Albert Heijn reikt de hand

Het charmeoffensief van Albert Heijn naar de franchisenemers is slecht nieuws voor de Belgische concurrenten. Dat zegt Trends-redacteur Stijn Fockedey.

Wouter Kolk, de nieuwe CEO van Albert Heijn, heeft in zijn eerste interview sinds zijn aanstelling meer autonomie aangekondigd voor de winkeldirecteurs en de aangesloten zelfstandige winkeliers. Kolk houdt dat pleidooi in het personeelsmagazine van de retailgroep. De Nederlander staat nog maar een maand aan het hoofd van Albert Heijn en andere verwante activiteiten van Ahold, die samen goed zijn voor een omzet van 11,6 miljard euro. Op zijn Nederlandse thuismarkt heeft Albert Heijn er een slecht 2014 op zitten, ondanks een sterke eindspurt. De marktleider is er zich van bewust dat hij het geweer van schouder moet veranderen en dat hij niet louter op de prijs het verschil kan maken met zijn uitdagers Lidl en Jumbo.

Ongetwijfeld zal Kolk de interne reorganisatie voortzetten die zijn voorganger heeft opgestart. Maar dat hij in zijn eerste interview onder meer de franchisenemers de hand reikt, is opvallend. Albert Heijn heeft al jaren een conflict met verscheidene machtige franchisenemers in Nederland. De discussie gaat onder meer over de kosten die Albert Heijn aan franchisenemers aanrekent en over de controle over het vastgoed. Daardoor heeft de keten een niet al te beste reputatie bij franchisenemers. Kolk wil dat verhelpen door meer autonomie te beloven. Als Albert Heijn zijn franchiseformule aantrekkelijker maakt, heeft dat ook repercussies voor de Belgische retailers. Dat geldt in het bijzonder voor Carrefour en Delhaize, die een soortgelijke formule hebben.

De Nederlandse keten streeft naar vijftig Belgische vestigingen tegen 2016. Nu heeft er het bijna dertig. Op enkele uitzonderingen na zijn die allemaal in eigen beheer, omdat Albert Heijn er bijna nooit in slaagt zelfstandige winkeliers los te weken bij lokale concurrenten, ondanks grote financiële beloftes. De zelfstandige winkeliers gingen vaak niet overstag uit vrees om in een te strakke formule terecht te komen, waar de baten voor de keten zijn en de risico’s voor de zelfstandige. Als Kolk die twijfels wegneemt, zullen die zelfstandigen gemakkelijker hun bevoorrechte relatie met de Belgische ketens willen opgeven.