Amerikaans investeringsfonds Blackstone betaalt zwaar voor Roeselaarse kmo Desotec

MATHIAS MEERSSEMAN "Het enige wat we vernietigen, is de vervuiling van andere bedrijven." © emy elleboog
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Maar liefst 800 miljoen euro had het Amerikaanse investeringsfonds Blackstone veil om het West-Vlaamse milieutechnologiebedrijf Desotec in te lijven. Het bedrijf wil met 15 tot 20 procent per jaar blijven groeien.

De verkoop van Desotec is de op één na grootste Belgische deal van het jaar. Alleen voor het aluminiumbedrijf Corialis is nog meer betaald. Het prijskaartje van 800 miljoen euro lijkt veel voor een kmo met 200 werknemers. Maar de West-Vlamingen zijn een groeibedrijf in een sector die de wind in de zeilen heeft. “De normen en regels voor water, lucht en bodem zullen de komende jaren niet minder streng worden”, voorspelt chief business development officer Mathias Meersseman. “Als iedereen die volgt, biedt dat enorme mogelijkheden.”

De Roeselaarse onderneming is de Europese marktleider in circulaire filtersystemen met actieve kool als basisingrediënt. Zulke filters halen de verontreiniging uit lucht, water, bodems en gassen. De actieve kool werkt als een spons: zodra het verzadigd is, vermindert de werking en moet het worden vervangen. De oprichters van Desotec, Joost Desmet en de broers Bart en Peter Sobry, zagen in 1995 al het gat in de markt. Nadat ze vijf jaar lang installaties voor waterzuivering en slibverwerking hadden gebouwd, besloten ze zich te specialiseren in filtersystemen met actieve kool.

Ze maakten het verschil door de mobiele filterinstallaties met actieve kool te verhuren. Het bedrijf vervangt de verzadigde kool en recycleert die sinds 2004 in zelf ontworpen pyroliseovens. Sensoren bij de klant laten weten dat het tijd is om de filter te vervangen. Aanvankelijk werden de West-Vlamingen weggezet als een wat aparte nichespeler, maar vanuit die luwte bouwden ze aan een vloot van intussen 2800 filtersystemen. “Het is een as- a-servicemodel: de klant hoeft geen kennis of kapitaal te investeren.”

Keuzes maken

Het bedrijf beperkt zijn focus tot mobiele filterinstallaties. De markten van airconditioning in gebouwen zoals ziekenhuizen, de grote drinkwaterzuiveringssystemen en de farmaceutische toepassingen laat het over aan concurrenten als het Waalse Chemviron, het Nederlandse Norit en het Zweedse Jacobi Carbon. In die toepassingen wordt nochtans veel actieve kool gebruikt.

“Alleen is het in die sectoren een commodity, een volumeproduct. Wij mikken op andere markten: de chemie, de plasticsector, meubelzaken, verfbedrijven, de autosector”, vertelt Meersseman. “Onze klanten zijn net zo goed actief in de laarzenbusiness, de keukenbouw of de productie van chips. Tegen eind dit jaar hebben we 3000 filters, en elk van die nieuwe filters betekent groei. Onze omzet stijgt met 10 tot 15 procent per jaar. Maar de kunst is duurzaam te groeien. De organisatie moet kunnen volgen.”

10 tot 20 procent van de omzet komt uit België. De grootste markten zijn Frankrijk, Duitsland en Nederland. Die worden grotendeels vanuit Roeselare bediend, al heeft het bedrijf ook verdeelcentra in Spanje, Italië en Polen ¬ niet toevallig samen met Scandinavië de grootste groeimarkten. “We kijken niet wie er actieve kool gebruikt, maar wie er een verontreinigingsprobleem heeft in gas, bodem of water. Onze grootste begrenzing in de groei is het vinden van nieuwe toepassingen.”

Want voor elk van die nieuwe toepassingen moet een methode worden gevonden om de nieuwe types actieve kool te recycleren. Vorig jaar werd een vierde oven van 10.000 ton per jaar in gebruik genomen. Dat brengt de jaarlijkse capaciteit op zo’n 23.000 ton. “Elke vier à vijf jaar bouwen we een nieuwe oven die groter is dan de vorige en andere zaken kan capteren. Denk bijvoorbeeld aan geurstoffen, pesticide of zwavel, die we in gasbehandeling vernietigen of neutraliseren. De bedoeling is alleen dat we niet alleen de actieve kool recycleren, maar ook in de mate van het mogelijke de vuile atomen als nuttig product kunnen laten inzetten. Er blijft altijd een beperkte hoeveelheid vliegas over, geneutraliseerd poeder, maar ook dat willen we zo veel mogelijk valoriseren.”

Amerikaans investeringsfonds Blackstone betaalt zwaar voor Roeselaarse kmo Desotec

Ook de actieve kool die Desotec aankoopt, wordt almaar klimaatvriendelijker. “Vroeger werd die vooral gehaald uit steenkool, maar de jongste tien jaar komt die steeds meer van duurzame grondstoffen zoals kokosschalen of afvalhout.” Terwijl het bedrijf zelf zo duurzaam mogelijk probeert te zijn, realiseert het de grootste milieuwinst bij zijn klanten. De teller staat op 200.000 olympische zwembaden afvalwater die dagelijks worden gereinigd. Per jaar vermijden ze bovendien de uitstoot van 80.000 wagens en produceren ze genoeg hernieuwbare energie voor ongeveer een half miljoen huishoudens. “Het enige wat we vernietigen, is de vervuiling van andere bedrijven. Elke nieuwe filter die we ontwikkelen, verbetert het milieu. Dat is een inspirerend idee en het helpt om nieuwe werknemers aan te trekken.”

Kernbedrijf

De oprichters verkochten Desotec in 2011 aan het investeringsfonds AAC Capital, dat het zes jaar later doorschoof naar zijn Zweedse sectorgenoot EQT, het investeringsvehikel van de familie Wallenberg. Dat verkocht Desotec in maart, maar bedong een optie om na de operatie opnieuw een minderheidsbelang te nemen. Het oefende die vorige maand uit. Naast EQT en Blackstone blijft ook het zevenkoppige managementteam onder leiding van CEO Mario Hertegonne aandeelhouder.

Blackstone is ‘s werelds grootste investeringsfonds en bezit in ons land onder meer ook de rekkenbouwer Stow, de sanitairketens Sax, Schrauwen en Lambrechts, en de bouwmaterialenverdelers BMB en Creyns. Meersseman: “Ons grote voordeel is dat we in het Core Fund zitten, hun lijst met kernbedrijven waar de radar op tien jaar en meer staat, en waarvoor ze alle registers opentrekken.”

Zorgen strengere milieunormen voor nog meer groei? “In Duitsland merken we de impact van de CO2-prijs het meest. Die bedraagt er 25 tot 55 euro per ton CO2. Dat stimuleert bedrijven enorm om te streven naar minder gebruik van energie en grondstoffen en het proper houden van lucht, bodem en water”, zegt Meersseman.

Partner Content