Advocatenkantoor Verhelst Flamey is specialist in omgevingsrecht: ‘Het vergunningenprobleem kan ons procenten aan welvaart kosten’

Gregory Verhelst en Peter Flamey
Gregory Verhelst en Peter Flamey: "Kennismanagement is heel belangrijk geworden." © Franky Verdickt
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Met Flamey en Verhelst fuseren twee advocatenkantoren die gespecialiseerd zijn in omgevingsvergunningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het omgevingsrecht wordt almaar complexer en de procedures slepen langer aan. “Het probleem van de vergunningverlening moet echt worden opgelost.”

Samen hebben Peter Flamey en Gregory Verhelst zo’n zestig jaar ervaring in het omgevingsrecht. Hun advocatenkantoren traden de voorbije jaren op in een aantal spraakmakende zaken over vergunningen, zoals het Ineos-dossier. Het stond in de sterren geschreven dat ze zouden fuseren om hun positie te versterken in de nichesector van het omgevingsrecht. “Ik herinner me dat wij begin jaren negentig in Brussel het eerste nichekantoor in stedenbouw waren”, herinnert Peter Flamey zich. “Gregory heeft een tijd bij mij gewerkt. In 2016 is hij op zijn eentje begonnen. Hij heeft een bloeiende praktijk uitgebouwd. We hebben elkaar teruggevonden en beseften dat een fusie voor synergie kon zorgen.”

Het fusiekantoor Verhelst Flamey telt elf advocaten. “Het omgevingsrecht en alles wat met vergunningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen te maken heeft, is de voorbije jaren almaar complexer geworden. Een kantoor moet een zekere draagkracht hebben om bij te blijven. Kennismanagement is heel belangrijk geworden”, stelt Gregory Verhelst vast. “Ik zat net met Peter en andere collega’s samen om te brainstormen over een ingewikkeld dossier. Het is een eenzaam beroep als je dat niet kunt. Ik zie dan ook enkel voordelen in het samenvoegen van de twee kantoren.”

Honderd bladzijden

In het omgevingsrecht komen allerlei reglementeringen samen, zoals stedenbouw, milieurecht, bodemrecht en de regels rond natuurbescherming. “Heel onze samenleving wordt gestuurd door vergunningen. Voor elk project dat je wilt realiseren, heb je een vergunning nodig. Dat is een aantal jaren geleden allemaal gecentraliseerd in de omgevingsvergunning, wat maakt dat het bijzonder complexe dossiers zijn, waar soms tegenstrijdige belangen samenkomen”, stelt Peter Flamey. “Je moet van alle markten thuis zijn.”

Flamey maakt de vergelijking met de jaren negentig, toen een vergunningsdocument twee à drie bladzijden telde. Het waren standaardformulieren waar je vaak gewoon een kruisje moest zetten. Nu zijn het documenten van soms honderd bladzijden met aandacht voor verschillende toetsen, zoals het milieu, tot de bescherming van bepaalde diersoorten. De omvang van de gerechtelijke uitspraken is navenant.

“Ook voor rechtscolleges is het zwoegen om al die zaken de baas te kunnen”, zegt Verhelst. “Wij begeleiden mee de Vlaamse regering in de procedures bij het Grondwettelijk Hof tegen het stikstofdecreet. Dat zijn 800 bladzijden aan verzoekschriften. De Vlaamse regering heeft een verweermemorie van ruim 500 bladzijden ingediend. Dat zijn complexe juridische teksten met een ingewikkeld samenspel van Vlaamse, Belgische, Europese en internationale rechtsnormen. Toegegeven, het is een extreem voorbeeld.”

Europese verdragen

Wat is de oorzaak van dat kluwen? Is het de Vlaamse regelgeving? De Europese richtlijnen inzake milieu en klimaat, die te weinig rekening houden met nationale verschillen? De actiegroepen die projecten proberen te vertragen of te kelderen? Peter Flamey: “Een combinatie daarvan. De Vlaamse regelgeving is zeer gedetailleerd en verandert constant. Soms is dat het gevolg van steekvlampolitiek: er is een probleem en men vaardigt extra regels uit. Daarnaast is er een intrusie van Europese regelgeving in Vlaanderen, waardoor we aan handen en voeten gebonden zijn en niets kunnen doen.”

‘Als er nu nog strengere beoordelingskaders bij komen voor de grote windturbines, vrees ik voor de toekomst van onze hernieuwbare energie’

Zo waarschuwen de advocaten voor de impact van de Natuurherstelwet, een Europese verordening die landen verplicht beschadigde natuur in kaart te brengen en te herstellen. “Zo’n verordening is onmiddellijk toepasbaar en de Natuurherstelwet geldt voor het hele grondgebied. Dat bepaalde bedrijven niet konden uitbreiden, kwam enkel door het netwerk van beschermde Natura 2000-gebieden”, legt Flamey uit. “Bij de omzetting van Europese richtlijnen hebben de lidstaten een marge, maar die is in Vlaanderen heel klein. Activisten staan op de eerste rij om te protesteren als de Vlaamse regelgeving buiten de Europese lijntjes kleurt. Rechters steken veel energie in het controleren van de conformiteit van de Vlaamse regelgeving met hogere normen.”

Daarnaast beroepen activisten zich steeds vaker op algemene principes uit de EuropesE verdragen, zoals het recht op leven, om overheden er via de rechtbank bijvoorbeeld toe aan te zetten de CO2-uitstoot sterk te verlagen. Of ze nemen die principes mee in aansprakelijkheidsvorderingen. Flamey: “Als vergunningen worden aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, probeert men regelmatig die Europese principes aan te halen. Wie een investeringsproject betwist, zegt dat er een klimaattoets moet komen, terwijl de Vlaamse regelgeving die klimaattoets niet kent.”

Bijkomend element: Vlaanderen is een zakdoek groot. “Waar leidt stikstof tot problemen? In de Lage Landen, het Duitse Ruhrgebied of de Italiaanse Po-vlakte. Niet toevallig regio’s met een hoge bevolkingsdichtheid en hoge welvaart. De milieudruk is er dus groter”, zegt Verhelst. “Maar het heeft ook met de rechtscultuur te maken. Het kan geen toeval zijn dat een groot deel van de rechtspraak die de puntjes op de i zet in verband met de Europese verplichtingen telkens wordt uitgelokt vanuit de Lage Landen.”

“Dat is omdat wij heiliger willen zijn dan de paus en dat breekt ons zuur op. Net als de Nederlanders trouwens”, verzucht Flamey.

Processie van Echternach

Wat meteen de vraag oproept of bepaalde cliënten van Verhelst Flamey niet ontmoedigd de handdoek in de ring gooien. Het advocatenkantoor heeft een gevarieerd cliënteel, van particulieren, overheden en indieners van bezwaren tot ondernemingen, waaronder vastgoedbedrijven en ontwikkelaars van windturbines.

‘Voor internationale investeringen dreigt onze reputatie een handicap te worden. In buitenlandse bestuurskamers kent iedereen het Ineos-dossier’

Die laatste groep kijkt bezorgd naar de plannen van Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v) die nieuwe afstandsregels wil invoeren voor hoge windmolens. Gregory Verhelst: “Er heerst in die sector een grote onrust. Een stabiel beoordelingskader is absoluut vereist, omdat een project een lange voorbereidingstijd en zware investeringen in allerhande studies vereist. Een vergunningsaanvraag voor een grote windturbine kost al gauw enkele honderdduizenden euro’s. Nu al overheerst het gevoel dat de machine van de vergunningverlening verzandt. Soms ben je in zo’n procedure meer psychiater dan jurist. Je hoort zo vaak dezelfde verhalen over projecten die gedwarsboomd worden. Als er nu nog strengere beoordelingskaders bij komen voor de grote windturbines met het hoogste rendement, vrees ik voor de toekomst van onze hernieuwbare energie.”

Al maken ze bij Verhelst Flamey wel een onderscheid tussen bedrijven die hier verankerd zijn en willen uitbreiden en nieuwe investeringskandidaten. Verhelst: “In het eerste geval ben je misschien wel bereid die processie van Echternach te doorlopen. Ik ben al in Londen uitleg gaan geven aan potentiële investeerders. Die gaan te rade bij advocaten in verschillende landen om te vernemen wat daar de hindernissen zijn. Voor Vlaanderen is het verhaal helaas niet altijd opbeurend. De Vlaamse regering is er zich gelukkig van bewust, maar voor internationale investeringen dreigt onze reputatie een handicap te worden. In buitenlandse bestuurskamers kent iedereen het Ineos-dossier. Het probleem van de vergunningverlening moet echt worden opgelost. Of dat gaat ons procenten aan welvaart kosten.”

Snellere procedure

In 2023 kreeg 30 procent van de aanvragen geen omgevingsvergunning, leren cijfers van Voka. Maar de werkgeversorganisatie was wel tevreden dat aan het einde van de vorige legislatuur een vereenvoudiging van de omgevingsvergunning werd doorgevoerd om de procedures te versnellen. Zo zou de modulaire vergunningsprocedure moeten toelaten om na het indienen van een aanvraag oplossingsgericht te werken en onnodige weigeringen te vermijden. Dat proces wil de regering-Diependaele voortzetten.

“Dat is wel opgestart en gefinaliseerd, maar nog niet operationeel”, waarschuwt Peter Flamey. “Ik ben voorzichtig. Er worden wellicht procedurele problemen opgelost, maar niet de ongelooflijke complexiteit van de materiële regelgeving – al die beoordelingsgronden en toetsen die moeten gebeuren. Daar is niet zoveel ruimte voor vereenvoudiging, omdat Europa ons de les spelt.”

Wel geven Peter Flamey en Gregory Verhelst goede punten aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen, die zich in Vlaanderen uitspreekt over beroepsprocedures bij ruimtelijke ordening. “Dat loopt als een trein”, weet Flamey. “Er zijn in die raad tien voltijdse bestuursrechters. Twee zijn oud-medewerkers. Men slaagt er inmiddels in die dossiers sneller af te handelen dan de Raad van State.”

“Er was veel kritiek op de performantie van de raad, maar de doorlooptijd is onder de twaalf maanden gezakt”, vult Verhelst aan. “Men streeft naar zes maanden. Daar is eigenlijk geen gerechtelijke achterstand meer. De urgentie van het vergunningenprobleem blijft op tafel. De Vlaamse regering heeft me opgenomen in een Vlaamse expertencommissie die een einde wil maken aan de procedurele mallemolen waarin projecten terechtkomen. Laat ons hopen dat we daaraan ons steentje kunnen bijdragen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content