict tussen aandeelhouders en een beursgenoteerde onderneming. Dat zijn twee verschillende zaken.”
10 miljoen euro zou het mislukken van de beursgang al gekost hebben.
Maar dat geldt natuurlijk alleen als Belfius het scenario van de minnelijke schikking volgt. Als de staat beleggers compenseert voor hun verliezen, dan dreigt niet alleen een nieuwe Europese veroordeling, maar stelt het probleem van de gelijke behandeling zich wel. Dan zouden andere Dexia-aandeelhouders, zoals de gemeenten die via de Gemeentelijke Holding in Dexia participeerden, op basis van het gelijkheidsbeginsel naar de rechter kunnen stappen.
Intussen gaan in de politiek almaar meer stemmen op om de koppeling tussen de beursgang van Belfius en de vergoeding voor de Arco-coöperanten los te laten. Verrassend genoeg vindt een hoge overheidsbron, die niet beschuldigd kan worden van sympathie met CD&V, dat geen goed idee: “Ik vind dat de Arco-coöperanten misleid zijn en recht hebben op een vergoeding. Als Belfius zomaar naar de beurs kan, zonder Arco-oplossing, is er helemaal geen incentive meer om nog iets voor die mensen te doen.”
In het beste geval heeft Belfius in maart, april nog een kans om naar de beurs te trekken. Het partijpolitieke getouwtrek maakt dat scenario onwaarschijnlijk. Maar als Belfius naar de beurs wil gaan, zal het toch door de zure Arco-appel moeten bijten. “Zo niet zou een slimme concurrent weleens aan de overheid kunnen voorstellen de bank over te nemen en in één beweging een oplossing te bieden voor de Arco-klanten”, glimlacht een bankier.
10 jaar na de grote financiële crisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier