Airopack: beloftevolle technologie, bloedrode cijfers
Airopack wordt wel eens de ‘Uber van de verpakkingen’ genoemd. De milieuvriendelijke spuitbus belooft een hele industrie blijvend te veranderen. Voorlopig blijft het bij beloftes, met daar bovenop een juridisch dispuut tussen de Nederlander Quint Kelders en zijn Vlaamse joint-venturepartner Resilux.
De resterende werknemers van NV Airosolutions in Heist-op-den-Berg hebben eindelijk nog goed nieuws gekregen. Airosolutions, een onrechtstreekse dochter van Airopack Technology Group (ATG), kondigde op woensdag 20 januari een miljoeneninvestering aan voor een fikse verhoging van de productiecapaciteit. Een opkikker voor het voormalige Proficos, een verpakker van huidverzorgingsproducten, dat in september vorig jaar werd overgenomen door ATG. Het aantal werknemers verminderde bij die operatie van circa 140 (plus 50 uitzendkrachten) naar 50.
Airopack Technology Group (ATG) is een Zwitserse beursgenoteerde vennootschap, met als controlerende aandeelhouder Quint Kelders. De Nederlander startte de voorbije weken een juridische procedure tegen Resilux. Die Vlaamse beursgenoteerde vennootschap uit Wetteren is vooral bekend als producent van onderdelen voor petflessen.
In 2010 beklonken de twee een Zwitserse joint venture, Airolux. Die commercialiseert onder de naam Airopack kunststoffen spuitbussen zonder drijfgas. Het potentieel is enorm. “De Uber van de verpakkingen”, juicht KBC-analist Guy Sips. Producenten van drijfgas kunnen niet langer op beide oren slapen. De wereld verbruikt vandaag 16 miljard spuitbussen, voor onder meer haarlak, deodoranten en scheerschuim. Die worden gemaakt uit 800 miljoen kilo aluminium, omdat het drijfgas ontvlambaar is. Airopack kan de doodsteek voor de industrie worden. De productie verbruikt een vijfde minder energie en de CO2-uitstoot van de spuitbussen daalt met 65 procent, want drijfgassen worden overbodig.
De Nederlanders leveren via ATG de patenten en de technologie voor het drukventiel en het verstuiven van de cosmetica. Resilux, als ervaren speler in kunststofverpakkingen, moest het machinepark ontwikkelen voor een massale productie. In 2014 leek de hoofdvogel afgeschoten: een reuzencontract met Procter & Gamble voor het scheerschuim Gillette Fusion Proglide. De aandeelhouders van Resilux kregen eurotekens in de ogen. Het aandeel, dat jarenlang dobberde rond 50 euro, steeg de voorbije twee jaar met ruim twee derde, naar meer dan 172 euro vorig jaar, ook door de goede resultaten in de kernactiviteit.
Droom wordt nachtmerrie
Vandaag is het vet van de soep. Half december liet Quint Kelders weten dat hij Resilux uit de joint venture Airolux wil. Half januari voerde de Nederlander de druk op en dreigde met een juridische procedure. Resilux zou niet mee willen gaan in de snelle uitbreiding van de productiecapaciteit. Quint Kelders schermt bovendien met een nieuwe partner voor Airopack Technology Group, het Amerikaanse investeringsfonds Apollo. De Amerikanen zwaaien met een riante cheque van 120 miljoen euro, via een belang van 29 procent in ATG bij een aandelenkoers rond 11,2 Zwitserse frank.
Hoe kan het dat een ogenschijnlijk droomproduct de allures aanneemt van een nachtmerrie? Want Quint Kelders wordt omschreven als een uitstekende verkoper, die bij wijze van spreken ijsblokjes aan de Noordpool kan slijten. Het contract met Procter & Gamble heet vooral de verdienste te zijn van de 41-jarige zakenman – officieel luidt de voornaam Quinty – Kelders.
Maar de ontwikkeling van Airopack, hoe beloftevol ook, blijft een heikele zaak. De productie vraagt een heel nieuw machinepark en productielijnen. Bij het minste lekje in de verpakking werkt Airopack niet meer. Sinds 2010 worden de hoge verwachtingen in de jaarverslagen van ATG voortdurend bijgesteld. Initieel zou het break-evenpunt al in 2011 worden bereikt. Maar in het halfjaarverslag van 2015 blijven de vooruitzichten vaag. Er rolden weliswaar 11,5 miljoen stuks Airopack van de productielijnen in het eerste halfjaar, een klim met 72 procent. Maar de omzet daalde, omdat er vooral voor Procter & Gamble wordt gefabriceerd. Dat contract was uiteraard een blikvanger, maar de onderneming verdient meer aan kleinere series voor andere klanten. Het resultaat zijn continue verliescijfers sinds 2010. Airopack Technology Group fietste tot het einde van de eerste jaarhelft van 2015 naar een overgedragen verlies van 29,5 miljoen euro.
De productie zou nu sinds enkele weken toch op kruissnelheid gekomen zijn. De productielijn in het Zwitserse Bilten zou volop draaien voor Gillette, is in de markt te horen. Want versus de wat loslipperige Quint Kelders staat de zwijgzame hoofdaandeelhouder van Resilux, de familie De Cuyper. Onder het motto ‘Spreken is zilver, zwijgen is goud’ kan al wat Kelders vandaag verklaart, later tegen hem gebruikt worden.
Het geld van de vader
Financieel staan de Vlamingen er beter voor. ATG is een verhaal van een continue zoektocht naar geld. De onderneming heeft nauwelijks bankkredieten. Dat is naar verluidt een keuze van het bedrijf. Het kan wel aanspraak maken op bankkredieten, maar wil dat niet. Bij de joint venture Airolux is er wel een financiële leaseconstructie voor machines bij de bank Credit Suisse, voor 1,4 miljoen euro.
Het gros van zijn geld haalde ATG de voorbije jaren op via kapitaalverhogingen. Het begon in de zomer van 2010, toen Jan Kelders, de vader van Quint, een vennootschap op de Zwitserse beurs overnam. Het informaticabedrijf COS Computer Systems werd omgedoopt in de voorloper van ATG, I.P.S. Innovative Packaging Solutions.
Bij die operatie bracht Jan Kelders de technologie en de patenten voor persluchttechnologie in natura. Ze werden gewaardeerd op 57 miljoen Zwitserse frank (42,5 miljoen euro). In ruil kreeg Jan Kelders 79 procent van de aandelen. Tot in de zomer van vorig jaar stak Jan Kelders bijkomend via aandeelhoudersleningen iets meer dan 7 miljoen euro in de onderneming. Al dat geld werd bij kapitaalverhogingen omgezet in nieuwe aandelen. Vorige zomer verkocht Jan zijn belang in het bedrijf aan zoon Quint. De overnameprijs werd niet bekendgemaakt.
Quint verkocht meteen ook een deel van zijn belang aan “institutionele partijen”. Noch het aantal aandelen, noch de namen, noch de verkoopprijs werden bekendgemaakt. Na die operatie behield Quint, volgens de jongste kennisgeving van vorige zomer, een belang van 46,13 procent. Het lijkt aannemelijk dat Quint een pakket aandelen verkocht voor een groter bedrag dan de 7 miljoen euro die zijn vader inbracht. En nu zwaaien de Amerikanen van Apollo ook nog eens met een reuzencheque.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier